Cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek (Kernindicatoren maart 2012) laten zien dat Nederland op diverse domeinen in het publieke domein problemen heeft, grote en kleine, die samenhangen met het gedrag van burgers. Zo stonden we in februari van dit jaar gezamenlijk voor het eerst meer dan tien miljard euro rood. Het aantal Nederlanders met overgewicht is in twintig jaar tijd verdubbeld. Nog steeds gebruiken te veel mensen (en dan vooral jongeren) één en hetzelfde, gemakkelijk te raden wachtwoord voor diverse persoonlijke accounts op internet. De emissie van CO2 in Nederland is in de afgelopen tien jaar alleen maar gestegen. En er is ondanks een daling in het aantal slachtoffers een groeiende onrust over geweld tegen (zorg) hulpverleners. Het besef dat we als samenleving financiële en maatschappelijke problemen hebben, leidt wel tot veel onderlinge discussie en oprechte zorgen, maar nog te weinig tot een aanpassing van ons individuele gedrag. Wie maatschappelijke en financiële vraagstukken in de samenleving wil oplossen zal het gedrag van zeer grote aantallen mensen effectief moeten beïnvloeden. Dat gaat echter niet lukken als we ons daarbij alleen richten op het versterken van de kennis, het bewustzijn en de houding van mensen. Complexe collectieve vraagstukken in het publieke domein waar het individuele belang en de directe opbrengst niet meteen voelbaar zijn voor de gemiddelde burger vragen om creatieve en innovatieve publiekscommunicatie. Hybride vormen publiekscommunicatie die zowel het rationele als het irrationele van de mens aanspreken.
De Nederlandse samenleving is multicultureel met burgers, die afkomstig zijn uit meerdere werelddelen. In Deze openbare les zullen wij grondig naar hun onderlinge omgangsvormen kijken. Meer specifiek ga ik zowel in op de vraag of men elkaar als medeburger accepteert als op de vraag hoe wit en zwart tegen elkaar aankijken. Ik maak duidelijk dat diverse blokkades die de onderlinge omgang belemmeren, niet herkend of onderkend worden. Mijn vertrekpunt is dat te verbeteren. Multiculturele competentie vraagt dan wel een visie waarin niet alleen burgers, maar ook etnische groepen gelijkwaardig zijn. Met behulp van zo’n visie kan gezocht worden naar de juiste toon in het multiculturele debat en naar de juiste aanpak van multiculturele vraagstukken. Multiculturele competentie kan dan relaties versoepelen en onderlinge goodwill bevorderen, waardoor de kans op succesvol of resultaatgericht handelen groter wordt. Dit is van groot belang voor de werkvelden waarvoor Hogeschool De Horst haar professionals opleidt. Vanuit dit gezichtspunt wil het lectoraat ‘Diversiteit en de multiculturele competentie’ educatieve activiteiten ontwikkelen om multiculturele competentie te bevorderen. Dit doen wij niet door in leersituaties hapklare brokken te serveren of standaardrecepten aan te reiken, maar wel door vanuit onze visie, in dialoog met deelnemers, te zoeken naar aanknopingspunten en richtlijnen voor multiculturele competentie. Bij competentie spelen altijd de concrete situatie, kennis-, vaardigheden- en houdingsdimensies een rol (Cluitmans, 2002).
In deze openbare les geef ik in vogelvlucht een overzicht van recente kennis, onderzoek en (inter)nationaal beleid op het gebied van bedrijfsoverdracht. In hoofdstuk 1 baken ik het domein en de theorieen af en formuleer ik een onderzoeksagenda. In hoofdstuk 2 ga ik in op het belang van bedrijfsoverdrachten voor nationale economieen in Europa en op een kader voor beleid bij bedrijfsoverdrachten. Hoofdstuk 3 bespreekt het profiel van overnemers en opvolgers in vergelijking tot starters en de effecten van hun profiel op de bedrijfsresultaten. In hoofdstuk 4 zet ik de aandachtspunten voor de 'body of practice' uiteen, waaronder het gebruik van de Opvolgingsscan, een instrument waarmee ondernemers kunnen zien hoe zij ervoor staan in de aanloop naar verkoop van het bedrijf.
Mensen die tijdelijk of blijvend niet in staat zijn om zorg te dragen voor hun financiën kunnen onder bewind geplaatst worden. Bewindvoerders zijn professionals die als wettelijke taak hebben om de financiële belangen van de onderbewindgestelde te beschermen en om de financiële zelfredzaamheid van onderbewindgestelden te bevorderen. Bewindvoerders(organisaties) geven aan dat hun cliëntengroep de laatste jaren is veranderd: het aandeel mensen met een licht verstandelijke beperking (lvb) is gegroeid. In hun dagelijkse praktijk lopen bewindvoerders tegen een aantal problemen aan waarbij wij hen middels dit project willen ondersteunen. De doelstelling van het project is om bewindvoerders te ondersteunen bij: 1) Het herkennen en signaleren van mensen met een lvb. 2) Het onderscheiden van verschillende niveaus van zelfredzaamheid bij mensen met een lvb. 3) Het verbeteren van de hulp- en dienstverlening aan mensen met een lvb, gericht op: o communicatie met mensen met een lvb o coaching van de financiële vaardigheden bij mensen met een lvb. Het project resulteert in de oplevering van 5 producten, die bewindvoerders concrete tools in handen geven om mensen met een lvb met schulden in een vroeg stadium te herkennen en hun de juiste ondersteuning te bieden. In werksessies gaan we de producten concretiseren met bewindvoerders, maar gedacht kan worden aan trainingsmodules, filmpjes, handreikingen. De producten richten zich op: • Product 1: Herkenning • Product 2: Mate van financiële zelfredzaamheid bij mensen met LVB • Product 3: Communicatie met mensen met een LVB • Product 4: Hulp- en dienstverlening aan mensen met een LVB • Product 5: financiële screener De producten gaan we ontwikkelen en evalueren door middel van, o.a.: interviews, vragenlijsten, observaties. Naast bewindvoerders en lvb-experts worden ook mensen met een lvb bij het onderzoek betrokken.
