Het Our Common Future (OCF) 2.0 project probeert de maatschappij een spiegel voor te houden en te wijzen op bedreigingen, maar ook op de grote kansen die er liggen om een duurzame maatschappij te ontwikkelen. In negentien deelonderwerpen zijn specialisten uit het hele land een maand of vier aan de slag geweest om dit duurzame toekomstbeeld te schetsen en een stappenplan te ontwikkelen om er ook daadwerkelijk te komen. Onderstaand stuk beschrijft één van deze deelonderwerpen. Het is geschreven door dertien specialisten op het gebied van toerisme. Het beschrijft de huidige ontwikkelingen in het toerisme, de bedreigingen, maar vooral de kansen die de Nederlandse toeristische sector heeft om in 2035 te komen tot 100% duurzaam toerisme vanuit en naar Nederland.
Op 22 mei 2007 is ir. Ger Brinks bij Saxion in Enschede geïnstalleerd als lector Smart Functional Materials. Als lector richt Ger Brinks zich op de ontwikkeling en vermarkting van hoogwaardig textiel. Zijn lectoraat richt zich ook op onderzoek naar de voorwaarden voor innovaties in functionele materialen. Daarbij werkt het lectoraat intensief samen met vooraanstaande kennisinstellingen. Dit boekje bevat de tekst van de lectorale rede van Ger Brinks. Bedrijven in de textielsector bevinden zich vaak in een spagaat: enerzijds staan ze voor de uitdaging om zich (verder) te richten op hoogwaardige technologie en designs, anderzijds moeten ze kostenbewust opereren, wat vaak leidt tot uitbesteding en inkoop van textiel in ontwikkelingslanden. Textielbedrijven kunnen zich onderscheiden door kennis, innovatie en creativiteit toe te passen in de ontwikkeling van hun producten. Het leggen van de verbinding tussen creativiteit, techniek en businessmodellen is de kern van succesvol en onderscheidend ondernemen, waarbij functionaliteit hét sleutelbegrip is. Deze driehoek is de kern van het onderwijs waarbij textiel niet alleen spannend is, maar ook maakbaar moet zijn en vermarktbaar onder economisch rendabele condities met minimale milieu-impact. Het lectoraat speelt in op de erkenning van het belang van kennis en creativiteit van deze branche voor de Nederlandse economie en het grote belang van materiaaltechnologie.
MULTIFILE
Onderzoek naar de praktijk van re-integratie van alleenstaande moeders naar de arbeidsmarkt in Maastricht, Hasselt en Aken. Wat zien professionals (en beleidsmakers) als probleem en oplossing en hoe ziet de doelgroep dat zelf? Hoe kunnen die verschillen overbrugd worden? Een vergelijking over de grenzen kan een extra dimensie geven aan een onderzoek, maar ook aan de verbetering van de praktijk. Het rapport dat voor u ligt: “Bijstandsmoeders in Maastricht” is het resultaat van het eerste deelonderzoek. Het rapport begint met een korte beschouwing over de stand van zaken over het onderwerp, op basis van een literatuurstudie en een eerste werkveldverkenning. Na die eerste verkenning volgen twee hoofdstukken over de opzet van het onderzoek. Eerst een hoofdstuk over de opzet van het totale onderzoek, dan een hoofdstuk over de opzet en uitvoering van het deelonderzoek. Dan de ‘ziel’ van dit onderzoek: Een uitwerking van de interviews met de doelgroep ‘bijstandsmoeders in Maastricht’. De hoofdstukken volgen de thema’s die in de interviews aan de orde kwamen. Het rapport eindigt met een nabeschouwing waarin de onderzoeker reflecteert op de twaalf gesprekken, als onderzoeker, maar wellicht nog meer als docent, maatschappelijk werker en ervaringsdeskundige van heel lang geleden. Daar de geïnterviewde moeders de uitvoeringspraktijk goed kennen, heeft de onderzoeker op basis van de interviews een aantal aanbevelingen geselecteerd waar de professionals wellicht hun voordeel kunnen doen.