Although basic features of journalism have remained the same over the last decades, the tasks journalists perform, the skills they need and the position they have within news organizations have changed dramatically. Usually the focus in the discourse on changes in journalism is on skills, especially on technical multi-media skills or research skills. In this paper we focus on changes in professional roles of journalists, arguing that these roles have changed fundamentally, leading to a new generation of journalists. We distinguish between different trends in journalism. Journalism has become more technical, ranging from editing video to programming. At the same time, many journalists are now more ‘harvesters’ and ‘managers’ of information and news instead of producers of news. Thirdly, journalists are expected to gather information from citizens and social media, and edit and moderate user-contributions as well. Lastly, many journalists are no longer employed by media but work as freelancers or independent entrepreneurs. We track these trends and provide a detailed description of developments with examples from job descriptions in the Netherlands.
DOCUMENT
In this article, the main question is whether and, if so, to what extent online journalism raises new moral issues and, if any, what kind of answers are preferable. Or do questions merely appear new, since they are really old ones in an electronic wrapping, old wine in new bottles? And how does journalism deal with the moral aspects of online journalism? The phenomenon of the Internet emerged in our society a few years ago. Since then, a large number of Dutch people have gone online, and the World Wide Web is now an integral part of our range of means of communication. Dutch journalism is online too, although certainly not in the lead. More and more journalists use the Internet as a source, especially for background information. Newspapers have their web sites, where the online version of the printed paper can be read. And that is it for the time being. There are no more far-reaching developments at present, certainly not on a large scale. Real online journalism is rather scarce in the Netherlands. The debate concerning the moral aspects of online journalism is mainly being conducted in the United States. First of all, by way of introduction, I will present an outline of online journalism. The first instance is the online version of the newspaper. Here, only to a certain degree new issues come up for discussion, since the reputation of reliability and accuracy of the papers, in spite of all criticism, also applies to their online versions. Besides, especially in the United States and increasingly in European countries as well, there is the so-called dotcom journalism, the e-zines, the online news sites without any relationship with printed newspapers. This may be the reason why these sites do not have a strong commitment to moral standards, at least as they have developed in the journalistic culture of the newspapers. After having outlined the moral issues arising in online journalism, the question will be addressed whether and, if so, to what extent it is meaningful and desirable to develop instruments of self-regulation for this new phenomenon of journalism.
DOCUMENT
Aanleiding Nieuwsuitgeverijen bevinden zich in zwaar weer. Economische malaise en toegenomen concurrentie in het pluriforme medialandschap dwingen uitgeverijen om enerzijds kosten te besparen en tegelijkertijd te investeren in innovatie. De verdere automatisering van de nieuwsredactie vormt hierbij een uitdaging. Buiten de branche ontstaan technieken die uitgeverijen hierbij zouden kunnen gebruiken. Deze zijn nog niet 'vertaald' naar gebruiksvriendelijke systemen voor redactieprocessen. De deelnemers aan het project formuleren voor dit braakliggend terrein een praktijkgericht onderzoek. Doelstelling Dit onderzoek wil antwoord geven op de vraag: Hoe kunnen bewezen en nieuw te ontwikkelen technieken uit het domein van 'natural language processing' een bijdrage leveren aan de automatisering van een nieuwsredactie en het journalistieke product? 'Natural language processing' - het automatisch genereren van taal - is het onderwerp van het onderzoek. In het werkveld staat deze ontwikkeling bekend als 'automated journalism' of 'robotjournalistiek'. Het onderzoek richt zich enerzijds op ontwikkeling van algoritmes ('robots') en anderzijds op de impact van deze technologische ontwikkelingen op het nieuwsveld. De impact wordt onderzocht uit zowel het perspectief van de journalist als de nieuwsconsument. De projectdeelnemers ontwikkelen binnen dit onderzoek twee prototypes die samen het automated-journalismsysteem vormen. Dit systeem gaat tijdens en na het project gebruikt worden door onderzoekers, journalisten, docenten en studenten. Beoogde resultaten Het concrete resultaat van het project is een prototype van een geautomatiseerd redactiesysteem. Verder levert het project inzicht op in de verankering van dit soort systemen binnen een nieuwsredactie. Het onderzoek biedt een nieuw perspectief op de manier waarop de nieuwsconsument de ontwikkeling van 'automated journalism' in Nederland waardeert. Het projectteam deelt de onderzoekresultaten door middel van presentaties voor de uitgeverijbranche, presentaties op wetenschappelijke conferenties, publicaties in (vak)tijdschriften, reflectiebijeenkomsten met collega-opleidingen en een samenvattende white paper.
