In het gedecentraliseerde sociale domein speelt sociaal werk zich grotendeels in ‘de wijk’ af. Dit vraagt om een andere manier van werken, erop gericht burgers zodanig te ondersteunen (en los te laten) dat zij hun eigen sociale omgeving benutten, met zo min mogelijk professionele betrokkenheid. In deze publicatie gaan we op dit thema dieper in. Op basis van literatuurstudie en bestudering van het beleid in verschillende gemeenten, verkennen we in hoeverre deze ontwikkeling tot stand komt. Dit doen we vanuit het perspectief van het wijkteam en de wijkteamprofessional. Het document is als volgt opgebouwd: om te beginnen richten we ons in het eerste hoofdstuk op het definiëren en de typering van de ‘collectieve aanpak’. Daarna zetten we in hoofdstuk twee uiteen hoe we het in de praktijk in de wijkteams tegenkomen en wat de meerwaarde van de collectieve aanpak precies is. In hoofdstuk drie richten we ons op enkele wetenschappelijke beschouwingen die deze meerwaarde onderbouwen. Vervolgens beschrijven we in hoofdstuk vier de voornaamste uitdagingen die professionals de komende jaren tegen zullen komen toe en aantal professionele vaardigheden die hen daarbij kan helpen. We eindigen deze publicatie met een beschouwing; daarin brengen we de huidige stand van zaken in beeld en zetten we enkele gedachten met betrekking tot doorontwikkeling in de toekomst op een rij.
Het Kenniscentrum Sociale Innovatie heeft in het kader van het programma van de Wmo-werkplaats Utrecht een literatuurstudie uitgevoerd gericht op ‘collectieve’ benaderingswijzen van professionals voor hulpvragen of problemen in de wijk. Dit hebben we gedaan vanuit het perspectief van het wijkteam en hun zoektocht naar de mate waarin het voor hen mogelijk, wenselijk dan wel noodzakelijk is om het individuele met het collectieve te verbinden dan wel van elkaar te scheiden. Deze Wmo-wijzer vat de belangrijkste inzichten uit deze literatuurstudie samen.
The relevance of professional youth work for preventionProfessional youth work is one of the social work professions. Dutch municipalities need insight into the contribution of professional youth work to prevention and reduction of youth care. In this paper we analyze data collected between 2011-2015 on the functioning and results of four classic youth work methods: ‘Group work’, ‘Detached Youth Work’, ‘Information and Advice’ and ‘Counselling Services’. The studies were explorative and have been analyzed with descriptive statistics. We conclude that the contribution of professional youth work can be: (1) to form an alternative for a significant other and/or positive peer groups in the neighborhood; (2) to strengthen the self-awareness and forethought of young people; (3) to strengthen the societal and economic participation of young people; and (4) to target institutions. Effect-research is needed to determine the actual contribution.
Bedrijven zijn zich steeds meer bewust van de potentiële negatieve effecten van hun bedrijfsvoering op het milieu en de samenleving, rechtstreeks en als schakel in de keten van leveranciers en afnemers. Dit groeiende bewustzijn moet vertaald worden naar actie: naar concrete laagdrempelige toepassingen die snel opgeschaald kunnen worden. Ondernemers, Gemeente Oosterhout en Avans Hogeschool hebben elkaar gevonden in het onderzoeken en ontwikkelen van drie duurzame toepassingen voor het bedrijventerrein Weststad in Oosterhout: 1. afvalproductie voorkomen; 2. afval- en reststromen zoveel als mogelijk opnieuw als grondstof inzetten; 3. afval- en reststromen die vrijkomen, tegen minimale milieudruk en kosten inzamelen en verwerken. De aandacht gaat eerst uit naar het voorkomen van afval tijdens productie en consumptie door betere afstemming in de keten, gebruik van technologische innovatie en digitalisering. Daarnaast wordt een platform ontwikkeld waarin bedrijven hun afval- en reststromen kunnen uitwisselen en als grondstof kunnen inzetten. Tenslotte wordt een logistiek systeem ontworpen, waarbinnen afval- en reststromen tegen minimale milieudruk en kosten worden verwerkt. Het project wordt gedragen door Avans Hogeschool en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven/bedrijventerrein Weststad, ondersteund door de Gemeente Oosterhout. Dit consortium heeft de ambitie om bedrijven en andere organisaties concrete handvatten te leveren voor haalbaarheid en opschaalbaarheid van afvalpreventie, hergebruik van reststoffen en efficiënte inzameling van reststromen. Zo levert de opzet van het project een model op waarmee andere bedrijvenparken hun ambities voor afvalpreventie en –verwaarding kunnen vormgeven. Hiertoe worden de volgende activiteiten uitgevoerd: Werkpakket 1 omvat de communicatie over en het agenderen van het project bij de individuele ondernemers. De communicatie adresseert het doel van het project en een uitvraag gebaseerd op de drie pijlers preventie, uitwisseling en inzameling. In werkpakket 2 wordt inventariserend en analyserend veldonderzoek gedaan bij ondernemers. Werkpakket 3 omvat het ontsluiten van de verkregen informatie en de vertaling naar concrete preventieve mogelijkheden, verbindingen tussen partijen en de collectieve aanpak van inzameling. Werkpakket 4 omvat de ontwikkeling van een digitaal transactieplatform ter stimulatie van contacten tussen bedrijven met als doel preventie van reststromen, uitwisselen van reststromen en collectieve afvalverwijdering. Een juridisch kader voor ‘ontdoeners’, platform en contractpartners (afvalverwerkende bedrijven) wordt ontwikkeld. Prestatie-indicatoren tonen de resultaten op duurzaamheidsverbetering. Werkpakket 5 tenslotte omvat het ontwikkelen van een model ter uitbreiding naar andere gemeenten en geografische gebieden.
