Deze publicatie is in 1995 tot stand gekomen in het kader van het demonstratieproject "Voorgelakte plaat voor binnengebruik" van de Vereniging FME-CWM. In 2007 is deze publicatie lichtelijk aangepast aan de huidige normen. De inhoud van deze publicatie behandelt aspecten welke van belang zijn voor het ontwerpen en produceren van producten uit voorgelakte staalplaat voor binnenhuis toepassingen.
DOCUMENT
The actual non-sustainable way of living has to be changed fundamentally. Despite all efforts to create a better environment, to improve building designs and to ameliorate existing buildings, often contradictory factors are faced which make it difficult to decide what the best solutions are.The discussion around the Expanded Polystyrene (EPS) house insulation is a typical example how complicated the relation between, energy efficiency, human comfort and health can be. Clearly positive effects like energy efficiency are sometimes associated with e.g. potential flaws in aesthetics caused by growth of algae, poor indoor climate, and health risks which can result in negative responses of residents when implementation of these measures is proposed. Therefore often substances are added which may cause implications with existing regulations if reused again. Smart and highly efficient products are often in contradiction with our aims to create a circular economy due to the fact that different materials are often treated with chemicals or put together in infrangible combinations. The aim of this paper is to highlight the balancing act being faced when trying to introduce new more sustainable materials and methods into the building process. Based on some examples the paper want to demonstrate that principally good intentions like improved energy savings can cause problems in other fields like environmental impact or limited re-use in a circular economy. Basic problems are described and potential approaches to minimize the risk of using building materials which might not meet the requirements for reuse in a second use phase are suggested.
DOCUMENT
Deze innovatieve business case richt zich op kostenberekeningen, projectvoorstellen en milieustudies gerelateerd aan op mycelium gebaseerde innovatie in het innovatielab van InHolland Alkmaar. De primaire focus ligt op het onderzoeken hoe de innovatie-inspanningen van het Mycelium-project in het innovatielab InHolland Alkmaar kunnen worden geoptimaliseerd, met specifieke aandacht voor het in kaart brengen van de bedrijfseconomische aspecten. Het doel is om de interesse van relevante partijen in de hele waardeketen te wekken. Het innovatielab erkent de interesse van de markt in myceliumtoepassingen, maar mist cruciale informatie over hoe myceliumpanelen bijdragen aan de materiaaltransitie, de bijbehorende kosten en externe productie-effecten. Lopende studentenprojecten leggen de nadruk op technische aspecten, waardoor er onzekerheid ontstaat over de marktvraag en de bruikbaarheid van het nieuwe isolatieproduct. Het innovatielab heeft tot doel de mogelijkheden van myceliumcomposiet sandwichpanelen voor de bouw aan te tonen. Het doel is om een proefopstelling op te zetten om de isolatiewaarde van mycelium composietpanelen voor wanden of vloeren te bepalen en te valideren. Onzekerheden over de bijdrage van myceliumpanelen aan de materiaaltransitie, de totale kosten en de externe productie-effecten vormen uitdagingen. Hoewel mycelium wordt beschouwd als een duurzame vervanging voor de huidige isolatiematerialen, moeten de potentiële kosten en risico's worden geëvalueerd. Het begrijpen van marktinteresse en schaalbaarheid is cruciaal voor het realiseren van mycelium als levensvatbaar bouwmateriaal. Twee studentengroepen hebben myceliumpanelen met verschillende substraten gekweekt en getest. Aanbevelingen zijn onder meer het produceren van de meest kosteneffectieve panelen (SWOL-HOOI-KIN-32,5 en VLA-SPAW) op basis van de beschikbaarheid van grondstoffen, productie-efficiëntie en schaalbaarheid. Een mogelijke oplossing voor het proces van het maken van myceliumpanelen is een machine ontwikkeld door Engineering-student Thomas Jongejans. Deze machine is veelbelovend voor de toekomst, maar gedetailleerde gegevens over kosten en productiecapaciteit zijn essentieel vóór implementatie. Tests op myceliumcomposietpanelen wijzen op een levensduur van 20-30 jaar, afhankelijk van de weersomstandigheden. Mycelium presenteert een potentiële doorbraak in duurzame bouwmaterialen. Er worden aanbevelingen gedaan voor specifieke paneelkeuzes, productiemethoden en verder onderzoek om de huidige onzekerheden aan te pakken. Omdat de markt voor mycelium relatief nieuw is, zijn het behalen van certificeringen en het garanderen van de productkwaliteit essentieel voor toekomstig succes in de bouwsector. Het innovatielab wil een deelnemer zijn in deze opkomende markt met milieuvriendelijke, kosteneffectieve myceliumcomposietpanelen.
