Van de 700 megawatt die het windpark Borssele zal opleveren, kunnen één miljoen huishoudens van energie worden voorzien", aldus het persbericht van de Rijksoverheid deze zomer. En verderop lezen we: "deze parken [op zee] tezamen zullen in totaal 3500 megawatt leveren, genoeg voor ruim 5 miljoen huishoudens". Dat is mooi nieuws, want vijf miljoen huishoudens, dat schiet lekker op. Nog even, en we zijn allemaal duurzaam. Hoera! Energietransitie geslaagd. Maar klopt dit wel?
DOCUMENT
P= patiënt of probleem, I = interventie, C = vergelijking, O = uitkomst)P: Spoedeisendehulppatiënten bij wie bloed geprikt wordtI: POCT-meting van CRPC: Regulier laboratoriumonderzoekO: Verkorting van de tijd tot klinische beslissing* Patrick Eken is verpleegkundige op de SEH in het Canisius- Wilhelmina Ziekenhuis Nijmegen, Paul Doedens is verpleegkundige- promovendus in het Academisch Centrum in Amsterdam en docent-onderzoeker verpleegkunde aan de Hogeschool van Amsterdam. Dit is een samenvatting van hun literatuuronderzoek. Contact: p.eken@cwz.nl.In deze aflevering van de rubriek EBP een literatuuronderzoek over CRP-bepaling op de spoedeisende hulp
DOCUMENT
Patiënten met kanker in het bloed, beenmerg of lymfeklieren (hematologische maligniteiten) die behandeld worden met stamceltransplantatie staan voor de uitdaging om te gaan met een levensbedreigende ziekte en een stressvolle behandeling. Een deel van de patiënten ervaart psychische klachten zoals angst of depressie. In dit proefschrift hebben we de effecten van en behoefte aan ondersteunende psychische zorg bestudeerd bij deze patiëntengroep, door middel van een gerandomiseerde klinische studie, vragenlijstonderzoeken en interviews. Tot 68% van de patiënten bleek cognitieve/emotionele problemen te ervaren in de vijf jaar na stamceltransplantatie. Slechts een minderheid (6.5%) had echter behoefte aan aanvullende, ondersteunende zorg voor deze problemen. Ook binnen de gerandomiseerde klinische studie had de meerderheid van de patiënten geen behoefte aan actieve interventies gericht op vermindering van angst- of depressieve symptomen. Deels wordt dit verklaard doordat ongeveer 10% van de patiënten al ondersteuning kreeg binnen de huidige zorg. Verder bleek de behoefte aan ondersteunende zorg afhankelijk te zijn van o.a. de wens van patiënten om hun problemen zelfstandig of met behulp van hun naasten aan te pakken, hun copingstrategieën, en hun kennis van beschikbare hulp. De meerderheid van patiënten die behandeld zijn met stamceltransplantatie, blijkt in staat om met ondersteuning van naasten, artsen en verpleegkundigen goed met (de gevolgen van) hun ziekte en behandeling om te gaan. In de aanvullende ondersteunende zorg moet er een goede balans worden gezocht tussen enerzijds het ondersteunen van de veerkracht van patiënten en hun wens om problemen zelfstandig aan te pakken, en anderzijds hun eventuele behoefte aan professionele zorg.
LINK
Dit artikel geeft inzicht in het fenomeen 'verzuring' van spieren door inspanning.
DOCUMENT
Overgewicht is een veel voorkomend gezondheidsprobleem, ook in de vruchtbare levensfase. Het gevolg van overgewicht is, behalve de bekende risico's, dat de kans op zwangerschap is afgenomen. Nog belangrijker echter is het verhoogde risico op zwangerschapscomplicaties, en complicaties rondom de bevalling.