Dit promotieonderzoek richt zich op het domeinoverstijgend samenwerken aan wijkgerichte preventie en gezondheidsbevordering. Gezien de maatschappelijke ontwikkelingen en druk op zorg en welzijn is er behoefte aan (handelings)kennis over hoe invulling te geven aan deze samenwerking en hoe bewoners hierbij te betrekken.Doel Het onderzoek heeft drie hoofddoelen: 1. Het verkrijgen van inzicht in de verschillende perspectieven op wijkgerichte samenwerking aan collectieve preventie en gezondheidsbevordering. 2. Het identificeren van werkzame principes en benodigde competenties voor wijkgerichte samenwerking en het betrekken van bewoners hierbij. 3. Het ontwikkelen van duurzame samenwerking voor wijkgerichte preventie in de deelnemende fieldlabs. Op basis hiervan wordt een werkwijze ontwikkeld voor het initiëren van regionale en landelijke systeemverandering. Resultaten Dit onderzoek is in september 2022 gestart. Na afronding vindt u hier een volledig overzicht van de resultaten. Looptijd 01 september 2022 - 01 september 2026 Aanpak Begonnen wordt met het inzichtelijk maken van denkpatronen in perspectieven op domeinoverstijgend samenwerken aan wijkgerichte preventie. Vervolgens zal binnen fieldlabs van PREVENT actieonderzoek gedaan worden naar het HOE van deze samenwerking. Begeleiding promotieonderzoek Het promotieonderzoek wordt begeleid door promotor prof. dr. Niek de Wit van Universiteit Utrecht, UMC-Julius Centrum, copromotor prof. dr. Katarina Jerković-Ćosić en copromotor Dr. Janna Bruijning. Vanuit de fieldlabs van PREVENT wordt samengewerkt met verschillende lectoraten.
In dit project doet Inholland samen met Nova College, MeerWaarde, Plangroep en de gemeente Haarlemmermeer verkennend participatief actieonderzoek naar een nieuwe preventieve werkwijze gericht op het bespreekbaar maken van schulden en stress onder jongeren tussen de 16 en 27 jaar. De schulden-en-stress-aanpak van MeerWaarde is niet eerder bij de doelgroep jongeren toegepast en vraagverlegenheid is niet eerder in dit verband onderzocht. Dit zijn vernieuwende aspecten in deze aanvraag. Vraagverlegenheid kan ertoe bijdragen dat jongeren niet over hun financiële problemen praten met anderen en schulden daardoor steeds hoger oplopen. Preventief werken wordt hierdoor bemoeilijkt. In dit project onderzoeken we op participatieve wijze hoe jongeren hun eigen vraagverlegenheid herkennen en erkennen als het gaat om het ervaren van geldstress, wat zij nodig hebben om hun hulpvraag aan anderen te articuleren en wat er nodig is om deze jongeren tijdig te ondersteunen. Dit levert nieuwe kennis op over de rol van vraagverlegenheid bij financiële problemen en biedt denkrichtingen voor nieuwe instrumenten en methodieken gericht op het bespreekbaar maken van geldstress bij jongeren. Met dit verkennend onderzoek bereiden we opschaling voor naar de regio’s Amsterdam en Rotterdam om die kennis, instrumenten en methodieken in een vervolgproject verder uit te werken.