De markt voor Business Process Management (BPM) software groeit razend snel. Voor 2010 wordt er een marktomvang voorspeld van tussen de 1 tot 6 miljard dollar, dit betekend dat deze markt sinds 2005 meer dan verdubbeld is. BPM krijgt ook in toenemende mate publiciteit in de markt echter dan gaat het veelal om wat BPM nu precies wel en niet is en niet over hoe het toegepast kan worden. Hetzelfde geldt voor BPM software, beter bekend als Business Process Management Systemen (BPMS). Het onderzoek beschreven in dit proefschrift focust op BPMS, het ontstaan, waar het naartoe gaat en wat er allemaal komt kijken bij de invoering en het gebruik ervan. De hoofdonderzoeksvraag in dit proefschrift is: Welke factoren en competenties bepalen het succes van de implementatie van Business Process Management Systemen in een specifieke situatie? Centraal in dit proefschrift staan de volgende onderzoeksvragen: 1. Wat zijn de succes factoren bij de implementatie van Business Process Management Systemen? 2. Welke competenties hebben stakeholders in een Business Process Management Systeem implementatie project nodig? 3. Hoe ziet een Business Process Management Systeem implementatie methodiek eruit welke rekening houdt met de omgevingsfactoren van een organisatie?
MULTIFILE
The main question in this PhD thesis is: How can Business Rules Management be configured and valued in organizations? A BRM problem space framework is proposed, existing of service systems, as a solution to the BRM problems. In total 94 vendor documents and approximately 32 hours of semi-structured interviews were analyzed. This analysis revealed nine individual service systems, in casu elicitation, design, verification, validation, deployment, execution, monitor, audit, and version. In the second part of this dissertation, BRM is positioned in relation to BPM (Business Process Management) by means of a literature study. An extension study was conducted: a qualitative study on a list of business rules formulated by a consulting organization based on the Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission risk framework. (from the summary of the Thesis p. 165)
This paper seeks to make a contribution to business model experimentation for sustainability by putting forward a relatively simple tool. This tool calculates the financial and sustainability impact based on the SDG’s of a newly proposed business model (BM). BM experimentation is described by Bocken et al. (2019) as an iterative-multi-actor experimentation process. At the final experimentation phases some form of sustainability measurement will be necessary in order to validate if the new proposed business model will be achieving the aims set in the project. Despite the plethora of tools, research indicates that tools that fit needs and expectations are scarce, lack the specific focus on sustainable BM innovation, or may be too complex and demanding in terms of time commitment (Bocken, Strupeit, Whalen, & Nußholz, 2019a). In this abstract we address this gap, or current inability of calculating the financial and sustainability effect of a proposed sustainable BM in an integrated, time effective manner. By offering a practical tool that allows for this calculation, we aim to answer the research question; “How can the expected financial and sustainability impact of BMs be forecasted within the framework of BM experimentation?
Het RaakPRO project INTRALOG (1/9/2015-31/8/2019) heeft inzicht opgeleverd in de toepassing van autonoom rijden op distributiecentra (DCs). Het project heeft door de samenwerking van hogescholen en universiteiten met bedrijven, kenniscentra en branchevertegenwoordigers, op de thema’s businessmodellen en technologische innovatie in de ontwikkeling van autonoom rijden, een uniek resultaat bereikt. Een autonoom rijdende Yard Truck, gestuurd door Multi Agent System voor het beheer van de logistieke infrastructuur op een distributiecentrum. De aansturing en organisatie van de externe logistiek op een distributiecentrum (DC) door een Multi Agent Systeem (MAS), borgt een optimale inzet van autonoom rijdende Yard Trucks. In de ontwikkeling van het MAS is onderzoek uitgevoerd bij de logistieke partners van INTRALOG. Doel was inzicht in de logistieke eisen en randvoorwaarden vervoersbewegingen op DCs en deze te vertalen in kritische prestatie indicatoren (KPIs) voor de autonome Yard Trucks. De realisatie van een autonoom rijdende Yard Truck op modelschaal is gedaan door de ontwikkeling van een rij-robot (controller) die in staat is om los van de infrastructuur een Yard Truck autonoom over en binnen een bestaande infrastructuur te dirigeren. De randvoorwaarden voor het uitvoeren van de voertuigbewegingen van de Yard Truck, zijn voortgekomen uit de KPIs die bepaald zijn aan de hand van de onderzochte businessmodellen. Centraal in de Top-Up staan twee aspecten: 1) de ontwikkeling van een video waarin het autonoom dokken centraal staat dat gestuurd wordt door een MAS-applicatie en 2) een seminar gericht op de toepassing van het resultaat van INTRALOG op distributiecentrums. De doelstelling van de Top-up is primair het verspreiden van het gedachtegoed van INTRALOG, maar ook het: o Vergroten van het netwerk van het consortium van INTRALOG; en o Demonstreren om versneld tot een real life product te komen.
