Steunend Relationeel Handelen (SRH) is een methodiek waarmee je mensen met een bepaalde kwetsbaarheid ondersteunt bij de door hen gewenste kwaliteit van leven. In dit boekje gaat het over mensen met een verstandelijke beperking.
DOCUMENT
Lukt het om de schoonheid van het beroep van leraar weer zichtbaar te maken? Lukt het om vanuit het beroep een professioneel tegenwicht te bieden aan de eisen die de maatschappij stelt? En lukt het om leraren meer mogelijkheden te bieden om professioneel te groeien en hun rol te ontwikkelen? Mascha Enthoven, lector De Pedagogische Opdracht, benadert in haar lectorale rede deze vragen door de (pedagogische) opdracht van het onderwijs te formuleren binnen de invloed van het betrokken handelen van de leraar. Binnen dat wat de professionaliteit van de leraar kenmerkt: het continu - op basis van je ervaringen, kennis en intuïtie - inschatten wat het juiste is om te doen. Zij pleit daarom voor vertrouwen en ruimte voor leraren en schoolteams: vertrouwen en ruimte om gezamenlijk het individuele handelen van de leraar te ondersteunen, te verantwoorden en te ontwikkelen. De wens van het werkveld voor meer onderzoekende scholen en lerende netwerken biedt kansen. Mits we bij de ontwikkeling van deze scholen en netwerken sterker het primaire onderwijsproces als bron benutten. En op voorwaarde dat we het ondersteunen van het betrokken handelen van de leraar als doel hebben. Door de focus op het betrokken handelen van de leraar in onderzoek als bron, maar ook als doel te nemen, geven we een scherpere richting aan het onderzoekend vermogen in lerarenopleidingen. Het onderzoekend vermogen staat dan in het teken van de ontwikkeling van betrokken handelen. We kunnen bedachtzaamheid over dit handelen organiseren. En we kunnen deze collectieve bedachtzaamheid ondersteunen met behulp van kennis- en vaardigheden op het gebied van onderzoek. Het werkveld en de lerarenopleidingen vormen in deze ontwikkeling een krachtig collectief. Het model voor ‘de Pedagogiek als Betrokken handelingswetenschap’ wordt gebruikt als een uitwerking van dit krachtig collectief.
DOCUMENT
Doelgroep Steunend Relationeel Handelen (SRH) is gericht op mensen die psychische en sociale kwetsbaarheid ervaren, in het bijzonder mensen die te maken hebben met ontwrichtende ervaringen, psychische aandoeningen, verslaving of dakloosheid en het daarmee gepaard gaande risico op sociale uitsluiting. SRH kan toegepast worden in de geestelijke gezondheidszorg (ggz), de maatschappelijke opvang (mo), de jeugdzorg, de verstandelijk gehandicaptenzorg (vg) en de ouderenzorg. Doel Het hoofddoel van Steunend Relationeel Handelen (SRH) is het realiseren van persoonlijk en maatschappelijk herstel en daarmee het verbeteren van de kwaliteit van leven van mensen die psychische en sociale kwetsbaarheid ervaren. Aanpak De kern van de aanpak kan worden samengevat in vier werkwoorden: Verbinden, Verstaan, Verzekeren en Versterken. De professional streeft naar het realiseren van een werkzame persoonlijk-professionele relatie (verbinden). Hij vormt een zo goed mogelijk beeld van wat vanuit het perspectief van de ander belangrijk is in relatie tot herstel en het verbeteren van kwaliteit van leven (verstaan). Op basis van deze informatie biedt hij ondersteuning die enerzijds gericht is op de kwetsbaarheid (verzekeren) en anderzijds op het vergroten van mogelijkheden (versterken). SRH is een vorm van relationele, krachtgerichte zorg gericht op versterking van de mogelijkheden van de cliënt en de kwaliteit van de samenleving (netwerken en sociale en fysieke omgevingen). De aanpak bestaat uit de volgende zes stappen. 