Dit artikel beschrijft een onderzoek naar werkzame elementen in de samenwerking binnen innovatieve leeromgevingen, professionele werkplaatsen (PW) genoemd. In PW werken onderwijs en beroepspraktijk samen aan complexe vraagstukken waarbij de ontwikkeling van betrokkenen en de innovatie van de beroepspraktijk centraal staan. Op basis van literatuuronderzoek, verkennende interviews met 11 sleutelfiguren en een meervoudige casestudie waarin vanuit 4 cases 75 betrokkenen participeerden, is het model Lerend en Onderzoekend Samenwerken in PW ontwikkeld. Het model omvat zes elementen en laat zien dat het lerend en onderzoekend samenwerken centraal staat in een PW en zich ontwikkelt binnen een grensoverstijgende en ontwikkelingsgerichte cultuur. Betrokkenen in een PW leren gezamenlijk doordat ze samenwerken in de dienstverlening en hierbij waarde hechten aan het delen van verschillende perspectieven. Door facilitering van mensen en middelen en door de samenwerking vorm te geven vanuit een gezamenlijke visie, kunnen betrokkenen elkaar leren kennen en afstemmen op welke manier zij samen kunnen bijdragen aan de innovatie van de beroepspraktijk. Hiervoor zijn zowel het opbouwen van relaties als het expliciteren en verdelen van taken en verantwoordelijkheden essentieel. Het model, dat een systemisch perspectief kent, biedt uitgangspunten en handvatten om de samenwerking binnen een PW te evalueren en te versterken.
MULTIFILE
In dit hoofdstuk wordt het Nederlandse beleid geschetst van het tegengaan van radicalisering en het voorkomen van terroristisch geweld. Hierin neemt het ‘Actieprogramma integrale aanpak Jihadisme’ een belangrijke plaats in. Besproken wordt wat er goed gaat en wat de ontwikkelingsvragen zijn. Het hoofdstuk eindigt met een beschouwing over de behoefte aan sociale innovatie. Aangezien een aantal preventieve interventies behoorlijk ingrijpend kunnen zijn, is het zaak om bij de uitvoering te letten op eenduidigheid en adequate rechtsbescherming.
MULTIFILE
Na de succesvolle verschijning van het boek Interculturele gespreksvoering van Hoffman en Arts in 1994 heeft Hoffman in deze volledig herziene uitgave het TOPOI-model verder ontwikkeld. Het letterwoord TOPOI staat voor 'taal, ordening, personen, organisatie en inzet'. Het zijn de vijf gebieden waar zich in de communicatie cultuurverschillen en misverstanden kunnen voordoen. Het TOPOI-model omvat een praktisch analyse- en interventiekader om deze cultuurverschillen en misverstanden in de gespreksvoering op te sporen en aan te pakken. Het vernieuwende van het TOPOI-model is dat het vertrekpunt de interpersoonlijke communicatie is, en niet de cultuur. Voortbouwend op de algemene communicatie- en systeemtheorie van Watzlawick introduceert de auteur een nieuw concept van interculturele communicatie. Interculturele communicatie wordt omschreven als de interpersoonlijke communicatie waarin expliciet aandacht is voor de culturele factoren die van invloed op de communicatie zijn. Vanuit de systeemtheoretische invalshoek hangen deze culturele factoren niet alleen samen met iemands nationale of etnische achtergrond, maar evenzeer met sekse, leeftijd, sociale klasse, opleiding, seksuele voorkeur, beroep, religie en sociaal-geografische herkomst. Het TOPOI-model is dan ook een algemeen model dat voor elke communicatie inzetbaar is. Binnen deze brede definitie van interculturele communicatie zijn verschillende invalshoeken mogelijk. In het boek Interculturele gespreksvoering is gekozen voor de etnisch-culturele invalshoek omdat momenteel de ontmoeting en confrontatie tussen autochtonen en allochtonen van groot maatschappelijk belang is. Etniciteit is dus weliswaar het vertrekpunt, maar in het boek wordt steeds aangeknoopt bij de andere genoemde culturele dimensies en daarmee bij andere mogelijke sociale identiteiten van een persoon.
