In deze rapportage schetsen we praktijkvoorbeelden van activiteiten en samenwerkingsrelaties die binnen de bredeschoolcontext tot stand zijn gekomen. Het is geen uitputtend overzicht van wat goed gaat op de ABC-scholen, maar een selectie, die duidelijk maakt op welke manier de samenwerking tussen partijen uitwerkt op kinderen en hun opgroeien. De gekozen onderzoeksmethoden maakten het mogelijk om de bredeschoolpraktijken van meerdere kanten te belichten. Dit levert een veelzijdig beeld op: enerzijds bracht het traject kennis over de complexiteit van de samenwerking binnen de brede school; anderzijds verkregen we inzicht in de wijze waarop opbrengsten in beeld kunnen worden gebracht. Het doel van deze rapportage is te beschrijven hoe brede scholen vanuit hun visie en binnen gestelde kaders kunnen laten zien wat een goede brede school is.
De brede school is een normaal verschijnsel in het onderwijslandschap geworden. De brede school bereidt kinderen - net als elke school - op hun toekomst voor, maar stelt hen ook in staat voor zichzelf een toekomst te ontwerpen. Daarom worden in de brede school kinderen niet alleen onderwezen, maar ook opgevangen, opgevoed en begeleid. Het boek bestaat uit drie delen. In het eerste deel wordt aan de hand van twee casussen de brede school geïntroduceerd. In het tweede deel staat de pedagogische opdracht van de brede school centraal. Deel drie bevat hoofdstukken over interprofessionele samenwerking, buurtwerk, opvang, sport, cultuureducatie, zorg en ouderbetrokkenheid. In het laatste hoofdstuk van dit deel wordt de balans opgemaakt: Wat is nu precies de meerwaarde van de brede school?
LINK
Dit essay beantwoordt de vraag wat de pedagogische basis is van de brede school. Immers, de brede school is geen bedrijfsverzamelgebouw maar een pedagogisch concept. Het eerste deel gaat over de vraag wat bedoeld wordt met de pedagogische basis. Het tweede deel over de vraag aan welke principes aandacht moet worden besteed om de pedagogische basis in de brede te school te verstevigen c.q. te realiseren. Deze drie principes worden aangeduid met de formule Triple S; Smart, Small en Social.
Het project inventariseert hoe internationaliseringsactiviteiten in MBO en HAVO bijdragen aan de ontwikkeling van 21ste-eeuwse vaardigheden en welke eindtermen MBO en HAVO hiervoor hebben gedefinieerd. Kennis hiervan stelt HBOs in staat om hum beginniveau voor de ontwikkeling van 21ste-eeuwse vaardigheden af te stemmen op de eindniveaus van hun instroom. Binnen het project worden case studies van een MBO-instelling en een HAVO-school uitgevoerd, die voorbereiden op een brede enquete binnen MBOs en HAVO-scholen. De resultaten worden met de sectoren besproken via interviews en vervolgens gespresenteerd op een conferentie voor HAVO, MBO en HBO.
Deze top-up subsidie sluit aan op het project ‘Afstemmen op diversiteit in de klas. De ontwikkeling van een passend professionaliseringspalet voor leraren’. De wens en noodzaak om het onderwijs goed af te stemmen op diversiteit onder leerlingen zijn groter dan ooit binnen onze maatschappelijke context van passend onderwijs, kansenongelijkheid en het streven naar inclusie. Professionele ontwikkeling op dit vlak vindt met name plaats in de scholen, wanneer leraren zich ontwikkelen van basisbekwaam tot vakbekwaam. Het vormgeven van effectieve professionalisering op dit thema is complex. De praktijkvraag van de werkveldpartijen was dan ook: ‘Hoe kunnen leraren door voortgezette professionalisering ondersteund worden om beter af te stemmen op diversiteit?’ In drie deelstudies is deze vraag onderzocht. Eerst zijn differentiatiestrategieën, opvattingen, dilemma’s en factoren in verwachtingsvorming van leraren onderzocht. Daarnaast zijn inhouden en vormen van voortgezette professionalisering die leraren als effectief ervaren voor het afstemmen op diversiteit in kaart gebracht. Op basis van de uitkomsten is een professionaliseringspalet ontwikkeld en geïmplementeerd in vijf scholen. De professionalisering was zo opgebouwd dat leraren op basis van de visie van de school en hun individuele leervragen keuzes maakten uit de leeractiviteiten in het palet en hier in leerteams mee aan de slag gingen. Eigen regie op de professionalisering en afstemming op de diversiteit in de teams werd hiermee beoogd. In de praktijk bleek het nemen van professionele ruimte zowel inhoudelijk als organisatorisch nog geen vanzelfsprekendheid is in scholen. Veel leraren hoopten op sturing en concrete aanbevelingen. Hierop zijn trajecten in de scholen aangepast en is er minder met het professionaliseringspalet gewerkt dan beoogd. De doorontwikkeling van het palet op basis van de behoeften en ervaringen van de leraren tijdens de professionalisering is hierdoor minder goed gerealiseerd dan gepland. Gezien de ontwikkelingen in de beroepspraktijk rondom passend onderwijs en inclusie is een goed ontwikkeld professionaliseringspalet wel wenselijk.
In dit project wordt onderzoek gedaan naar de 21st century skills van de verzorgende en begeleider in de zorgsector. Het zijn beroepen waarin de tekorten snel oplopen én waar tegelijkertijd een terugloop van het aantal studenten voor de opleidingen is. Op opleidingsniveau heeft o.a. Da Vinci college een brede opleiding gerealiseerd met drie uitstroomprofielen. Hierdoor worden studenten breder opgeleid en kunnen na de opleiding flexibeler ingezet worden. Bovendien hoeven ze pas later een keuze te maken, hetgeen o.a. de uitval vermindert. Maar ook het werk zelf verandert, mede als gevolg van een veranderende visie op gezondheid en nadruk op meer zelfregie. Dit betekent dat het beroepsbeeld (beroepshandelingen, beroepsproducten en gevraagde competenties), ook verandert. Er ligt meer nadruk op de 21st century skills. Hoe ziet het nieuwe beroepsbeeld er uit? Voor opleidingen en ook voor zorgorganisaties die hun verzorgenden en begeleiders willen bijscholen of nieuwe medewerkers willen aantrekken is het zaak om zicht te krijgen op wat er precies verandert in de beroepsprofielen en hoe de bijbehorende 21st century skills er uit zien. Dit onderzoek beoogt een realistisch, concreet én ook aantrekkelijk beroepsbeeld te genereren, door de 21st century skills te koppelen aan actuele (kritische) beroepshandelingen en -producten. Dit beeld wordt gerelateerd aan de (veranderende) context én -in een narratief- gekoppeld aan een persoon. Daarmee werken we voorbeelden uit van breed opgeleide zorgmedewerkers in de beroepspraktijk, inclusief les-/voorlichtingsmateriaal, om geïnteresseerde scholieren, studenten en professionals daar zo goed mogelijk op voor te bereiden en een gefundeerde keuze te bevorderen. Bovendien is dit project een voorbeeld hoe maatschappelijke organisaties en onderwijs samen kunnen werken aan vernieuwing van functieprofielen én aan toekomstbestendig opleiden tbv de veranderende arbeidsmarkt. Het is tevens voorbeeld voor andere beroepen, vandaar de parallelle aanvraag Crossovers in de techniek (ook Inholland en De Haagse Hogeschool).