Massale deelname aan loopsportevenementen, groepjes lopers die het straatbeeld kleuren, individuele lopers die met elkaar in competitie gaan via apps en/of sociale netwerksites. Loopsport is ‘in’. Hoewel de loopsport bij uitstek zonder specifieke voorzieningen beoefend kan worden, wordt er reeds sinds de jaren ’80 geïnvesteerd in de aanleg van Finse pistes. Een recente studie van de KU Leuven en het Steunpunt voor Beleidsrelevant Onderzoek Sport evalueert de aanleg en het gebruik van Finse pistes in Vlaanderen.
LINK
De koraalriffen van de Caribisch Nederlandse eilanden St. Eustatius en Saba zijn van groot ecologisch en economisch belang. Door een opeenstapeling van bedreigingen is de hoeveelheid driedimensionale structuur op het rif afgenomen en zijn herbivore sleutelsoorten verdwenen. Het rif wordt overwoekerd met algen, die nieuwe koraalaanwas bemoeilijken. Lokale natuurbeheerorganisaties STENAPA en SCF willen artificiële riffen inzetten, om het ecosysteem door middel van “Building with Nature” te herstellen. Artificiële riffen worden wereldwijd in toenemende mate gebruikt, maar de doeltreffendheid hangt in sterke mate af van hoe er rekening is gehouden met de lokale omstandigheden en doelstellingen. Als de riffen goed functioneren kunnen sleutelsoorten herstellen en kan koraal zich weer vestigen. De natuurbeheerorganisaties willen weten hoe artificiële riffen optimaal bij kunnen dragen aan het herstel van het koraalrif ecosysteem bij St. Eustatius en op de Saba bank. Van Hall Larenstein, STENAPA, SCF, IMARES, CNSI en Golden Rock Dive Centre werken samen in het AROSSTA (Artificial Reefs on Saba and Statia) project om deze vraag te beantwoorden. Hiervoor worden verschillende soorten artificiële riffen gebouwd van lokaal natuursteen en van veelgebruikte “reef balls”. De functionaliteit van de verschillende soorten artificiële riffen wordt bepaald door gedurende 1,5 jaar de vestiging van zee-egels, vissen en koraal te onderzoeken. Na afloop van dit project zal duidelijk zijn welk type artificieel rif het meest geschikt is voor beide onderzoeklocaties. Daarnaast is bekend wat het effect is van het gebruikte materiaal en het aanbrengen van extra schuilplaatsen op de functie van artificiële riffen. Tenslotte wordt inzicht gegeven in hoeverre artificiële riffen een bijdrage leveren aan het herstel van aangrenzende gebieden. Omdat het onderzoek uitgevoerd wordt op twee locaties, met contrasterende omstandigheden, zullen de resultaten van regionaal belang zijn om bestaande en toekomstige artificiële riffen optimaal te laten functioneren.
In de laatste jaren zijn er veel biocomposieten ontwikkeld, gebaseerd op vezelversterkte biologisch afbreekbare polymeren. Polymelkzuur (polylactic acid, PLA) is een van de meest onderzochte biobased matrices door de competitieve prijs, afbreekbaarheid en de goede verwerkings eigenschappen. BioBase Pack uit Heinkenszand, Appkuns uit Oosterhout en M-plastics zijn actief in de innovatieve produktie en verwerking van biocomposieten. Het doel van dit project is om op een vernieuwende manier biocomposieten te benutten, niet alleen door het veranderen van de mechanische of thermische eigenschappen van het polymeer, maar ook om het design van het eindproduct zo te ontwikkelen dat er visueel aantrekkelijke en functioneel verbeterde en dan vooral 100 % biobased producten geproduceerd kunnen worden. Samen met Avans/CoEBBE heeft Biobase Pack binnen een eerdere samenwerking ontdekt dat bepaalde vezels goed kunnen worden toegepast om biopolymeren een 100 % biobased kleuring en daarmee een meer attractieve visuele uitstraling te geven. Het onderzoek richtte zich op de verwerking van de gekleurde vezels in het biobased Hemcell polymeer matrix. In het onderzoek werd zo de mogelijkheid om 100 % biobased kleurstoffen te gebruiken aangetoond. Maar op deze manier werd ook door specifieke kleureffecten in combinatie met het gebruik van vezels een andere design aan het Hemcell polymeer gegeven. Door het onderzoek zijn echter ook een aantal vervolg vragen ontstaan, vooral betreffende de effecten van het verwerkingsproces, de eigenschappen van de nieuwe materialen en de toepassingsmogelijkheden. Deze vragen zullen in dit Biobased Betaald project verder onderzocht worden. Het doel van dit project is om een innovatieve 100% biobased festival munt te produceren o.b.v. het toepassen van gekleurde natuurlijke vezels in biobased polymeren. De evaluatie en selectie van de mogelijke vezels, verwerking in het productie en de mogelijke speciale kleur effecten (design en functionaliteit) zijn de afgeleide onderzoeksdoelen van deze studie.
Het plaatsen en onderhouden van fysieke inrichtingselementen in de openbare ruimte is kostbaar. Meer efficiënt gebruik van het bestaande aanbod in de fysieke omgeving door passend beweegstimuleringsaanbod is wenselijk en efficiënter gebruik kan bijdragen aan het verminderen van bewegingsarmoede. In ‘Changing Views’ staan drie onderzoeksvragen centraal: 1) Kunnen kinderen met behulp van technologische ondersteuning worden verleid om gebruik te maken van andere locaties dan zij gewend zijn? 2) Kan de perceptie en zienswijze van kinderen op de beweegvriendelijkheid van de omgeving worden beïnvloed middels gerichte blootstelling aan inrichtingselementen via de technologische applicatie ‘missiemaster’? 3) Hoe kan het gebruik van de openbare ruimte door kinderen worden geoptimaliseerd en kunnen kinderen die van nature minder beweegdrang hebben, meer gestimuleerd worden om te bewegen door hen actief te betrekken in de ontwikkeling van beweegstimuleringsaanbod? Onderzoeksvraag 1 wordt onderzocht middels een kleinschalig experiment door het gebruik van missiemaster, waarmee kinderen via een GPS-route door hun wijk worden ‘rondgeleid’ (werkpakket 1). Op basis van een herhaalde meting bij basisschoolleerlingen en de evaluatie van app-gegevens wordt het potentieel van deze technologie onderzocht. Hierbij wordt onderzocht of de perceptie van beweegvriendelijkheid van de omgeving kan worden beïnvloed en of door veranderde blootstelling aan omgevingsmogelijkheden nieuwe sociale interacties ontstaan. De kwantitatieve meting bij leerlingen vormt tevens de basis voor de selectie van een specifieke doelgroepen leerlingen voor deelname aan werkpakket 2 waarin middels een participatief actie-onderzoek passend beweegstimuleringsaanbod wordt ontwikkeld. Via meerdere iteraties in het ontwikkelproces en met behulp van een nieuw te ontwikkelen ‘efficiëntiegraadmeter’ voor buurtsportcoaches wordt in werkpakket 3 de tweede onderzoeksvraag beantwoord. In een slotsymposium worden alle projectresultaten (inzichten en ontwikkelde producten) gedeeld. Alle ontwikkelde producten worden duurzaam en vrij beschikbaar gesteld via een online platform, www.beweegvriendelijkebuurt.nl.