Onder invloed van maatschappelijke en politieke bewegingen blijven ook kwetsbare ouderen langer in hun eigen huis wonen. Er groeit een belangrijke maatschappelijke uitdaging om ervoor te zorgen dat er achter de vele voordeuren waar kwetsbare thuiswonende ouderen wonen voldoende zorg is. Een opgave die we niet veel langer alleen kunnen overlaten aan de eventueel beschikbare familieleden en professionele hulpverlening. Vormen van lichte gemeenschappelijkheid door buren zouden weleens onmisbaar kunnen worden in een samenleving met meer thuiswonende kwetsbare ouderen dan ooit tevoren. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/joost-van-vliet-27a46928/
DOCUMENT
Achter de Wet Maatschappelijke Ondersteuning schuilt een wereld van vooronderstellingen. Eén aanname is dat door de sociale cohesie in de buurt te versterken bewoners meer voor elkaar zullen zorgen. Een andere is dat er een tekort dreigt in het aanbod van informele zorg. Uit het onderzoek dat ten grondslag ligt aan dit artikel blijkt dat deze vooronderstellingen niet overeenstemmen met wat zich werkelijk afspeelt in de buurt.
DOCUMENT
Dit verhaal begint op een balkon in het kleine Italiaans stadje Verona. In de nacht bezoekt Romeo stiekem zijn geliefde Julia. Een langdurige vete tussen hun families staat een openlijke liefde in de weg. Romeo heeft simpelweg de verkeerde achternaam. Vanaf het balkon roept Julia de beroemde woorden uit “What’s in a name?”. Want zou een roos, denkt Julia hardop, als we die een andere naam geven, niet even zoet ruiken? Zo zouden we ook graag naar informele zorg kijken. Niet blindstaren op het woord, maar kijken naar het fenomeen wat achter de naam schuilgaat: wat is informele zorg precies? Wat beweegt mensen, wat doen zij? In de afgelopen decennia is er veel kennis verzameld over verschillende vormen van informele zorg. Denk aan mantelzorg, vrijwilligerswerk, burenhulp en specifieke vormen van ervaringsdeskundigheid. De meerwaarde van deze kennis laat zich raden, maar heeft ook een keerzijde: de wilde verzameling definities van en ideeën over informele zorg heeft er ook voor gezorgd dat we soms door de bomen het bos niet meer zien. In dit artikel maken we daarom een rondreis door de rijke wereld van informele zorg.
DOCUMENT
Een buurt gezond maken én houden is niet eenvoudig. Je hebt er veel kennis voor nodig over de gezondheid, de behoeften, de gewoontes en de ideeën van bewoners. Ook moet je weten hoe gezond de leefomgeving is én wat daaraan verbeterd kan worden. Hoe staat het met de kwaliteit van de huizen, is er genoeg groen en hoe staat het metde gezelligheid en burenhulp? Bewoners kunnen een belangrijke bijdrage leveren bij het zoeken naar antwoorden op deze vragen. Een goede manier daarvoor is ‘burgerwetenschap’.
MULTIFILE
Door de toegenomen mobiliteit en moderne communicatiemiddelen hebben mensen veelal sociale netwerken die de buurt overstijgen. Vrienden en familie wonen verspreid door het land, ouders en kinderen wonen niet altijd meer bij elkaar in de buurt terwijl contacten binnen de buurt vaak ophouden bij de voordeur. In dit paper staat de vraag centraal in hoeverre deze veranderde lokale oriëntatie zijn weerslag heeft op het verlenen van informele zorg. Het paper is gebaseerd op de eerste onderzoeksresultaten van het promotieonderzoek van de auteur, die eind 2008 hoopt te promoveren.
DOCUMENT
Na het sluiten van de verzorgingshuizen zijn woongroepen een belangrijke schakel in het aanbod van de huisvesting voor ouderen geworden. Er is een gat ontstaan in de huisvestingsvraag voor ouderen die niet langer thuis willen of kunnen wonen, maar ook niet in aanmerking komen voor opname in een verpleeghuis. De combinatie van wonen en zorg en welzijn wordt hierdoor steeds belangrijker. Onderzoekers en studenten van De Haagse Hogeschool en Erasmus School of Health Policy & Management hebben onderzoek gedaan in acht verschillende woongroepen in Den Haag, Rotterdam en Deventer om meer inzicht te krijgen in vragen zoals: waarom kiezen ouderen voor een woongroep , welke voor- en nadelen brengt het met zich mee, en welke vormen van ondersteuning ontvangen ouderen vanuit de woongroep? Daarnaast zijn we in dit onderzoek geïnteresseerd in de governance van woongroepen. Het oprichten van dergelijke collectieve woonvormen is vanwege de hoeveelheid betrokken partijen, zoals (buurt)bewoners, gemeenten en woningcorporaties, geen gemakkelijke opgave. Woongroepen zijn daarmee ook bij uitstek een urban governance vraagstuk, waarvan de uitkomsten afhangen van het samenspel tussen de betrokken partijen. Dit onderzoek richt zich daarom tevens op de vraag hoe de governance van woongroepen is georganiseerd en wat hierin verbeterd kan worden.
