On the basis of an empirical analysis of the recent emergence, spread and transformation of No Holds Barred fighting contests, it is argued that Norbert Elias's model of sportization provides a fruitful but insufficiently differentiated framework for understanding the development of sports and sport-like contests. Although the successive transformations of martial arts in the twentieth century provide various examples of sportization and para-sportization, the emergence of No Holds Barred events in the 1990s represents an opposing trend, a process of de-sportization. The analysis of No Holds Barred contests demonstrates that the balance between sportization and de-sportization depends primarily on the interests of the organizers, and in particular on the degree to which they rely on the perspectives of practitioners, spectators, or viewers. The decisive factor for the predominance of the latter perspective was the formation of a new market for visual material, which emerged with pay-per-view television. This allowed - at least temporarily - the commercialization of non-sanctioned events, suggesting that new markets for visual material are likely to become an important factor in the development of spectator sports and sport-like forms of entertainment.
Stakeholders and in particular customers are an important source for business model innovation. Especially for sustainable business models, stakeholder integration may radically change the business logic and help to revise the business model. In this process cognition plays a central role, challenging basic assumptions and changing the dominant logic. In this paper we explore how interactions with the network contribute to making a cognitive shift in development of a sustainable business model. We build on three cases and closely look at the commercialisation stage in which a change of cognition and redesign of the business model take place. Our findings show that network interaction changes the dominant logic in business model innovation in two ways: by triggering a cognitive shift and by contributing to business model redesign. Our main contribution is the conceptualization of three interrelated shaping processes: market approach shaping, product/service offering shaping and credibility shaping. They provide a fine-grained perspective on value creation through collaborative networks and add to the business model literature by providing a framework to study the role of networks and cognition in business model innovation. For practitioners the shaping processes may support business model redesign and building relationships to advance commercialisation of sustainability-oriented innovations.
Dit boek is een praktijkversie van een eerder dit jaar gepubliceerd proefschrift dat gaat over klantgerichtheid en oordeelsvorming van zakelijk vastgoedtaxateurs. Het is bestemd voor praktiserend en aankomend taxateurs en voor gelieerde instellingen als opleiders, beroepsorganisaties en toezichthouders. Een dergelijk wetenschappelijk onderzoek naar het denken en handelen van taxateurs in de Nederlandse context heeft niet eerder plaatsgevonden. Weliswaar is het nodige geschreven over de uitvoering van taxatieprocessen of taxatiemethoden, maar de taxateur zelf is tot op heden zelden onderwerp van onderzoek geweest. Een omissie, gezien het belang van diens werk.
LINK
Mode heeft een cruciale functie in de samenleving: zij maakt diversiteit en inclusiviteit mogelijk en is een middel voor individuen om zich uit te drukken. Desalniettemin is mode ook een raadsel op het gebied van duurzaamheid, zowel aan de sociale als aan de milieukant. Er bestaan echter alternatieven voor de huidige praktijken in de mode. Dit project heeft tot doel de ontwikkeling van een van die initiatieven te ondersteunen. In samenwerking met twee Nederlandse MKB bedrijven in de mode-industrie, willen we een of meer business modellen co-designen voor het vermarkten van circulair ontworpen laser geprinte T-shirts. Door lasertechnologie te introduceren in plaats van traditionele inktopties, kunnen de T- shirts hun CO2 voetafdruk verder verkleinen en een verstandig alternatief zijn voor individuen, die op zoek zijn naar duurzame modekeuzes. Maar hoewel de technologische haalbaarheid vaststaat, vereist het vermarkten sterke, schaalbare, bedrijfsmodellen. Via een haalbaarheidsstudie willen we dergelijke businessmodellen ontwikkelen en de commercialisering van deze producten ondersteunen. Wij zijn van plan de reacties van de consument op een dergelijke innovatie te bestuderen, evenals de belemmeringen en stimulansen vanuit het oogpunt van de consument, en de inkoop-, toeleveringsketen- en financiële kwesties die kunnen voortvloeien uit de schaalbaarheid van een potentieel bedrijfsmodel. Om praktische relevantie voor de bredere industrie te verzekeren, streven we ernaar om de resultaten te presenteren op evenementen georganiseerd door een van de consortiumpartners (in 2023), als ook om een teaching case en een wetenschappelijk artikel te ontwikkelen op basis van de resultaten van het project.