1. Opbouwen en onderhouden van een ‘werkzame’ relatie. 2. Verzamelen van informatie. 3. Cliënt helpen wensen te formuleren, keuzes te maken en doelen te stellen. 4. Cliënt helpen een Persoonlijk Plan te maken (inclusief Ondersteuningsplan). 5. Plan helpen uitvoeren. 6. Proces volgen; leren van ervaringen, evalueren en bijstellen. De duur van de interventie en de frequentie en intensiteit van de contacten verschillen per persoon en per setting. Hoewel er een zekere volgorde zit in deze activiteiten, zijn het niet allemaal afgebakende stappen. Zo gaat het opbouwen en borgen van een werkzame relatie door gedurende het gehele proces. De handelingen van de professional worden voortdurend afgestemd op wat de cliënt en de situatie vragen. Tegelijkertijd blijft de professional toekomst- en ontwikkelingsgericht werken. Materiaal De methodiek wordt onder andere beschreven in het praktijkboek Werken in Verbinding, geschreven door Dirk den Hollander en Jean Pierre Wilken en in 2020 uitgegeven bij uitgeverij SWP in Amsterdam. Het boek beschrijft de uitgangspunten en de algemene werkwijze van SRH, behandelt stapsgewijs de methodiek en diverse praktische tools die daarbij gebruikt kunnen worden. Onderzoek Er is in de loop van de jaren veel onderzoek verricht naar SRH. Hieruit komt naar voren dat de interventie mensen die kampen met psychische en sociale kwetsbaarheid ondersteunt bij herstel en kwaliteit van leven. De methodiek biedt professionals veel mogelijkheden om hulp- en dienstverlening effectief in te richten.
DOCUMENT
Wat jeugdigen weten, vinden en kunnen wordt vaak niet serieus genomen. Jeugdigen worden systematisch onderschat als personen met waardevolle kennis en als competente beslissers. Dit heeft tot gevolg dat de stem van jeugdigen niet altijd gehoord wordt en hun belangen daardoor niet altijd goed meegewogen (kunnen) worden. Ook beleidsmakers en politici weten vaak niet goed hoe jeugdigen over maatschappelijke thema’s denken. Dat betekent dat waardevolle perspectieven ontbreken en dat niet altijd goed rekening wordt gehouden met de belangen van jeugdigen. In de samenleving wordt de kracht van maatschappelijk geëngageerd actorschap van jeugdigen veelal onderschat en in elk geval nog weinig benut. In dit onderzoek schetsten we daarom een beeld van hoe jeugdigen tussen de 7 en 25 jaar denken, voelen en handelen ten aanzien van maatschappelijke vraagstukken waarvan zij vinden dat deze met voorrang moeten worden aangepakt.
DOCUMENT
In dit artikel wordt de literatuur verkend op het terrein van een meer sociaalparticipatieve benadering van actief burgerschap. In deze literatuur wordt de ontwikkeling van burgerschap verbonden met de noodzaak zicht te ontwikkelen op handelingscontexten die voor zowel burgers als sociale professionals van belang zijn. We verkennen relevante literatuur van onder andere De Tocqueville, Dewey, Putnam, Lichterman en Biesta. Door aandacht te besteden aan burgerschap als praktijk beogen we dichter op de huid van het werk van sociale professionals te kruipen, waardoor de huidige ontwikkelingen rondom de bevordering van actief burgerschap bevraagd kunnen worden. Wat deze literatuurverkenning in beeld brengt is dat actief burgerschap niet tot bloei komt vanuit een opgelegde moraal, maar verbonden dient te worden met het dagelijkse handelen van burgers, waarin het “al doende leren” samen op gaat met de ontwikkeling van betekenisvolle praktijken. Sociale professionals hebben vooral tot taak dit type praktijken te ondersteunen en te faciliteren.