MULTIFILE
Heerlen is een van de snelst verouderende gemeenten in Nederland. Bovendien is Heerlen een gemeente met een onevenredig groot aandeel mensen in een uitkeringssituatie die op of onder de grens van de armoede leven. Het aantal arme ouderen in Heerlen die van een laag of ontoereikend pensioen moeten rondkomen, is naar verwachting dan ook hoog. De verwachting is dus dat er in Heerlen een aanzienlijke groep ouderen is die als kwetsbare ouderen kunnen worden beschouwd. De WMO omschrijft in prestatieveld 3 de gemeentelijke taak om cliënten te informeren, te adviseren en te ondersteunen. Deze algemene taak wordt in dit onderzoek vertaald naar het armoedevraagstuk van ouderen in de gemeente Heerlen. Hoe kan de gemeente ouderen, die hetzij reeds onder de armoedegrens leven, hetzij dreigen daarin te komen ondersteunen om hun plek in de Heerlense samenleving in te vullen? Welke projecten zijn er die zich richten op deze doelgroep en hoe kunnen dergelijke projecten worden uitgevoerd door Heerlense diensten en instellingen, die zich op het terrein van het armoedevraagstuk bewegen? Voor ouderen is een gang naar de arbeidsmarkt om uit hun armoedesituatie te komen geen optie. Sociale activering van ouderen dient dan ook een ander karakter te hebben dan sociale activering bij ontvangers van een uitkering. Dit onderzoek zoekt naar manieren waarop de gemeente Heerlen haar ouderen – en specifiek haar arme ouderen – kan uitnodigen en ondersteunen om actief aan de samenleving deel te nemen. Anders gezegd – wat kan actief burgerschap betekenen voor ouderen op of onder de armoedegrens in Heerlen? Het onderzoek richt zich op de verbetering van de uitvoeringspraktijk van de gemeente Heerlen ten aanzien van ouderen, die op het sociale minimum of daaronder zitten. Speciale aandacht zal er in dit verband uitgaan naar de sociale activering van die ouderen. Hiertoe zullen ‘practices’ van elders onderzocht worden en geanalyseerd op hun bruikbaarheid voor de gemeente Heerlen. In dit onderzoek worden dus twee begrippen gecombineerd, namelijk het begrip kwetsbare ouderen met de aan elkaar verwante begrippen sociale activering en actief burgerschap.
DOCUMENT
Begin 2020 heeft de gemeente Den Haag aan De Haagse Hogeschool (Lectoraat Urban Ageing) gevraagd om samen met Hulsebosch Advies en AFEdemy een integrale monitor te ontwikkelen en uit te voeren waarbij, door middel van kwalitatieve en kwantitatieve methoden, onderzoek wordt gedaan naar de stand van zaken van Den Haag als seniorvriendelijke stad en tevens te kijken naar huidige trends aangaande ouderen. Tevens vroeg de gemeente om de ontwikkeling van een meetinstrument dat in de toekomst eenvoudig bij herhaling kan worden ingezet voor onderzoek: de standaard Age Friendly Cities and Communities Questionnaire (AFCCQ) voor ouderen1. In een stadsenquête en in zogenaamde stadsateliers zijn ouderen gevraagd naar hun bevindingen. In totaal hebben 393 Haagse ouderen meegedaan aan de enquête en 50 aan de stadsateliers. De aan de ouderen gestelde vragen gingen over de volgende acht onderwerpen die volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gezamenlijk de seniorvriendelijkheid van een stad bepalen: ●Huisvesting; ●Sociale participatie; ●Respect en sociale inclusie; ●Burgerschap en werkgelegenheid; ●Communicatie en informatie; ●Sociale en gezondheidsvoorzieningen; ●Buitenruimte en gebouwen; ●Transport; ● en aanvullend, een negende domein: Financiën. CC-BY NC ND https://www.dehaagsehogeschool.nl/onderzoek/lectoraten/details/urban-ageing#over-het-lectoraat
MULTIFILE
De vooronderstelling is dat, in het licht van deze transformatie van zorg er bij professionals en organisaties grote behoefte is aan kennis en handvatten om gerichte ondersteuning te geven aan informele zorg. Hoewel er al veel gepubliceerd is over mantelzorg, vrijwillige zorg en netwerkontwikkeling is deze kennis nog niet altijd bij uitvoerende instanties terecht gekomen. Tegelijkertijd zijn er goede praktijken waarbij de kennis niet verder reikt dan de eigen organisatie. Binnen het project Samenspel formele en informele zorg is door professionals, informele zorg en docent- en studentonderzoekers gewerkt aan het verzamelen en ontwikkelen van professionele kennis, vaardigheden en attitude om de professionele ondersteuning van informele zorg effectief te laten zijn en te weten aan welke voorwaarden voldaan moet worden. Binnen het project richten we ons op specifiek op de ondersteuning van informele zorg wanneer er sprake is van dementie, niet-aangeboren hersenletsel (NAH) of een licht verstandelijke beperking (LVB). We hebben daarbij gezocht naar overeenkomsten en verschillen tussen deze drie sectoren. In dit rapport zullen de resultaten worden beschreven. Hoewel we in het project uitgaan van een integrale benadering zullen er verschillende perspectieven worden uitgelicht
DOCUMENT
Full text via link. Met de participatiesamenleving laat Rutte zien toch een ideologie te hebben. En wat voor een. De keuzes die het kabinet maakt zijn niet gering: autonomie gaat ten koste van zorg, en informele hulp komt in plaats van steun. En: mannen werken en vrouwen gaan weer zorgen. De kabinetskeuzes zijn ethisch discutabel
LINK