Binnen het RAAK-publiek project “Participatief Ontwerpen voor KinderOncologie”(POKO; looptijd 01-12-2014 t/m 30-11-2016) zijn op basis van participatieve ontwerpmethoden interventies ontwikkeld gericht op het eten van gezond eet- en beweeggedrag bij kinderkanker. Gezond eten en bewegen tijdens behandeling van kanker is belangrijk, omdat het de kwaliteit van leven en daarmee de overlevingskans verhoogt. Een groep die het meest moeilijk tot beweging is aan te zetten zijn tieners. Zij zijn van nature al minder geneigd te bewegen dan jonge kinderen en met name wanneer zij ziek zijn, liggen zij de hele dag in bed, vaak gekluisterd aan hun telefoon of spelcomputer. Precies voor deze groep is samen met hen de Movemat ontwikkeld: Een mat met sensoren waarop kinderen kunnen liggen of zitten en door in plaats van met een controller bewegend een populair computerspel te bedienen waardoor aan conditie en spierkracht wordt gewerkt. Momenteel zijn twee studenten elektrotechniek van de Hogeschool Utrecht aan het afstuderen via het oprichten van hun eigen bedrijf rondom de Movemat. Daarbij richten zij zich met name op de kinderoncologische setting (voortvloeiend uit POKO), de geriatrie en de reguliere fysiotherapie. Hoewel zij binnen hun afstudeerperiode (februari tot en met juni 2016) een eerste business case zullen ontwikkelen, hebben zij deze periode ook nodig om de Movemat technisch beter werkend te krijgen. Daardoor is meer tijd nodig om een meer systematisch onderzoek te kunnen doen naar zowel de werking van de Movemat (effecten op beweegwinst zoals conditie, spierkracht, etc) alsmede een grondig marktonderzoek. De studenten zullen na hun afstuderen een start up beginnen en vragen hierbij subsidie aan voor het uitvoeren van de effectmeting en het marktonderzoek. In deze subsidieaanvraag wordt onderbouwd waarom deze haalbaarheidsstudie van belang is, het product veel potentie heeft en hoe deze studie gefaseerd is opgezet.
Our country contains a very dense and challenging transport and mobility system. National research agendas and roadmaps of multiple sectors such as HTSM, Logistics and Agri&food, promote vehicle automation as a means to increase transport safety and efficiency. SMEs applying vehicle automation require compliance to application/sector specific standards and legislation. A key aspect is the safety of the automated vehicle within its design domain, to be proven by manufacturers and assessed by authorities. The various standards and procedures show many similarities but also lead to significant differences in application experience and available safety related solutions. For example: Industrial AGVs (Automated Guided Vehicles) have been around for many years, while autonomous road vehicles are only found in limited testing environments and pilots. Companies are confronted with an increasing need to cover multiple application environments, such restricted areas and public roads, leading to complex technical choices and parallel certification/homologation procedures. SafeCLAI addresses this challenge by developing a framework for a generic safety layer in the control of autonomous vehicles that can be re-used in different applications across sectors. This is done by extensive consolidation and application of cross-sectoral knowledge and experience – including analysis of related standards and procedures. The framework promises shorter development times and enables more efficient assessment procedures. SafeCLAI will focus on low-speed applications since they are most wanted and technically best feasible. Nevertheless, higher speed aspects will be considered to allow for future extension. SafeCLAI will practically validate (parts) of the foreseen safety layer and publish the foreseen framework as a baseline for future R&D, allowing coverage of broader design domains. SafeCLAI will disseminate the results in the Dutch arena of autonomous vehicle development and application, and also integrate the project learnings into educational modules.