In het werkveld van Life Sciences & Chemistry heeft Innovative testing te maken met het testen van stoffen op hun werking en veiligheid. Met stoffen wordt hier bedoeld alle mogelijke chemicaliën waar aan we blootgesteld worden, zoals chemicaliën in onze leef- en werkomgeving, medicijnen (inclusief biologicals), maar ook stoffen in de voeding (inclusief voedselbestanddelen en natuurlijke stoffen). Mijn les zal echter voornamelijk gaan over de laatste twee categorieën, medicijnen en stoffen in de voeding. Ik wil in mijn openbare les eerst uiteenzetten waarom het zo belangrijk is om vast te stellen wat de werking en veiligheid van stoffen is. Vervolgens wil ik beschrijven welke innovaties op dit moment al plaatsvinden, in de toxicologie en de farmacologie. Dit wil ik doen om aan te geven waar de parallellen en mogelijkheden voor synergie liggen. Daarna zal ik aan de hand van een aantal voorbeelden aangeven tegen welke grenzen men zoal aanloopt bij het testen van werking en veiligheid van stoffen, om daarbij ook aan te geven dat er duidelijk aanwijzingen zijn voor het vervagen van grenzen tussen farmacologie en toxicologie. Tot slot zal ik aangeven welke rol het Kenniscentrum Life Sciences & Chemistry van Hogeschool Utrecht op het gebied van onderzoek én onderwijs in het werkveld van Innovative testing in Life Sciences & Chemistry wil gaan spelen.
Wat de bewoners van hun streek vinden, dat is belangrijk. Hun blik op toekomstige ontwikkelingen helpt de gemeente. Een proef wees uit dat het goed werkt om samen vast te stellen wat de kwaliteit van de omgeving is. Dat kunnen gemeenten mooi gebruiken in hun omgevingsvisie.
MULTIFILE
Nederlandse spelling is al heel lang een hot issue, er is een woud aan regeltjes met diverse uitzonderingen. Ook over de spelling van werkwoorden wordt veel geklaagd, het zou moeilijk zijn én de leerlingen leren het niet meer op school. Om erachter te komen of leerlingen de werkwoordspelling onder de knie krijgen, hebben we een toets gemaakt die in september en oktober op vier Tilburgse scholen afgenomen is: Theresia Lyceum, Odulphus Lyceum, 2College Jozefmavo en het Koning Willem II College.
Aanleiding: De belangstelling voor gezonde en veilige voeding is groot. Bij de gezondheidseffecten van voeding spelen de darmen een cruciale rol. Verschillende soorten bedrijven hebben behoefte aan natuurgetrouwe testmodellen om de effecten van voeding op de darmen te bestuderen. Ze zijn vooral op zoek naar modellen waarvan de uitkomsten direct vertaalbaar zijn naar het doelorganisme (de mens of bijvoorbeeld het varken) en die niet gebruikmaken van kostbare en maatschappelijke beladen dierproeven. Doelstelling Het project 2-REAL-GUTS heeft als doel om twee innovatieve dierproefvrije darmmodellen geschikt te maken voor onderzoek naar voedingsconcepten en -ingrediënten. De twee darmmodellen die worden toegepast zijn darmorganoïden, minidarmorgaantjes bestaande uit stamcellen, en darmexplants bestaande uit hele stukjes darm verkregen uit relevante organismen. Beide modellen hebben potentieel heel uitgebreide toepassingsmogelijkheden en hebben ook grote voordelen ten opzichte van de huidige veelgebruikte cellijnen, omdat ze meerdere in de darm aanwezige celtypen bevatten en uit verschillende specifieke darmregio's te verkrijgen zijn. Gezamenlijk gaan de partners werken aan: 1) het aanpassen van de kweekomstandigheden zodat darmmodellen geschikt worden om de vragen van partners te beantwoorden; 2) het vaststellen van de toepassingsmogelijkheden van de darmmodellen door verschillende stoffen en producten te testen. Beoogde resultaten Kennisconferenties, publicaties en exploitatie van de modellen zullen zorgen voor het verspreiden van de opgedane kennis. Omdat het project gebruikmaakt van moderne, op de toekomst gerichte laboratoriumtechnieken (kweekmethoden met stamcellen en vitaal weefsel, moleculaire analyses en microscopie), leent het zich uitstekend om geïmplementeerd te worden in het hbo-onderwijs. Als spin-off zal het project dan ook voorzien in een specifieke, voor Nederland unieke hbo-minor op het gebied van stamcel- en aanverwante technologie (zoals organ-on-a-chiptechnologie).
De nematode C. elegans is als alternatief testsysteem een zeer aantrekkelijk organisme voor het beoordelen van stoffen op potentieel schadelijke effecten. Het biedt door zijn geringe grootte van maar 1 mm een alternatief om op snelle wijze veel stoffen te beoordelen. C. elegans valt als ongewerveld dier niet onder de dierproefwet en kan ongelimiteerd zonder benodigde vergunningen worden ingezet. In de afgelopen jaren is uit gesubsidieerd onderzoek (RAAK MKB, CRACKIT) gebleken dat C. elegans een goede voorspellende waarde heeft om effecten te beoordelen die stoffen mogelijk hebben op de ontwikkeling en reproductie. Via een haalbaarheidsstudie wordt de markt beter in kaart gebracht en een verzelfstandigingsmodel ontwikkeld vor de relatie met de HAN.
Zijn data-analyse en bio-informatica de sleutel naar voorspellingen over de invloed van giftige stoffen op de gezondheid van mensen? Het project DART Pathfinder is een vervolgonderzoek naar een dierproefvrije testmethode. Met moderne ICT-technieken proberen we die voorspellingen te doen.Doel Het doel van dit project is om gegevens over giftige stoffen uit verschillende data bronnen samen te brengen. In het onderzoek gebruiken we technieken uit de bio-informatica. Zo willen we de eigenschappen van giftige stoffen beter in kaart brengen en (nadelige) effecten van soortgelijke stoffen kunnen voorspellen. Veel bedrijven maken producten of stoffen, die getest moeten worden of ze veilig zijn. Met dit project helpen we bedrijven om o.b.v. bestaande gegevens een betere keuze te maken welke testen ze hiervoor het beste kunnen gebruiken. Resultaten Kennis over computer modellen die voorspellingen doen, zoals machine learning, regression tree-based models; Nieuwe algoritmen (instructies om berekeningen uit te voeren) Inzicht in nieuwe biologische mechanismen obv data science Nieuwe statische methoden om data te analysen en voorspellingen te doen. Looptijd 01 februari 2018 - 01 februari 2022 Aanpak Met de gegevens uit het onderzoek maken we een computermodel dat voorspelt of giftige stoffen invloed hebben op de voortplanting en ontwikkeling van mensen. Die voorspelling gebeurt via machine learning, algoritmen en statistische methoden. Voor dit model wordt informatie uit publieke databases over fysische en chemische eigenschappen van mogelijk gevaarlijke stoffen samengevoegd met de gegevens over de invloed van deze stoffen op levende organismen. Net als in het eerste onderzoek (PreDART) werken we met rondwormen (C.elegans) en embryo's van zebravissen, met als doel geen proeven meer met ratten en konijnen te hoeven doen.