DOCUMENT
Het welbevinden van de Nederlandse jeugd staat onder druk. Jeugdprofessionals die dagelijks werken aan vorming, begeleiding, preventie en behandeling van jonge mensen, zien zich daarin geconfronteerd met de nodige uitdagingen. Aangezien kennis en protocollen ontoereikend zijn in het komen tot adequaat handelen, is het van belang te exploreren wat ‘praktische wijsheid’ van individuele professionals hierin kan betekenen. Data uit acht open interviews, met inzet van de rich pictures methode, zijn geanalyseerd om te onderzoeken wat praktische wijsheid in het jeugddomein behelst. Dit toonde aan dat professionals komen tot het juiste handelen in knellende situaties door het eigen morele kompas als belangrijke richting gever te gebruiken. Het handelingsrepertoire is rijk en loopt uiteen van het volgen van intuïtie en wendbaarheid tot het gebruikmaken van kennis en zelfkennis. Het is van belang dat organisaties ruimte maken voor wat professionals al doen hieromtrent, maar ook dat (gezamenlijke) reflectie wordt gefaciliteerd. Elementen uit onze onderzoeksmethode lijken hierbij behulpzaam te kunnen zijn.
DOCUMENT
Leraren in het voortgezet onderwijs die formatief handelen geven informatie over hoe het beoogde doel te bereiken. Leraren die summatief toetsen geven een geïnformeerd oordeel over prestaties. Formatief handelen heeft een motiverende werking, terwijl summatief toetsen niet per se schadelijk is voor de motivatie van leerlingen. Op basis van de resultaten uit het proefschrift van Krijgsman (2021) adviseren we formatief handelen en summatief toetsen te combineren, zodat beide functies elkaar versterken (synergie) zonder eenzijdig de nadruk op een van beiden te leggen (balans). Tot op heden blijft deze synergie en balans uit. Factoren in het gehele onderwijs-ecosysteem beïnvloeden dit. Scholen hebben bijvoorbeeld een grote mate van autonomie op het gebied van toetsing. Tegelijk ontbreekt er een eenduidig landelijk kader voor toetsbeleid en is er behoefte aan professionele ontwikkeling voor schoolleiders, teamleiders en leraren op het gebied van toetsdeskundigheid. Daarnaast worden de behoeften van leerlingen rondom toetsing veelal niet geïnventariseerd bij de ontwikkeling van toetsvisie en -beleid. We pleiten voor een samenwerking tussen leerlingen, leraren, teamleiders, schoolleiders, regionale of nationale leiders, beleidsmakers en wetenschappers, om vanuit een systemisch perspectief dit complexe vraagstuk aan te pakken.
DOCUMENT
Interview met Frank de Jong. Ecologisch intelligent handelen is nodig om actuele problemen in de wereld aan te pakken. Die los je niet op met bestaande denkwijzen en methoden, maar wel met kenniscreatie in dialoog met anderen. En daar ontbreekt het aan binnen het onderwijs. Het inzicht dat vraagstukken in samenhang moeten worden aangepakt, leidt ook tot een kritische reflectie op de inrichting van ontwerp- en bouwprocessen, waarbij opdrachtgevers en betrokken partijen vooral binnen bestaande kaders blijven werken.
DOCUMENT
In het dagelijks leven ben je voortdurend, alleen en vaak met anderen, betrokken in activiteiten, ook als je ‘vrij’ bent en eigenlijk niets hoeft te doen. Alle activiteiten die mensen op een dag doen worden binnen ergotherapie ingedeeld in handelingsgebieden. In dit boek hanteren we de volgende handelingsgebieden: ‘wonen en zorgen’, ‘leren en werken’ en ‘spelen en vrije tijd’. Dit hoofdstuk gaat over deze handelingsgebieden en beschrijft ook andere mogelijkheden om het dagelijks handelen in te delen. Het gaat in op het onderzoek naar tijdsbesteding (time-use) in België en Nederland. Verder beschrijft het de positieve of negatieve waarde en de betekenis die dagelijkse activiteiten voor mensen hebben, een belangrijk aspect van het kerndomein van ergotherapie. Daarnaast wordt ingegaan op de balans die mensen ervaren in het dagelijks handelen (occupational balance) en het hoofdstuk eindigt met het uitgesloten zijn van het dagelijks handelen (occupational deprivation) op basis van externe factoren.
MULTIFILE
Nivoz maakt podcasts voor leraren, schoolleiders en betrokkenen om ze te sterken bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht. In de 24e podcast (juli 2020, 43 min) gaan lector De Pedagogische Opdracht, Mascha Enthoven, en zij-instromer Maartje Janssen in gesprek over de ervaringen die zij de afgelopen maanden opdeden in hun nieuwe functies.
LINK