Eén van de manieren om het vakmanschap van de reclasseringswerker verder te ontwikkelen is de gezamenlijke reconstructie van „goede praktijken‟. Vaak is er vooral aandacht voor vragen, knelpunten, problemen of inschattingsfouten. Dat is nodig en daar valt zeker van te leren. Maar minstens even veel valt te leren van de bespreking en analyse van zaken die juist goed gaan. Van stilstaan bij casuïstiek waarbij je als reclasseringswerker denkt: „Hier wordt duidelijk wat het vak inhoudt. En hier wordt duidelijk wat ik als professioneel reclasseringswerker kan.‟ Dat is niet alleen leerzaam, maar het is ook motiverend. Stil staan bij de eigen successen geeft energie. En als de specifieke kenmerken en gedragingen die hebben geleid tot succes worden „betrapt‟ dan kunnen deze ook worden vertaald in kenmerken van een reclasseringsmethodiek. Alle reden dus voor een vingeroefening met een reconstructie van succes. Tijdens het congres is dit gedaan in een van de workshops
DOCUMENT
Binnen de (fashion)retail zijn de laatste jaren veel nieuwe technologieën beschikbaar*. Veruit de meeste technologieën die bedoeld zijn voor de retail, lijken in het leven te zijn geroepen om het winkelen voor de consument leuker of efficiënter te maken. De slimme spiegel speelt duidelijk in op tijdsbesparing en gemak voor de consument. Geen verkeerde ontwikkeling, aangezien de fysieke winkel een zware periode doormaakt. Maar in hoeverre is een slimme spiegel nou echt een uitkomst voor de fysieke winkel?
LINK
In dit rapport wordt op basis van 20 interviews met ondernemerschapsdocenten en -medewerkers van het MBO en HBO alsmede MKB bedrijven inzicht gegeven in de kansen en uitdagingen in de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. De nadruk ligt hierbij op het ontwikkelen van een ondernemende mindset bij studenten, met het idee dat dit zowel waardevol is voor studenten die een onderneming willen starten als voor studenten die binnen een bedrijf een leidinggevende positie willen vervullen maar ook voor bedrijven om nieuw talent aan te trekken of innovatieve ideeën te genereren. Deze definitie wordt breed gedeeld door de respondenten en ligt aan de basis van elke samenwerking. In het rapport wordt inzicht gegeven in de vormen van samenwerking die mogelijk zijn, en de overeenkomsten en verschillen die hierbij bestaan tussen het MBO en HBO. In het MBO ligt de nadruk op stages, in het HBO meer op het vinden van oplossingen voor beroepsvraagstukken en het coachen en begeleiden van studenten met een ondernemersplan. Er wordt uitgebreid aandacht besteed aan succesfactoren en uitdagingen in de samenwerking, waarbij goede, wederzijdse afstemming over mogelijkheden en doelen en flexibiliteit van het onderwijs centraal staan. Tenslotte wordt de toekomst van de samenwerkingen besproken. Hierbij wordt benadrukt dat de samenwerking enorm belangrijk is voor zowel studenten als ondernemers en mooie samenwerkingen oplevert die een belangrijke bijdrage leveren aan de maatschappij. De samenwerkingen hebben echter ook veel zorg en aandacht nodig, zeker om ze ook te kunnen bestendigen en te verduurzamen. Daar wordt helaas nog niet altijd voldoende aandacht aan besteed door onderwijsinstellingen en overheid, en beiden kunnen hierin nog meer investeren. In het rapport worden hiervoor verschillende aanbevelingen gedaan.