Actuele vraagstukken zoals klimaatverandering, plastic soep en toekomstige schaarste van fossiele grondstoffen zijn hedendaagse onderwerpen die ook zijn invloed beginnen te hebben op consumentengedrag. Verpakkingen zijn de laatste decennia een belangrijk onderwerp in de maatschappelijke bewustwording omtrent duurzaamheid, hernieuwbare grondstoffen en circulair gebruik. Papier en kunststof zijn de meest gebruikte verpakkingsmaterialen. De MKB partners in BioKLEUR merken ook een toenemende vraag naar biobased materialen en zien kansen om nieuwe markten te creëren voor hun producten, vooral als er een mogelijkheid is de materialen 100% biobased te maken. Het probleem dat de MKB-partners belemmert om de 100 % biobased materialen te produceren is dat op de markt biobased kleurstoffen zeer beperkt beschikbaar zijn en indien beschikbaar voldoen ze niet aan de kwaliteitscriteria gesteld voor toepassingen in papier en kunststof. Daarom zijn de synthetische kleurstoffen momenteel de enige oplossing. Omdat synthetische kleuren zo stabiel zijn, zijn ze niet afbreekbaar in het milieu. De stoffen zijn ook vaak toxisch en samen met de stabiliteit ontstaat er een cumulatief effect. Dit zelfde probleem gaat ontstaan wanneer deze synthetische kleurstoffen in biologisch afbreekbaar verpakkingsmateriaal worden gebruikt en in het milieu terecht komen. Natuurlijke kleurstoffen zijn een mogelijke oplossing. Het project wordt uitgevoerd door Avans Hogeschool in samenwerking met Stenden hogeschool, NRK -Branchevereniging , Waterschap Brabanse Delta en 11 MKB partners in biobased producten, innovatie en design. Het project zal leiden tot verdieping in en gebruiksklaar maken van kennis over natuurlijke kleuren en de toepassingsmogelijkheden in papier en kunststof en sterk bijdragen aan het doel van de deelnemende MKB-partners en de behoefte van de maatschappij om tot de 100 % biobased en milieuvriendelijke producten te komen.
MKB-fysiotherapeuten brengen tijdens het eerste consult de cliënt in kaart en bouwen een relatie op met de cliënt. Voor mensen met een chronische aandoening is deze cliënt-therapeut relatie belangrijk omdat deze voorspellend is voor therapietrouw, het effect van de behandeling en, op de langere duur, de gezondheid van de cliënt en therapeut. Cliënten met chronische klachten vinden het lastig de eigen gedachten over klachten over te brengen aan de therapeut. Als de cliënt daarnaast ook moeite heeft met het begrijpen van de vragen en informatie van de therapeut kan dat leiden tot het gevoel niet begrepen te worden. Als bovendien de therapeut deze beperkte gezondheidsvaardigheden niet herkent kan dit leiden tot een onvolledig biopsychosociaal beeld van de cliënt, onvrede over de communicatie en keuze van de behandeling. MKB-fysiotherapeuten geven aan beperkte gezondheidsvaardigheden tijdens de eerste ontmoeting niet te herkennen en missen communicatiestrategieën en middelen ter verbetering van de communicatie. Bekende communicatiestrategieën en middelen zijn vooral onderzocht in de medische setting en niet direct toepas-baar in de fysiotherapeutische context. MKB-fysiotherapeuten vragen dan ook hulp bij het ontwikkelen van nieuwe- en door ontwikkelen van bestaande communicatiestrategieën en middelen specifiek voor de fysiotherapeutische context ter ondersteuning van de communicatie bij cliënten met een chronische aandoening en beperkte gezondheidsvaardigheden. Dit onderzoek volgt de stappen van intervention mapping vanuit de unieke fysiotherapeutische situatie met een vaste kerngroep MKB-fysiotherapeuten, cliënten met een chronische aandoening en beperkte gezondheidsvaardigheden, docent-onderzoekers en designers. Er is behoefte aan patiëntgerichte com-municatiestrategieën en middelen met als doel deze te evalueren en te implementeren(stap 1-2), Tijdens de ontwerpfase zullen bestaande communicatiestrategieën en middelen worden aangepast voor de fysio-therapeutische context en eventueel nieuwe strategieën en middelen ontwikkeld worden in 3 design-cycli(stap 3-5). Implementatie vindt plaats binnen onderwijs en MKB-fysiotherapeuten waarbij de haalbaarheid wordt geëvalueerd middels een feasibility study(stap 6).