Het doel van het onderzoeksproject Immersieve journalistiek en het Betrokken Publiek is om samen met publieke mediaorganisaties en drie kennisinstellingen meer inzicht te krijgen in hoeverre emotionele betrokkenheid van nieuwsconsumenten bij journalistieke producties van invloed kan zijn op de publieke functie van journalistieke organisaties. Het overdragen van informatie aan burgers en het duiden van gebeurtenissen en ontwikkelingen in de samenleving is een kerntaak van de journalistiek. Publieke mediaorganisaties moeten tevens hun specifieke publieke functie waarmaken. Tegelijkertijd is door de toegenomen concurrentie en commercialisering in de mediasector, de journalistiek nog meer genoodzaakt het publiek centraal te stellen en zoeken journalistieke organisaties naar nieuwe manieren om de mediaconsument aan zich te binden. Zij zoeken daarom naar nieuwe technieken en vormen van journalistiek. Een vorm is immersieve journalistiek. Via immersieve journalistieke technieken zoals 360-graden video, augmented reality en virtual reality gaat het publiek als het ware deel uitmaken van een verhaal in plaats van het alleen te ‘ondergaan’. Hierdoor zouden gebruikers meer emotioneel betrokken worden bij nieuws, waardoor de media hun publieke functies (beter) kunnen waarborgen. Of immersiviteit de betrokkenheid van het publiek daadwerkelijk vergroot en of emotionele betrokkenheid ook bijdraagt aan de informatieve - en duidingsfunctie van de journalistiek is echter de vraag. Onderzoek naar immersieve technieken in de journalistiek is nu nog grotendeels gericht op de productiekant en op de narratieve elementen van dergelijke media-uitingen. Er bestaat nog weinig kennis over de ervaring van de gebruiker en welke impact immersiviteit heeft op kennisoverdracht. Veel publieke media-organisaties experimenteren met immersieve journalistiek, maar worstelen met de vraag of ze daarmee hun publieke functie kunnen waarmaken. Dit onderzoek biedt een nieuw perspectief op de ervaringen van de huidige mediaconsument en de rol die emotie speelt bij immersieve journalistieke verhalen. Volgens de werkveldpartners is er in het werkveld veel behoefte aan publieksonderzoek, waarna praktische tools ontwikkeld kunnen worden.
Robots en cobots (collaborative robots) worden steeds meer ingezet voor het realiseren van machinebelading, begin- en end-of-line toepassingen en/of assemblagetaken. Typisch zijn er significante investeringen benodigd om binnen een MKB-bedrijf aan de slag te kunnen gaan met een robot- of cobotimplementatie. Binnen dit projectvoorstel wordt verkennend onderzoek uitgevoerd om te bepalen of, hoe en met welke randvoorwaarden een nieuwe business model op basis van pay-per-use /pay-per-pick productie/assemblage d.m.v. robots mogelijk is. Dit om eventuele directe investeringen weg te halen bij de MKB’er, maar op basis van wederzijds commitment te realiseren. Hierbij wordt bekeken of en hoe een pay-per-use model economisch en technisch haalbaar is en welke randvoorwaarden hierbij in acht genomen moeten worden. Op basis van een vooraf gedefinieerde use-case van het MKB bedrijf AKarton worden diverse technische concepten uitgedacht en een fysieke demonstrator gerealiseerd. Naast het technische aspect wordt vanuit de bedrijfskundige hoek geïnventariseerd aan welke technische-, organisatorische- en overige randvoorwaarden moet worden voldaan om een dergelijk pay-per-use dienstconcept economisch rendabel te kunnen realiseren (nieuw business model). De beoogde uitkomst van het project is een inschatting van technische- en economische haalbaarheid (verdienmodel/business model), de schaalbaarheid/methode van implementatie van dit product- en dienstconcept inclusief de in acht te nemen randvoorwaarden. De projectpartners in dit project zijn Fontys Engineering (FHENG) Fontys International Business School (FIBS), TMC en MKB bedrijf Akarton. FontysFIBS onderzoekt hierin de economische haalbaarheid, Fontys Engineering en TMC onderzoeken de technische haalbaarheid en Akarton levert de use case en valideert of het ontwikkelde verdienmodel bruikbaar is voor MKB ondernemingen