Plekken van hoop en verandering borrelen van de energie. Concrete maatschappelijke vraagstukken rondom zorg, energie, wonen, ondernemen of opvoeden staan centraal. In de aanpak daarvan wordt werkende weg geleerd tussen burgers, ondernemers en de overheid en wordt geëxperimenteerd met nieuwe verhoudingen tussen partijen. Voor dit soort samenwerkingsverbanden is de metafoor van de wijk als lab voor onderwijs en onderzoek momenteel populair. Welke rol kunnen hogescholen spelen om deze lokale leerprocessen te expliciteren en te professionaliseren?
Background and aim – In practice, phone pods and office booths, hereafter referred to as pods, have proven their added value and popularity in open-plan offices. How would that work in another context, such as in higher education? This study explores use and user perceptions of these pods in an atrium on a Dutch university campus.Methods / Methodology – After placing nine pods, the effects were studied through document analysis, guest journey, direct observation (behaviour, indoor climate, bacteria, fungus), interview, and survey.Results – Students use the pods mainly for seven activities: meeting, project work, noise-free work, study, phone call, relaxation, or hang out. Students report a positive general experience of the pod, a very positive experience when entering the pod, and hardly any negative experiences. They feel at ease and the pods ensure better concentration. Finally, pod users reported to be a little less nervous than other atrium users.Originality – The studied pods are mostly applied in open-plan offices. By placing them in an atrium at a Dutch university campus the pods are exposed to different users, generating new user-related findings.Practical or social implications – In order to perform well, students need a variety of places on campus. An atrium is normally crowded, loud, and noisy. Pods provide an extra option, a space within a space, that students use and appreciate. By adding these tiny spaces to their repertoire, universities seem to be better aligned with user needs. Facility managers and researchers could consider experimenting with pods in other lively contexts.
LINK
Gemeente Maastricht (Gemeente), Zuyd Hogeschool (Zuyd) en de Universiteit Maastricht (UM) willen zich gezamenlijk meer inzetten voor ruimtelijke en maatschappelijke opgaven in de stad. De City Deal Kennis Maken biedt de mogelijkheid deze samenwerking tussen de instellingen, met bewoners en gemeente, interdisciplinair en meer gestructureerd vorm te geven. De samenwerking tussen UM, Zuyd en de Gemeente rondom het aanpakken van ruimtelijke en sociaal maatschappelijke vraagstukken is nog te weinig vanzelfsprekend, al worden daar sinds de eerste CDKM regeling (2019) wel stappen in gezet. Vandaar dat de Impulsregeling gebruikt wordt als de bestendiging en verdere ontwikkeling van deze samenwerking. In de CDKM>M ligt de focus op de wijk. De partners gaan, door inzet van studenten, docenten en onderzoekers werken aan de toekomstbestendigheid en vitaliteit van de Maastrichtse buurten. Speciale focus ligt daarbij op de thema’s klimaatadaptatie, circulaire economie en inclusiviteit. Hiertoe is een multidisciplinaire (of interfacultaire) aanpak randvoorwaardelijk; samenwerking tussen studenten uit het sociale, technische, facilitaire/economische, technische, gezondheid/zorg en kunsten domein is vereist. De UM en Zuyd willen via de CDKM de ontwikkeling van hun studenten verder versterken door actieonderzoek in het onderwijs te integreren. Hierdoor wordt hetgeen studenten leren actueel en innovatief, en verankert het onderwijs meer, in de praktijk. Voor de studenten is en wordt de wijk een rijke leeromgeving. Partners willen een win-win situatie creëren, waarin alle partijen (e.g. studenten, inwoners, docenten, onderzoeker, professionals, bedrijven, etc.) profiteren van elkaar en van het werk dat ze samendoen t.b.v. toekomstbestendige en vitale buurten. De aanvraag maakt gebruik van een aantal stevige, reeds aanwezige bouwstenen: - het lectoraat Smart Urban Redesign van Zuyd; - het brede onderwijsaanbod van de academies van Zuyd - “Match” van het Student Service Centre van de UM, een gezamenlijk project ook vanuit Studentenstad; - de succesvolle samenwerking inzake de economische structuurversterking van de regio; o.a. via de Kennis-As Limburg en de Brightlands Campussen.