DOCUMENT
Trainers/coaches van sporttalenten hebben een complexe taak. Sporttalenten moeten hard trainen om de volgende stap te maken in hun sportcarrière of om de aansluiting bij de top te halen. Complexe taken waarmee de trainer te maken krijgt zijn onder andere: het vinden van de juiste balans tussen techniek, tactiek, mentale en andere trainbare factoren; stellen van grenzen aan fysieke en mentale vermogen van sporters; afstemmen op pieken in groei, lichamelijke en mentale ontwikkeling; bepalen van trainingsbelasting in relatie tot (individuele) belastbaarheid; afstemmingsproblemen tussen studie, sport en privéleven. Het risico van een disbalans tussen belasting en belastbaarheid is continu aanwezig met alle negatieve gevolgen van dien. Hierbij valt te denken aan sportblessures, niet optimaal presteren als gevolg van over- of ondertraining of drop out. Om goede sturing te kunnen geven aan dit proces, monitoren veel trainers de individuele belasting en belastbaarheid van hun sporters. Echter ontbreekt het hen aan de kennis, knowhow en tijd om de verzamelde data te verwerken, te interpreteren en om te zetten naar onderbouwde trainingsaanpassingen. Deze handelingsverlegenheid van trainers/coaches is vertaald naar de volgende onderzoeksvraag die centraal staat in het huidige RAAK-project: Hoe kunnen trainers/coaches beter toegerust worden om een optimale balans tussen individuele belasting en belastbaarheid van sporttalenten te realiseren met gebruikmaking van feedback van trainingsdata en trainingssturing. In dit project gaan we, mede op basis van input van trainers/coaches, een scholing ontwikkelen ter bevordering van trainingssturing. Parallel hieraan wordt een feedback dashboard ontwikkeld (Coach in Control dashboard) dat data van individuele sporter geautomatiseerd en betekenisvol rapporteert, visualiseert en beschikbaar maakt voor trainers/coaches. Dit gebeurt in de context van de cyclische sporten waarbij de casus plaatsvindt binnen het langebaanschaatsen en shorttrack. De trainers/coaches worden doorlopend actief betrokken bij de ontwikkeling en het testen van prototypes van de scholing (blended) en het feedback dashboard.
Hoe belangrijk is het dat iemand in je gelooft! Je competenties ziet ondanks je beperkingen. Iemand die samen met je zoekt naar een deur naar de wereld, een kanaal om je te uiten. Op zoek gaat naar een manier waarop je invloed kan hebben op je fysieke en sociale omgeving, dat het er toe doet dat je er bent! Dat je BENT. Het doel van het RAAK project is dan ook: mensen met communicatieve beperkingen ondersteunen bij het vinden van hun stem en het vergroten van hun communicatieve mogelijkheden. Het COM project is tot stand gekomen door samenwerking tussen Zuyd, Radboud Universiteit, HAN, ontwikkelaars en leveranciers van communicatie- en dyslexiehulpmiddelen, behandelaars en gebruikers van communicatie- en dyslexiehulpmiddelen. COM staat voor Communiceer: - Communicatie Ondersteunende Hulpmiddelen Op de Markt (COH) Mensen met communicatieve beperkingen kunnen zich vaak niet optimaal ontplooien en niet optimaal participeren in de maatschappij waardoor ze problemen krijgen zoals initiatiefverlies, in zichzelf gekeerd zijn of een depressie. Communicatie Ondersteunende Hulpmiddelen zijn een belangrijk instrument om de communicatieve beperkingen te overbruggen. - Compenserende Dyslexie Hulpmiddelen Op de Markt (CDH) Mensen met dyslexie staan voor grote uitdagingen in hun schoolcarrière en later hun werk carrière omwille van hun beperkingen in de geschreven taal. Compenserende Dyslexie Hulpmiddelen kunnen een belangrijk antwoord bieden op dagelijks ervaren problemen van mensen met dyslexie, mits optimaal ingezet. Leveranciers van beide typen hulpmiddelen signaleren problemen in customerservice: mogelijkheden worden niet optimaal benut na levering, waardoor communicatieve en/of opleidingskansen niet of onvoldoende gegrepen worden. Leveranciers willen weten hoe zij kunnen bijdragen aan optimale verstrekking en gebruik. COM is specifiek gericht op het optimaliseren van het verstrekkingsproces en het effectief gebruik van deze communicatiehulpmiddelen. Eindresultaat: een integrale implementatiemethodiek waarin leveranciers, behandelaars, gebruikers en sociale omgeving betrokken worden, voorzien van noodzakelijke implementatieproducten en community of practice t.b.v. succesvolle exploitatie en gebruik.
