Wat kunnen we doen om de culturele en creatieve sector op langere termijnwendbaarder en weerbaarder te maken? Makers, culturele instellingen enandere creatieve partijen gingen met die vraag aan de slag binnen het pro-gramma Innovatielabs. Tijdens twee edities onderzochten zij hoe innovatie-projecten een verschil kunnen maken bij actuele én toekomstige opgavenin de sector. Van een fundamentele heroverweging van de eigen rol in hetculturele landschap tot de ontwikkeling van innovatieve, sectoroverstijgendesamenwerkingsplatforms. Er is nagedacht hoe instellingen publieksdata kunnendelen om hun doelgroepen beter te bereiken, hoe technologie kan wordeningezet om andere, nieuwe doelgroepen te bereiken en hoe samengewerktkan worden met niet-menselijke actoren voor een duurzamere toekomst.Het zijn natuurlijk mooie uitkomsten, maar met de afzonderlijke resultaten vandeze projecten alleen komen we er niet. Willen we de sector echt beter uit-rusten voor de toekomst, dan moeten we ook aandacht besteden aan deborging en inbedding van de opgedane kennis en ervaringen, op zo’n manierdat anderen erop kunnen voortbouwen. Met dat doel voor ogen, hebbenwe onderzoekers van verschillende kennisinstellingen gevraagd om de 33Innovatielabs-projecten te volgen. Aan de hand van thema’s brachten zijdwarsverbanden tussen de doelen en de gehanteerde methoden van dezeinitiatieven in kaart. Het onderzoek, dat is gefinancierd door Regieorgaan SIA,bleek op zichzelf ook een experiment en leertraject. Want hoe organiseerje kennisontwikkeling en -uitwisseling door en tussen al deze verschillendebetrokkenen en hoe zorg je ervoor dat de belangrijkste opbrengsten sector-breed kunnen worden gedeeld?In dit onderzoeksrapport delen de onderzoekers hun bevindingen. Hierinis niet alleen aandacht voor de resultaten, maar vooral ook voor de inno-vatieprocessen die tot deze resultaten hebben geleid. Daarmee biedt hetrapport inzichten en handvatten om op voort te bouwen. Want als we iets vanInnovatielabs hebben geleerd, dan is het wel dat we alleen door gezamenlijkekennisontwikkeling en -uitwisseling de uitdagingen die voor ons liggen hethoofd kunnen bieden. Dit rapport markeert dan ook niet alleen het einde van Innovatielabs, maar ook een nieuw begin.
Wat kunnen we doen om de culturele en creatieve sector op langere termijn wendbaarder en weerbaarder te maken? Makers, culturele instellingen en andere creatieve partijen gingen met die vraag aan de slag binnen het programma Innovatielabs. In een tijdsbestek van achttien maanden onderzochten zij hoe innovatieprojecten een verschil kunnen maken bij actuele én toekomstige opga- ven in de sector. Van een herdefiniëring van de eigen rol en positie binnen het culturele ecosysteem tot de ontwikkeling van nieuwe platforms om gezamenlijke, organisatie overstijgende innovaties te realiseren. Er is nagedacht hoe instellingen publieksdata kunnen delen om hun doelgroepen beter te bereiken en hoe technologie kan worden ingezet om andere, nieuwe doelgroepen te bereiken.Het zijn natuurlijk mooie uitkomsten, maar met de afzonderlijke resultaten van deze projecten alleen komen we er niet. Willen we de sector echt beter uitrusten voor de toekomst, dan moeten we ook aandacht besteden aan de borging en inbedding van de opgedane kennis en ervaringen, op zo’n manier dat anderen erop kunnen voortbouwen. Met dat doel voor ogen, hebben we onderzoekersvan vier lectoraten gevraagd om de zestien Innovatielabs-projecten te volgen en dwarsverbanden tussen de doelen en methoden, die deze initiatieven hanteren, in kaart te brengen. Het onderzoek, dat is gefinancierd door Regieorgaan SIA, bleek op zichzelf ook een experiment en leertraject. Want hoe organiseer je kennisont- wikkeling en -uitwisseling door en tussen al deze verschillende betrokkenen en hoe zorg je ervoor dat de belangrijkste opbrengsten sectorbreed kunnenworden gedeeld?In dit onderzoeksrapport delen de onderzoekers hun bevindingen. Hierin is niet alleen aandacht voor de resultaten, maar vooral ook voor de processen van de zestien projecten die tot deze resultaten hebben geleid. Daarmee biedt het rapport inzichten en handvatten om op voort te bouwen. Want als we iets van Innovatielabs hebben geleerd, dan is het wel dat we alleen door gezamenlijke kennisontwikkeling en -uitwisseling de uitdagingen die voor ons liggen het hoofd kunnen bieden. Dit rapport markeert dan ook niet alleen het einde van de eerste editie van Innovatielabs, maar ook een nieuw begin.