DOCUMENT
Hematological malignancies and treatment with hematopoietic SCT are known to affect patients’ quality of life. The problem profile and care needs of this patient group need clarification, however. This study aimed to assess distress, problems and care needs after allo- or auto-SCT, and to identify risk factors for distress, problems or care needs. In this cross-sectional study, patients treated with allo-SCT or auto-SCT for hematological malignancies completed the Distress Thermometer and Problem List. Three patient groups were created: 0–1, 1–2.5 and 2.5–5.5 years after transplantation. After allo-SCT, distress and the number of problems tended to be lower with longer follow-up. After auto-SCT, distress was highest at 1–2.5 year(s). Patients mainly reported physical problems, followed by cognitive-emotional and practical problems. A minority reported care needs. Risk factors for distress as well as problems after allo-SCT included younger age, shorter time after transplantation and GVHD. A risk factor for distress as well as problems after auto-SCT was the presence of comorbid diseases. Up to 5 years after auto-SCT or allo-SCT, patients continue to experience distress and problems. Judged by prevalence, physical problems are first priority in supportive care, followed by cognitive-emotional and practical problems.
DOCUMENT
Op 16 maart dit jaar heeft in de plenaire vergadering van de 2e Kamer een bespreking plaatsgevonden van een recent burgerinitiatief over het huidige systeem van geldschepping. Daarbij hebben de banken volledige vrijheid om geld uit het "niets" te creëren. Een grote groep burgers roept de politiek op om daarin verandering te brengen en de geldschepping in handen te leggen van de overheid. Daardoor hoeft de overheid voor het geld dat ze zelf leent op de kapitaalmarkt ook geen rente te betalen.
LINK
Eiwitten zijn een belangrijk onderdeel van alle cellen en weefsels in het lichaam, zoals spieren en organen, het zenuwstelsel, de botten en het bloed. Ze spelen verder een belangrijke rol in het lichaam als bijvoorbeeld enzymen, hormonen en bij de afweer en het transport van voedingsstoffen. Eiwitten kunnen in het lichaam ook gebruikt worden als energiebron. Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren. Vooral in de groei wordt veel weefsel opgebouwd en zijn veel aminozuren uit eiwit in de voeding nodig. De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid voor eiwit voor volwassenen is gesteld op 0,8 g/kg lichaamsgewicht. Voor ouderen ligt deze aanbevolen hoeveelheid mogelijk wat hoger om de leeftijdsgerelateerdeafname van spiermassa tegen te gaan. In Nederland eten we over het algemeenruim voldoende eiwitten. Er zijn aanwijzingen dat een eiwitrijk dieet tijdenseen periode van gewichtsverlies gunstig kan zijn voor de lichaamssamenstelling(meer behoud van de vetvrije massa en meer verlies van de vetmassa) en dat eeneiwitrijke voeding kan helpen om na een periode van gewichtsverlies op gewichtte blijven. Aan de andere kant is een hogere inname van eiwit bij vrouwen geassocieerd met een hoger risico op diabetes. Verder lijkt een hogere inname van eiwit geen nadelig effect te hebben op de botmineraaldichtheid en op de nierfunctie (bij mensen zonder nierproblemen).
LINK
Boven titel staat vermeld: De symbiose van biologie en technologie. Zowel vanuit het Applied Science onderwijs als vanuit het werkveld kwam er meer vraag om biologische expertise toe te voegen aan het bestaande lectoraat Thin Films & Functional Materials.
DOCUMENT
Artikel gepubliceerd in Nurse Academy O&T | nummer 3 | 2024: Steeds vaker meten patiënten hun eigen gezondheid. Deze metingen zijn voorbeelden van ‘point of care’-testen (POCT), een voorbeeld is de COVID-19-test. De ontwikkeling en inzet van POCT dragen bij aan betaalbare en toegankelijke gezondheidszorg. POCT kan een belangrijk instrument zijn voor het monitoren van veranderingen in de gezondheid. Het kan thuiswonende ouderen helpen bij het versterken van hun zelfmanagement LEERDOELEN Na het lezen van dit artikel: •weet u wat de kenmerken van ‘point of care’-testen (POCT) zijn en kent u een aantal voorbeelden van POCT; • heeft u inzicht in de voordelen van het gebruik van POCT in gezondheidsbevordering van oudere cliënten; • kent u een aantal uitdagingen die samenhangen met het gebruik van POCT in de praktijk; • heeft u inzicht in de betekenis van verpleegkundigen voor de inzet van POCT bij de ondersteuning van ouderen
DOCUMENT