DOCUMENT
Inleiding en praktijkvraag Het in 2012 opgerichte Saxion lectoraat Mechatronica is destijds gestart met het genomineerde RAAK-PRO project Medical Robotics. De ontwikkelde mechatronische kennis (vision, autonome navigatie, robotarmen) zijn enkel toegepast in de zorg en service robotica, maar kan worden toegepast in de industrie. Noord-oost Nederland staat bekend om zijn HTSM industrieën (VMI, WWINN, Bronkhorst, AWL, Norma, Thales, ed) en deze willen concreet en projectmatig samenwerken met kennisinstellingen binnen een netwerk van bedrijven. Projectdoelstelling Doelstelling is om met een breed netwerk van bedrijven de gezamenlijke onderzoeksbehoefte te identificeren. Diverse bedrijven, waaronder IMS en MetricControl, hebben reeds concreet hierom gevraagd. De doelstelling van het project BOARDing (“come-on-board”) is dan ook: “Identificeren van de gezamenlijke onderzoeksbehoefte en projectmatig deze samen op te lossen met de kennisinstellingen”. De hoofddoelstelling wordt beantwoord door de deliverables uit de volgende subdoelstellingen: 1. (her-)oprichten van de Mechatronica Vally Twente 2. Definitie gezamenlijke onderzoeksroadmap vanuit de individuele technologie roadmaps 3. Nieuwe onderzoeksprojectvoorstellen (min 1) uit deze onderzoeksroadmap. Bijdrage aan topsector SMART Industry Het lectoraat en de deelnemende bedrijfspartners IMS en MetricControl willen bewerkstelligen dat er concreet en projectmatig daadwerkelijke invulling wordt gegeven aan de regionale kennisagenda van de topsector SMART Industry: “Boost – Actieagenda Smart Industry Oost-Nederland”1. Projectmatig samenwerken en kennisdeling binnen de (her-)op te richten stichting Mechatronia voor een lange duur is daarbij de gezamenlijke visie. Vraagsturing, Netwerkvorming & Bijdrage aan innovatie Reeds 8 bedrijven hebben gevraagd om een gezamenlijke onderzoeksroadmap en zichzelf verplicht tot actieve onderzoeks- en kennisdeelname en streeft, onder deze voorwaarde, een groeimodel na in het geloof dat gezamenlijke onderzoek kosteneffectief is en de innovatie wordt gestimuleerd door onderlinge kennisontwikkeling en kennisdeling. Activiteitenplan & Projectorganisatie Het project wordt met name uitgevoerd door de lector Dr. Ir. D.A.Bekke en de deelnemende CEO’s van IMS en MetricControl.
Hoe kan de mkb-accountant digitalisering, ICT en data-analyses inzetten in zijn beroepspraktijk, zodat beter aan de wensen van zijn mkb-klanten wordt voldaan en de eigen bedrijfsvoering en werkprocessen efficiënter worden. In dit project wordt daarvoor een zelfscan en data-analyse protocol ontwikkelt, waarmee de accountant de digitalisering en data-analyse in zijn beroepspraktijk kan verbeteren.
Hoe kan de mkb-accountant digitalisering, ICT en data-analyses inzetten in zijn beroepspraktijk, zodat beter aan de wensen van zijn mkb-klanten wordt voldaan en de eigen bedrijfsvoering en werkprocessen efficiënter worden. In dit project wordt daarvoor een zelfscan en data-analyse protocol ontwikkelt, waarmee de accountant de digitalisering en data-analyse in zijn beroepspraktijk kan verbeteren.Doel De vraag die centraal staat bij dit onderzoek is: Hoe kan de mkb-accountant digitalisering, ICT en data-analyses inzetten in zijn beroepspraktijk, zodat beter aan de wensen van zijn mkb-klanten op het gebied van performance en directere sturing wordt voldaan en de eigen bedrijfsvoering en werkprocessen efficiënter worden? Met het beantwoorden van deze vraag wordt de accountant in staat gesteld zijn weg te vinden in het woud aan mogelijkheden op het gebied van digitalisering, ICT en data-analyse die bestaan of momenteel worden ontwikkeld. Resultaten Eind 2020 is na een eerder ontworpen gedragscode, een tweede keurmerk voor Erkend Financieringsadviseur MKB ontworpen voor niet-bancaire financiers. Met dit onderscheidende label wordt een kwalitatief hoogwaardige advisering (opleiding en blijvende educatie), werkelijke onafhankelijkheid en bindende uitspraken door het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid) gegarandeerd. Er is grote belangstelling bij marktpartijen voor dit keurmerk. De grootste partijen hebben zich direct gecommitteerd in het gebruik ervan. Lees meer Artikel accountant.nl: De Digitale Accountant: kansen en uitdagingen met informatietechnologie Artikel accountancyvanmorgen.nl: Beroepsorganisatie kan mkb-accountants ondersteunen bij data science vraagstukken Artikel accountant.nl: Invoeren financiële dashboards lastiger dan gedacht Model: Data Analyse Protocol Looptijd 01 april 2020 - 01 oktober 2022 Aanpak Het project bestaat uit zes fasen: Fase 1: Ontwikkeling prototype zelfscan en prototype data-analyse protocol Fase 2: Validatie van prototype zelfscan en prototype data-analyse protocol door toepassing en evaluatie bij deelnemende accountantskantoren Fase 3: Aanpassing en generalisering van prototype zelfscan en prototype data-analyse protocol; Fase 4: Validatie van zelfscan en data-analyse protocol door toepassing en evaluatie bij deelnemende accountantskantoren en accountantskantoren buiten consortium; Fase 5: Definitieve vaststelling van generiek toepasbare zelfscan en generiek toepasbaar data-analyse protocol; Fase 6: Verspreiding van definitieve generiek toepasbare zelfscan en generiek toepasbaar data-analyse protocol onder leden van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants