Recensie van Smeijsters et al. (2004) Van taak tot competentie: 'leren leren'voor het hoger beroepsonderwijs.
De tweedegraads lerarenopleiding van Hogeschool Utrecht (HU) maakt bij het Samen Opleiden gebruik van leernetwerken. Om inzicht te krijgen in de vormgeving van de leernetwerken, de rol van de opleider binnen de leernetwerken en het welbevinden en de competentieontwikkeling van studenten zijn interviews afgenomen bij de grondleggers, de opleiders en de studenten van zes schoolbesturen. Deze zijn verder geanalyseerd vanuit de CIMO-logica. Deze samenvatting focust zich op de inrichting van de leernetwerken, ervaringen van studenten en aanbevelingen. Zie het onderzoeksrapport voor het volledige onderzoek met een uitbereide toelichting van de methode.
Zuyd Hogeschool werkt met de partners van CDKM>Maastricht sinds 2019 aan versterking van de vitaliteit en toekomstbestendigheid van Maastrichtse wijken. Zuyd wil deze samenwerking opschalen van de lokale samenwerking naar een meer regionale samenwerking: ‘ (CDKM>Limburg - Univers©ity ). Zuyd ziet de regio als belangrijke leeromgeving voor studenten en wil met studenten, docenten en onderzoekers betekenisvol zijn voor de regio. Zuyd is met onderwijs en onderzoek (O&O) betrokken in drie vestigingssteden (Maastricht, Heerlen, Sittard-Geleen) urban living labs (ULL’s) via CDKM>Maastricht en het lectoraat Smart Urban Redesign (SURD). Zowel bij de consortiumpartners als bij Zuyd bestaat de behoefte om de multidisciplinaire samenwerking bij -en de coördinatie van- O&O m.b.t maatschappelijke opgaven in de drie steden te versterken. Hiertoe wordt het O&O van Zuyd in de 3 steden gebundeld in 3 bestaande ULL’s met elk een eigen maatschappelijke context. CDKM>Limburg gaat het organisatiemodel en de (kennis)infrastructuur vormen voor duurzame en grootschalige verbinding van O&O van Zuyd met de maatschappelijke opgaven in de 3 living labs. Het implementatieplan voor CDKM>Limburg richt zich op het ontwikkelen en implementeren van dit organisatiemodel en deze (kennis)infrastructuur. De samenwerking tussen de bestaande onderwijsprogramma’s van de vijf Zuyd faculteiten garandeert een multidisciplinaire en grootschalige inzet van studenten t.b.v. maatschappelijke opgaven in de ULL’s. Binnen CDKM>Maastricht zijn al positieve ervaringen opgedaan met de multidisciplinaire samenwerking tussen studenten, docenten en onderzoekers. CDKM>Limburg bouwt hier verder op en richt zich m.n. op het verbinden van bestaand O&O van de academies met de 3 ULL’s. Vanuit die samenwerking zullen ook nieuwe initiatieven worden ontwikkeld, zoals instellingsbrede challenges rondom specifieke maatschappelijke opgaven en een multidisciplinair afstudeeratelier. Het beoogde CDKM>Limburg organisatiemodel functioneert zowel top down (vanuit maatschappelijke opgaven en onderzoek agenda’s van de consortiumpartners) als bottom up (vanuit leerdoelen en competentieontwikkeling).
In dit project willen we inzicht krijgen in de leerprocessen en competentieontwikkeling van studenten binnen heterogene leernetwerken, in dit geval van (aanstaande) leraren in het voortgezet onderwijs, en evalueren wat de meerwaarde is van het leernetwerk.
In de geboortezorg is behoefte aan gezamenlijke besluitvorming (GB). Cliënten en zorgverleners vinden dit ingewikkeld, ook omdat meerdere personen erbij betrokken zijn, zoals partners van cliënten en andere zorgverleners. In het RAAK publiek project Gezamenlijke besluitvorming (GB) is met en voor zorgverleners en cliënten in de geboortezorg een e-learning ontwikkeld en e-health materiaal ontwikkeld. De e-learning draagt bij aan kennis en vaardigheden voor het toepassen van GB. Om de resultaten van dit project verder te verspreiden is in samenwerking met de beroepsorganisatie voor verloskundigen (KNOV) de e-learning ingebed in een Methodisch Intercollegiaal Overleg (MIO) voor verloskundigen. Samen met docenten van de Academie Verloskunde Maastricht is de e-learning ingebed in een leerlijn Gezamenlijke Besluitvorming. Onbekend is of de MIO een geschikte methode is waarmee zorgverleners zich kunnen ontwikkelen tot gevorderd toepassen van GB. Ook is onbekend of de e-learning, ontwikkeld voor en door zorgverleners, geschikt is voor zorgverleners-in-opleiding en een aanvulling op het bestaande bachelor onderwijs. Doel van dit Top-up project is te komen tot een scholingsprogramma voor zorgverleners in de praktijk en zorgverleners-in-opleiding. Onze vragen zijn: 1) draagt een combinatie van e-learning en MIO bij aan competentieontwikkeling in GB en 2) hoe geschikt is de e-learning voor zorgverleners-in -opleiding en onder welke voorwaarden kan de e-learning ingebed worden in het bachelor curriculum? We evalueren de MIO en de leerlijn GB met behulp van vragenlijsten en focusgroepen om inzicht te krijgen in wat wel en niet werkt. Vervolgens bepreken we de resultaten met de KNOV en docenten AVM en ontwikkelen we een definitief scholingsprogramma voor zorgverleners (in opleiding) in de geboortezorg. Dit scholingsprogramma wordt verspreid onder/ overlegd met de opleidingen en beroepsverenigingen. Dit biedt ons de mogelijkheid om de e-learning te integreren in een volledig scholingsprogramma voor zorgverleners en zorgverleners-in-opleiding tot gevorderde beoefenaren van GB.