DOCUMENT
Hoofdstuk 9 in 'Lessen uit crises en mini-crises 2012' van Duin, van M., Wijkhuijs, V. en Jong, W. (red.) (p. 139-149). In de nacht van dinsdag op woensdag 18 juli 2012 brandt het gemeentehuis van Waalre (gelegen in de buurt van Eindhoven) volledig uit na een opzettelijke brandstichting. Rond drie uur ’s nachts rijden twee personenauto’s in op het gebouw en vliegen vervolgens in brand. De vlammen slaan in korte tijd uit het dak. De brandweer, die snel ter plaatse is, schaalt op naar zeer grote brand. Rond negen uur ’s ochtends kan het sein brand meester worden gegeven. Het tachtig jaar oude, architectuurhistorische monument gaat echter geheel in vlammen op. Een grote rookwolk drijft over Waalre en omgeving. Vrijwel onmiddellijk is duidelijk dat opzet in het spel is. Er wordt een groot onderzoek gestart en 40 rechercheurs worden op de zaak gezet. Wat betreft de motieven en achtergronden van de brandstichting worden alle opties opengelaten. Het huis van de burgemeester wordt uit voorzorg bewaakt.
DOCUMENT
In het eerste van de 2 onderzoeken in het kader van RUIT-4 (studiejaar 2015-2016) werd onderzocht in hoeverre er sprake is van zelfredzaamheid bij brand van ouderen die zelfstandig wonen in een seniorencomplex in het werkgebied van de Veiligheidsregio Utrecht (VRU). Met dit project is inzicht gekregen in het kennisniveau van zelfstandig wonende ouderen (65+) over brand, de mate waarin deze doelgroep ook daadwerkelijk preventie maatregelen heeft getroffen en de manier waarop we deze doelgroep het beste kunnen bereiken om het brandveiligheidsbewustzijn te vergroten. Tweedejaars studenten Integrale Veiligheidskunde hebben in groepjes van 4 studenten bewoners geïnterviewd. In totaal hebben 12 groepen 450 respondenten gesproken verdeeld over de 12 door Woonzorg Nederland toegewezen complexen. Hiervoor is gebruik gemaakt van een gestructureerde vragenlijst (mondelinge enquête). De informatie uit de vragenlijsten werd verwerkt met SPSS. Op de voorpagina staat vermeld: Integrale Veiligheid Praktijkonderzoek jaar 2
DOCUMENT
Hoe creëert u een merk dat echt inspireert? Zo'n merk waarvan kopers eigenlijk meer fan dan klant zijn? Dát is de uitdaging die in 'Brand-id' centraal staat... Die uitdaging begint met een verlangen naar verandering, en dat verlangen staat aan de wieg van een creatief proces: openstaan voor nieuwe ideeën, het vanzelfsprekende ter discussie stellen, inspiratie uit uw omgeving halen... Maar hoe doet u dat nu in de praktijk? Hoe komt u los van die vastgeroeste denkpatronen? Hoe bouwt u dat inspirerende merk en creëert u echte merkbeleving? De antwoorden op deze vragen vindt u in 'Brand-id'. Een prachtig inspiratieboek voor creatief denken én een praktijkboek voor merkdenken, waarin de auteurs u daadwerkelijk aan het werk zetten. Stap voor stap doorloopt u de fasen van het creatieve proces. Het boek staat vol creatieve technieken om een merk verder te ontwikkelen. Het resultaat is een Creatief merkdocument®: een handvat voor een razendsnelle en verrassende merkverkenning. Deze aanpak maakt 'Brand-id' tot een uniek boek. Het linkt creatief denken aan branding en is daarmee een eyeopener voor managers en marketeers die een SWOT te beperkt vinden, en zeker ook voor creatieven die het systematisch denken omarmen. Natuurlijk is het ook voor docenten die het patroondenken willen doorbreken en voor studenten die zich willen laten verrassen. Kortom: 'Brand-id' is een must voor iedereen die op een professionele manier aan de slag wil met creativiteit.
DOCUMENT
Hout is een belangrijk bouwmateriaal voor toepassing in een circulaire economie. Hierbij spelen echter brandveiligheid en milieuaspecten een steeds belangrijkere rol. Hoewel het gebruik van brandvertragers technisch vaak noodzakelijk is, is hun effect op het milieu meestal nadelig en kunnen zij een barrière vormen voor hergebruik. Het gebruik van een biologische coating gebaseerd op de schimmel Aureobasidium kan uitkomst bieden, temeer er aanwijzingen zijn dat de coating brandvertragend kan werken. In dit project zal de brandwerendheid van de Aureobasidium biocoating en van geselecteerde componenten die door de schimmel worden gemaakt (zoals pigmenten en bepaalde eiwitten) worden onderzocht. Ook zal de bijdrage van deze componenten op andere eigenschappen zoals hechting en levensduur van de biologische coating worden bestudeerd.