‘Dit artikel is 5000 keer bekeken, 3000 keer hebben lezers doorgeklikt en gemiddeld besteedden ze drie minuten aan het artikel.’ De hedendaagse nieuwsruimte is gedataficeerd geraakt. Niet langer is het gissen of lezers een artikel gelezen hebben, maar geven data glashelder inzicht in de waardering van het publiek. Wat is het effect daarvan op de journalistiek? Volgens Lucas van Houtert, hoofdredacteur Brabants Dagblad, kan de journalistiek met inzet van data eindelijk de lezer laten terugpraten. “Tot nog toe wisten we niets van de lezer. Met inzet van data weten we wat hij interessant vindt en kunnen we beter inspelen op behoeften.” “Met inzage uit de data kunnen mediabedrijven content bijsturen en vooral ook gerichter aanpassen aan de diverse publieken en platformen,” vindt ook Rutger Verhoeven, oprichter van smartocto.com. SmartOcto is een analyticstool die met de inzet van slimme notificaties mediabedrijven adviseert over het verbeteren van de kwaliteit en het verhogen van de journalistieke impact. Hoewel Van Houtert en Verhoeven enthousiast zijn over de inzet van data, zijn veel redacties nog huiverig voor het gebruik van data-analyses als redactioneel sturingsmechanisme. “Journalisten zijn gewend om op het eigen kompas te varen. Nu krijgen ze opeens ook feedback vanuit de data, dat is wennen,” aldus Verhoeven. Ook binnen het academische veld wordt er kritisch gekeken naar de invoering van dashboards in de journalistiek. Het zou kunnen resulteren in cijferblindheid en ten koste gaan van de kwaliteit. Er lijkt een tweespalt te zijn in de professionele opvatting van dashboards door journalisten die er gebruik van maken enerzijds en waarschuwende signalen vanuit het academische discours en diezelfde professionals anderzijds. In dit onderzoek nemen we die tweedeling als uitgangspunt en onderzoeken we vanuit de praktijk welke rol het dashboard kan spelen in de journalistiek.
Journalisten willen dat hun producties een zo groot en productief mogelijk bereik hebben. Traditionele journalistieke waarden uiten zich veelal in het goed informeren van het publiek en het prikkelend voeden van maatschappelijk debat. De laatste jaren willen journalisten daarbij ook maatschappelijke impact genereren (Schohaus, 2019). Daarin spelen in toenemende mate ook commerciële belangen een grotere rol. Meer unieke lezers leiden voor veel nieuwswebsites immers tot meer advertentie-inkomsten (Christin, 2018). Nieuwsredacties maken gebruik van sociale media platformen zoals Facebook en Twitter om meer publiek te bereiken (Hågvar, 2019; Hille & Bakker, 2013). Deze sociale media platformen gebruiken een complex netwerk van algoritmes, real time data feeds en historische data om, onder andere, te bepalen welke posts door welke gebruikers worden gezien (Batrinca & Treleaven, 2014). Journalistieke redacties proberen steeds meer te anticiperen op die mechanismen (Bucher, 2018), door bij het plaatsen van hun geschreven content op sociale media (zogeheten native tekst) ‘pakkende teksten’ met veelgebruikte zoektermen te gebruiken, evenals emojis (Hågvar, 2019). Het is echter de vraag of ze daarmee voldoende rekening houden met hun eigen journalistieke waarden of dat ze de ‘criteria’ die sociale media platformen aan deze content toekennen laten prevaleren. “Uiteraard vinden we het belangrijk dat het journalistieke kompas altijd voorop staat. Maar ik durf niet te zeggen dat de manier waarop de content online ontsloten wordt daar altijd mee in de pas loopt”, aldus John van den Oetelaar, hoofdredacteur Eindhovens Dagblad. Er bestaat een aantoonbaar verband tussen nieuwsvergaring via social media platforms en een toenemende waarden-polarisatie in de samenleving (Goyanes, 2021). In dit onderzoek verkennen we daarom welke waarden worden aangesproken bij succesvolle social media nieuwsberichten, in hoeverre traditionele journalistieke waarden door algoritmisering in het gedrang komen.