Voortdurende maatschappelijke veranderingen en uitdagingen vragen om samenwerking en een leven lang ontwikkelen. Vaak gebeurt dit in learning communities (innovatieve leerwerkomgevingen) waar organisaties grensoverstijgend samenwerken aan complexe vraagstukken. Bruggenbouwers (brokers) hebben een sleutelpositie in het ontwikkelen van deze learning communities om mensen en organisaties met elkaar te verbinden. Een veelzijdige rol die zich moeilijk laat definiëren. Bovendien voorzien organisaties niet altijd bewust in ondersteuning en ontwikkeling van deze bruggenbouwers. Op basis van een mixed-methodsbenadering voorziet dit onderzoek in de behoefte van een generieke rolbeschrijving met zeven vaardigheden. Hierbij wordt de invloed van kennis, ervaring en persoonskenmerken belicht. Bruggenbouwers werken intersectoraal over grenzen van organisaties heen en ondersteunen betrokken professionals en organisaties in hun samenwerking door politiek bewust en strategisch te handelen. Zij stimuleren kennisdeling en vertalen kennis naar diverse betrokkenen en contexten en onderzoeken daarbij de beroepspraktijk systematisch. Deze rolbeschrijving en de gewenste ondersteuning hierin biedt concrete handvatten om bruggenbouwers beter te selecteren, te waarderen en ook gerichter te investeren in hun professionele ontwikkeling. Deze investering is van cruciaal belang omwille van de katalyserende werking van de rol als bruggenbouwer om het voortdurend leren en ontwikkelen bij organisaties mogelijk te maken
DOCUMENT
De langverwachte integratiebijbel van Paul Scheffer is er. Volgens hemzelf een hoopgevend verhaal dat oproept tot nieuwe gemeenschapszin, maar volgens Baukje Prins is dat slechts de misleidende verpakking van deze dikke pil van een onheilsprofeet. Suggesties die te denken geven, taalgebruik en asymmetrische oproepen tot zelfkritiek, verraden een weinig inclusief 'wij' bij de zelfbenoemde bruggenbouwer."Het 'wij' van Het land van aankomst is bijna zonder uitzondering het 'wij' van de gevestigden".
DOCUMENT
In processen van onderwijsvernieuwing met ict lopen de pioniers vaak zo ver voor de troepen uit dat collega’s afhaken. Nieuwe toepassingen sneuvelen dan al op de tekentafel. Het is deze klassieke ict-kloof die schoolbrede vernieuwing in de weg staat. Pioniers die er echter in slagen die kloof te overbruggen oogsten wél succes. Want wie het verloop van geslaagde schoolbrede innovatieprocessen bestudeert, vindt aan de basis ervan vaak een pionier
DOCUMENT
Leren en ontwikkelen is haar passie. Ze is adviseur, lector en hoogleraar. Toch kon ze niet zo goed leren. En wellicht ontwikkelde ze juist daardoor een liefde voor het leren. Ze weet inmiddels veel van de lerende organisatie en professionele ontwikkeling. Met collega’s in onderzoeksgroepen van de hogeschool schrijft ze kloeke boeken. Om bruggen te slaan tussen theorie en praktijk. Onorthodox, nieuwsgierig, liefhebster van chaos en orde, deze keer bij de boekenkast: Manon Ruijters.
DOCUMENT
Mensen met ervaringskennis aan het woord laten in filmpjes of brieven maakt de communicatie persoonlijker en inlevender. Uit interviews bleek dat mensen met een smalle beurs een voorkeur hadden voor een filmpje waarin een voormalige cliënt van schuldhulpverlening vertelde over haar ervaringen. Dat filmpje trok de aandacht door het persoonlijke verhaal wat erin verteld werd. Het filmpje straalde ook meer empathie en een oordeelvrije houding uit en gaf mensen het gevoel niet de enige te zijn die met financiële problemen kampen. Deze verkenning levert eerste aanwijzingen op voor de meerwaarde van ervaringskennis meerwaarde in de communicatie via filmpjes. De werkzame bestanddelen die in directe communicatie naar voren komen, blijken ook via een filmpje te worden behaald. In het rapport zitten naast deze resultaten nog praktische tips voor wie zelf aan de slag wil met ervaringskennis in communicatie. Dit onderzoek is onderdeel van het onderzoek naar vroegsignalering in het kader van het project Eerder uit de schulden. In december 2023 zijn de succesfactoren van de Vroeg Eropaf-aanpak van de gemeente Amsterdam gepubliceerd in het achtergrondrapport ‘Vroeg Eropaf-aanpak binnen de gemeente Amsterdam – wat werkt?’. Ook werden drie verbeterslagen van vroegsignaleringsmethoden onderzocht. Een van die verbeterslagen was dit kwalitatieve onderzoek naar de meerwaarde van ervaringskennis onderzochten Susanne Tonnon en Laura Nuiver de toegevoegde waarde van de inzet van ervaringskennis in de communicatie rondom vroegsignalering.
DOCUMENT
Presentatie tijdens studiedag Blended Learning van Vereniging Hogescholen, Utrecht.