Gemeente Maastricht (Gemeente), Zuyd Hogeschool (Zuyd) en de Universiteit Maastricht (UM) willen zich gezamenlijk meer inzetten voor maatschappelijke opgaven in de stad. De City Deal Kennis Maken biedt de mogelijkheid deze samenwerking tussen de instellingen, met bewoners en gemeente interdisciplinair en meer gestructureerd vorm te geven. De samenwerking tussen UM, Zuyd en de Gemeente rondom het aanpakken van maatschappelijke vraagstukken, is nog te weinig vanzelfsprekend. Vandaar dat de Impulsregeling gebruikt wordt als de start van een nieuw tijdperk, waarin deze samenwerking ondersteunt en meer en meer versterkt zal wordt. In de City Deal Kennis Maken ligt de focus op de wijk. De partners gaan, door inzet van studenten, docenten en onderzoekers, werken aan de leefbaarheid in de Maastrichtse wijken. Hiertoe is een multidisciplinaire (of interfacultaire) aanpak randvoorwaardelijk; samenwerking tussen studenten uit het sociale, technische, facilitaire /economische, technische en kunsten domein is vereist. De UM en Zuyd willen via de City Deal de ontwikkeling van hun studenten verder versterken door actieonderzoek in het onderwijs te integreren. Hierdoor wordt hetgeen studenten leren actueel en innovatief, en verankert het onderwijs meer in de praktijk. Voor de studenten is en wordt de wijk een rijke leeromgeving. Partners willen een win-win situatie creëren, waarin alle partijen (e.g. studenten, inwoners, docenten, onderzoeker, professionals, bedrijven, etc.) profiteren van elkaar en van het werk dat ze samen doen t.b.v. een betere leefbaarheid: Het creëren van een Maastricht waar iedereen zich thuis voelt. De aanvraag maakt gebruik van een aantal stevige, reeds aanwezige bouwstenen: - het lectoraat Smart Urban Redesign van Zuyd; - het brede aanbod kunstvakonderwijs in Maastricht; - “Match” van het Student Service Centre van de UM; - de succesvolle samenwerking inzake de economische structuurversterking van de regio; o.a. via de Kennis-As Limburg en de Brightlands Campussen.
Deze aanvraag presenteert een voorstel voor onderzoek naar de logistieke organisatie en besturing van korte ketens voor bedrijfscatering. In dit project werken Hogeschool van Amsterdam, Aeres Hogeschool en Technische Universiteit Eindhoven samen met publieke en private partijen in de keten ‘van boer tot bord’. De wens om meer te eten uit de korte keten (dat betekent een korte afstand in aantal schakels of kilometers tussen producent en consument) groeit onder consumenten, bedrijven en overheden. Het wordt gezien als een mogelijkheid om het voedselsysteem te verduurzamen. In de praktijk blijkt het voor producenten, cateraars en inkopers niet eenvoudig om het aandeel dat zij afzetten of inkopen in de korte keten te vergroten. Ze weten niet hoe ze deze stap kunnen maken, zonder dat de kosten stijgen, de leverbetrouwheid daalt of de logistieke efficiëntie afneemt. Het doel van dit RAAK-Pro project is om onderzoek te doen naar en oplossingen te vinden voor de obstakels in logistiek en besturing die opschaling van korte ketens in de weg staan. Hiertoe wordt een ontwerpend onderzoek uitgevoerd met drie casestudies, waarbij ketenpartners en onderzoekers samenwerken volgens de aanpak van het collaborative business model, en een synthesestudie met aandacht voor generalisatie en systeemverandering. De casestudies bestuderen de catering van: - Het provinciehuis van Flevoland in Lelystad; - Het stadhuis en de werf van gemeente Almere; - Zeven campussen van de Universiteit en Hogeschool van Amsterdam. Het project kent de volgende activiteiten: 1. Analyseren van de huidige en gewenste situatie inclusief waardeproposities en obstakels, met als resultaat een set van ontwerpvoorwaarden; 2. Ontwerp van integrale logistieke concepten en een doorrekening van de effecten; 3. Ontwikkeling van een actieplan voor de verschillende ketenpartners om de logistieke concepten in de praktijk te realiseren; 4. Ontwikkeling van wetenschappelijke kennis over korte keten typologieën en logistieke aandachtspunten daarbij.