In het voorjaar van 2023 heeft het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen opnieuw een zestiental projecten binnen het programma Innovatielabs gehonoreerd. Cultuurinstellingen gaan aan de slag met innovatie gericht op het wendbaar en weerbaar maken van de eigen organisatie. Het doel is ook om op die wijze bij te dragen aan de versterking van de culturele en creatieve sector. Lector Paul Rutten en onderzoeker Martijn Mulder gaan samen met collega's van andere hogescholen aan de slag met flankerend onderzoek naar de innovatielabs, om te leren hoe de praktijk van innovatie in de culturele en creatieve sector verloopt en om de geboekte resultaten en de gegeneerde kennis toegankelijk te maken en te vertalen voor en ten bate van de culturele en creatieve sector. Tegelijkertijd staan ze de projecten waar nodig en mogelijk bij met het beantwoorden van kennisvragen en vragen die betrekking hebben op binnen de innovatielabs te verrichtten onderzoek en andere vormen van kennisvergaring.
In Nederland zijn ongeveer 15.000 leerlingen tussen zeven en twintig jaar die om uiteenlopende redenen niet naar school gaan. In de drie noordelijke provincies zijn dat ongeveer 4000 jongeren. Oorzaken liggen vaak in psychosociale problemen, zoals depressie, autisme en hoogbegaafdheid. Om dichter bij een oplossing te komen, werken wij sinds november 2021 in het KIEM-onderzoek Ontwikkelrecht samen met zorg-, onderwijs-, en cultuurinstellingen. In het project stimuleren we de thuiszittende jongeren door middel van kunstlessen van kunststudenten tot het zetten van de stap terug richting school. In Ontwikkelrecht II gaan we een belangrijke kennislacune onderzoeken die uit Ontwikkelrecht naar voren kwam. Onbekend is namelijk hoe de gevonden werkende principes en expertise duurzaam toegankelijk gemaakt kunnen worden binnen het netwerk van samenwerkende partijen. Het netwerk streeft naar het doorontwikkelen van de ingezette veranderingen, maar herkent tevens dat er nog geen sprake is van een gezamenlijk visie of stabiele samenwerkingsstructuur. Dat leidt tot de volgende onderzoeksvraag, die we in Ontwikkelrecht II gaan onderzoeken: Hoe kunnen we de werkende elementen van de kunstinterventies en de praktijkexpertise van de zorginstellingen toegankelijk maken voor de samenwerkende partners in het consortium? Deze hoofdvraag valt uiteen in de volgende deelvragen: 1. Welke werkende principes uit de kunstroute zijn overdraagbaar naar andersoortige interventies, door bijvoorbeeld de PABO-Zorgopleiding? 2. Welke plek kan de praktijkexpertise van zorgmedewerkers krijgen in het curriculum van educatieve opleidingen van de Hanzehogeschool? 3. Welke nieuwe manieren zijn er voor Mkb’ers uit de cultuursector om inclusiever samen te werken door het duurzaam betrekken van nieuwe doelgroepen? 4. Wat zijn de ingrediënten van een toekomstvisie voor een ontwikkelingsgerichte transdisciplinaire samenwerking binnen het consortium?