Hoewel consumenten aangeven duurzame aspecten van kleding belangrijk te vinden, vertaalt dit zich niet direct in de aankoop van meer duurzame kleding. Uit een enquête van TMO Fashion Business School onder de klanten van mkb multi-brand fashionretailers (steekproefgrootte= 363) blijkt dat 61% van de ondervraagden niet weet welke merken duurzaam zijn en behoefte hebben aan transparantie hierover. Daarnaast vindt 71% de communicatie van verkoopmedewerkers over duurzaamheid slecht (Van der Laan, 2022). Wat kunnen mkb multi-brand fashionretailers doen om hun assortiment duurzame kleding beter te verkopen? Om antwoord te geven op bovenstaande vraag is Next Fashion Retail (NFR) opgericht; een SIA onderzoeksproject van De Haagse Hogeschool, TMO Development Center, Cube Retail en branchepartners Modint, Inretail en Euretco. Next Fashion Retail onderzoekt hoe moderetailers de online en offline retailomgeving kunnen inzetten om de verkoop van duurzame kleding te stimuleren (Van der Laan, 2022). Het onderzoeksproject van NFR is gestart met de onderzoeksvraag: Hoe kunnen mkb multi-brand fashion retailers hun customer journey inrichten om de verkoop van duurzam(er)e kleding te vergroten? In het voorjaar van 2022 zijn op basis van deze eerste onderzoeksresultaten innovaties ontwikkeld door designstudenten, die retailers helpen hun duurzame mode-aanbod beter te verkopen (Van der Laan, 2022). Het winnende design idee van het NFR onderzoek zijn de informatieve hangers van Maaike Roos: Deze zogenaamde ‘conversation pieces’ stimuleren de dialoog tussen medewerkers en klanten over duurzaamheid en zorgen ervoor dat zowel medewerkers als klanten meer informatie over duurzamere keuzes krijgen. Er zijn 3 categorieën geformuleerd met 6 vragen, vijf op de hangers en éen op de ‘give away’ bij de kassa. De drie categorieën zijn: materialen, makers en care. De categorie materialen bestaat uit de materialen: katoen, polyester, viscose en wol. De categorie ‘ makers’ bestaat uit een shelftalker en een hanger eveneens de categorie ‘care’. Het onderzoek is zowel on- als offline: het offline gedeelte wordt uitgevoerd door studenten van TMO Fashion Business School en zal worden uitgevoerd bij negen retailers in de periode van 14 oktober tot 9 december 2022 (zie tabel 1.0). Het online gedeelte wordt uitgevoerd door studenten van de opleiding Ondernemerschap en Retailmanagement van de Haagse Hogeschool.
DOCUMENT
Branden in grote gebouwen worden ontworpen: de oorzaak van brand mag dan een incident zijn, het verloop is dat nooit. We gaan ervan uit dat brand ontstaat, het is haast niet te voorkomen. Dat mag je een incident noemen. Brandontwikkeling echter is altijd voorzienbaar en voorspelbaar. Vooral brandgevolgen in grote gebouwen zijn link, die hebben de potentie voor veel slachtoffers. Maar ook de schade telt: aan gebouwen, aan milieu en leed aan vee.
MULTIFILE
Korean edition! Positioning is hot. Not only in the realm of consumer goods manufacturers, but also for other companies, institutions, governments and even individual persons. An explosion of good quality products on the market and targeted media and advertising campaigns has led to an increasing interest from organizations as to how to strategically position their brand. Up to now, only a few books on positioning were published. Positioning the Brand picks up the gauntlet with an approach based on two fundamental choices: Firstly, the book was written from the perspective of the brand manager, and has therefore been shaped as a practical roadmap. Secondly, this book advocates a new stance on positioning, teaching the reader to look from the inside-out, instead of adopting the usual outside-in methodology. This inside-out approach departs from an analysis of the corporate identity, enabling better fulfilment of external positioning, and ensuring internal support. This book is intended for (future) managers, marketing professionals and communication professionals responsible for the commercial success and reputation of a brand. The contents have a practical set-up, reinforced by engaging examples, and enable the reader to individually complete a positioning process.
DOCUMENT