Mensen met communicatieve beperkingen kunnen zich vaak niet optimaal ontplooien en kunnen vaak niet optimaal participeren in de maatschappij waardoor ze uiteenlopende problemen krijgen zoals initiatiefverlies (50%) , in zichzelf gekeerd zijn (41%) of zelfs een depressie (45%) (1). Daardoor doen ze vaak meer beroep op de gezondheidszorg dan nodig. Communicatie Ondersteunende Hulpmiddelen (COH) zijn voor deze doelgroep een belangrijk instrument om de communicatieve beperkingen te overbruggen. Mensen met dyslexie staan voor grote uitdagingen in hun schoolcarrière en later hun werk carrière omwille van hun beperkingen in de geschreven taal. Hierdoor kiezen ze vaak voor een lager opleidingsniveau dan op basis van hun overige competenties passend is. Compenserende Dyslexie Hulpmiddelen (CDH) kunnen een belangrijk antwoord bieden op dagelijks ervaren problemen van mensen met dyslexie, mits optimaal ingezet. Waar COH de communicatie tussen personen ondersteunt, zijn CDH eerder compenserend of dispenserend voor de persoon met dyslexie zelf. Hoewel COH en CDH twee verschillende domeinen zijn, die ook een andere doelgroep bedienen, signaleren leveranciers van beide typen hulpmiddelen gelijkaardige problemen in de customerservice: de mogelijkheden worden vaak niet optimaal benut na levering, waardoor communicatieve en/of opleidingskansen niet of onvoldoende gegrepen worden. Voor mensen met een spraak/taalstoornis ligt zelfs sociaal isolement op de loer. Leveranciers van COH en CDH willen weten hoe zij als MKB`ers kunnen bijdragen aan optimale verstrekking en optimaal gebruik van deze hulpmiddelen. Dit is belangrijk omdat hierdoor de effectiviteit en doelmatigheid van hun product- en dienstverlening verbeterd wordt. Dit is het uitgangspunt voor bedrijven om het project COM (COH en CDH Op de Markt) op te starten. COM is specifiek gericht op het optimaliseren van het verstrekkingsproces en het effectief gebruik van communicatie ondersteunende hulpmiddelen (COH) en compenserende dyslexie hulpmiddelen (CDH). Binnen dit project wordt een integrale methodiek voor implementatie van COH en CDH ontwikkeld op basis van de `Basisrichtlijn Hulpmiddelenzorg`(2). De Basisrichtlijn Hulpmiddelenzorg brengt de gehele keten van activiteiten in de hulpmiddelenzorg in beeld: van het signaleren van een probleem tot aan de evaluatie van het gebruik van het geleverde hulpmiddel. De activiteiten zijn uitgewerkt in acties van cliënt en acties van zorgdeskundigen. In dit project richten wij ons op de laatste drie stappen van deze procesbeschrijving, vanaf het moment dat de leveranciers in beeld komen, m.n. leveren en instrueren van hulpmiddelen. Het succes van COH en CDH is onlosmakelijk verbonden met de context waarin het gebruikt wordt. Deze methodiek richt zich dan ook enerzijds op optimale verstrekking en optimaal gebruik van het hulpmiddel in het dagelijkse leven en anderzijds op het betrekken van de sociale omgeving (ouders/partners, familieleden, vrienden, bekenden, zorgverleners en leerkrachten) van de gebruiker zodat deze het gebruik van het hulpmiddel accepteert, faciliteert en stimuleert. De ontwikkelde kennis kan geëxtrapoleerd worden naar andere hulpmiddelengroepen door de ontwikkelde methodiek in vervolgprojecten te beproeven voor andere hulpmiddelen. Tevens kan de opgedane kennis benut worden bij de doorontwikkeling van COH en CDH.