DOCUMENT
The qualities and availability of different video formats offer many opportunities within the context of Higher Education (Hansch et al., 2015; Johnson et al., 2016; van Huystee, 2016). There is a shift within Higher Education to transition from the traditional face to face approach, to a more ‘blended’ approach in which face to face and online delivery of content are blended (Bates, 2015). More delivery of content is now provided online in video format, viewed before the class, as part of a flipped classroom (Bishop & Verleger, 2013; Yousef, Chatti, & Schroeder, 2014) and this is impacting the traditional role of the lecturer from ‘sage on the stage’, to ‘guide on the side’ (Tapscott, 2009). When creating video, a lecturer needs to have an understanding of the particular pedagogic affordances of the different types of video (Koumi, 2014; Thomson, Bridgstock, & Willems, 2014) and to know how to implement and embed these effectively into the teaching environment as part of a blended approach (Dankbaar, Haring, Moes, & van Hees, 2016; Fransen, 2006; Woolfitt, 2015). There needs to be awareness of how to embed the video from a didactic perspective to create meaningful learning (Karppinen, 2005) and an understanding of some of the financial and technical issues which include the relationship between cost of video production and the user experience (Hansch et al., 2015) and creating the correct combination of multimedia visual and audio elements (Colvin Clark & Mayer, 2011). As the role of the lecturer changes, there are a number of challenges when navigating through this changing educational environment. Massive Open Online Courses (MOOCs) provide lots of data for analysis and research shows that students in this environment stop watching videos after about six minutes (Guo, Kim, & Rubin, 2014) and that the most common video style used in MOOCs was the talking head with Power Point (Reutemann, 2016). Further research needs to be conducted regarding student preferences of video styles and correlation between video styles and course drop-out rates. As part of its research, the Inholland research group ‘Teaching, Learning and Technology’ (TLT) examines the use of ICT and video to support teaching and learning within Inholland. In 2015-2016, several pioneers (Fransen, 2013) working at Inholland explored different approaches to using video to support the teaching and learning process within a number of educational environments. TLT supported the pioneers in establishing their role within their faculty, creating a framework within which the pioneer can design the video intervention, collecting data and reflecting on what was learned through this process. With some of the projects, a more formal research process was followed and a full research report could be compiled. In other cases, the pioneer took a more exploratory and experimental approach. In these cases, the pioneer may not have conducted the video intervention under a formal research framework. However, during this process the pioneer may have uncovered interesting and valuable practical examples that can inspire and be shared with other educators. This current report falls under the category Research Type 3 as defined by TLT. It describes and assesses an ICT application (in this case, video) in order to share the original approach that could have high potential to be implemented in a broader educational context.
DOCUMENT
Dit artikel beschrijft een onderzoek naar werkzame elementen in de samenwerking binnen innovatieve leeromgevingen, professionele werkplaatsen (PW) genoemd. In PW werken onderwijs en beroepspraktijk samen aan complexe vraagstukken waarbij de ontwikkeling van betrokkenen en de innovatie van de beroepspraktijk centraal staan. Op basis van literatuuronderzoek, verkennende interviews met 11 sleutelfiguren en een meervoudige casestudie waarin vanuit 4 cases 75 betrokkenen participeerden, is het model Lerend en Onderzoekend Samenwerken in PW ontwikkeld. Het model omvat zes elementen en laat zien dat het lerend en onderzoekend samenwerken centraal staat in een PW en zich ontwikkelt binnen een grensoverstijgende en ontwikkelingsgerichte cultuur. Betrokkenen in een PW leren gezamenlijk doordat ze samenwerken in de dienstverlening en hierbij waarde hechten aan het delen van verschillende perspectieven. Door facilitering van mensen en middelen en door de samenwerking vorm te geven vanuit een gezamenlijke visie, kunnen betrokkenen elkaar leren kennen en afstemmen op welke manier zij samen kunnen bijdragen aan de innovatie van de beroepspraktijk. Hiervoor zijn zowel het opbouwen van relaties als het expliciteren en verdelen van taken en verantwoordelijkheden essentieel. Het model, dat een systemisch perspectief kent, biedt uitgangspunten en handvatten om de samenwerking binnen een PW te evalueren en te versterken.
MULTIFILE
Wanneer de deurwaarder niet zou bestaan en nu zou moeten worden uitgevonden, hoe zou die er dan uitzien? Dat is de vraag die we in de ontwerpsessies centraal hebben gezet. Met de ontwerpsessies zijn gedachten en visies samengebracht van mensen vanuit de beroepsgroep, maar ook van veel anderen die op uiteenlopende manieren betrokken zijn bij het werkveld er omheen. Ze geven een beeld van wat uit verschillende richtingen belangrijk gevonden wordt wanneer we onze blik richten op de toekomstbestendige deurwaarder. Minstens één ding lijkt tussen dat alles al glashelder te zijn: de eerste plek om het toernooimodel los te laten is bij beantwoording van de vraag 'Wanneer de deurwaarder niet zou bestaan en nu zou moeten worden uitgevonden, hoe zou die er dan uitzien?'.
DOCUMENT