Fysieke en digitale sporen worden vaak gebruikt in strafzaken om misdrijven te bewijzen. Fysieke sporen worden meestal geanalyseerd om daarmee de bron van het spoor te achterhalen, maar forensisch onderzoekers toetsen de laatste jaren vaker hypothesen op activiteitniveau aan de hand van fysieke sporen. Op dit moment wordt nog weinig aandacht besteed aan activiteitniveau in de context van digitale sporen. Historisch gezien is dit be- grijpelijk omdat het tot voor kort nog lastig was om een persoon te koppelen aan een digitaal spoor. Maar nu smartphones, sociale media, slimme assistenten en horloges steeds persoonlijker worden, wordt in de bewijsvoering ook bij digitale sporen steeds vaker de vraag gesteld hoe het spoor is ontstaan. Het beantwoorden van die vraag kan helpen bij het vormen en toetsen van hypothesen en scenario’s in het rechercheonderzoek.Dit artikel begint met een introductie over het reconstrueren en bewijzen van activiteiten aan de hand van sporen. Vervolgens bespreken we een aantal Nederlandse strafzaken en analyseren we of en zo ja op welke wijze digitaal bewijs (mogelijk in samenhang met ander bewijs) is gebruikt om de activiteit van een verdachte te reconstrueren. Daarbij is zowel de digitale als de fysieke activiteit relevant nu onze fysieke ruimte en cyberspace in toenemende mate samensmelten. Dit artikel richt zich met name op de wijze waarop digitaal bewijs gebruikt kan worden bij het vormen en toetsen van hypothesen en scenario’s op activiteitniveau, en op de betekenis hiervan voor de opsporingspraktijk.
DOCUMENT
De tientallen miljarden slimme apparaten en smartphones die nu al het Internet of Things (IoT) vormen, laten een enorme hoeveelheid digitale sporen na. Een deel daarvan is zeer bruikbaar voor forensisch onderzoek. Met behulp van data science kunnen veel betere analyses van die sporen worden gedaan. niet alleen op bronniveau, maar ook op het niveau van activiteiten.
DOCUMENT
Mensen laten in het dagelijks leven steeds meer digitale sporen achter in computers, tablets en smartphones die waardevol kunnen zijn voor de opsporing en voor de bewijsvoering in strafzaken. Naast sporen die we bewust achterlaten, zoals berichten, foto’s en video’s, laten onze handelingen ook allerlei sporen na waarvan we ons veelal niet bewust zijn. Tezamen bieden al deze sporen een kijkje in het dagelijks activiteitenpatroon van een gebruiker. Het digitaal forensisch onderzoek dat zich hierop richt, wordt aangeduid als pattern-of-life forensics. Dit onderzoek is een waardevolle aanvulling voor het toetsen en opstellen van scenario’s, maar tegelijkertijd is het ook een complex onderzoeksgebied vanwege de snelle ontwikkelingen in hardware en software.In dit artikel geven we een aantal voorbeelden van pattern-of-life forensics aan de hand van rechterlijke uitspraken, experimenten die zijn uitgevoerd met smartphones en onderzoek dat is gepubliceerd in de literatuur. In het bijzonder hebben we ons daarbij gericht op het aantonen of een handeling met voorbedachte raad is verricht, op het aantonen van eigenaarschap van een smartphone en op de betrouwbaarheid van digitale sporen als die worden betwist. Juist het dagelijkse patroon van activiteiten dat door middel van pattern-of-life forensics wordt vastgesteld, kan bij uitstek vergeleken worden met observaties uit andere bronnen zoals beveiligingscamera’s, andere inbeslaggenomen bewijsstukken en/of getuigenverklaringen.
MULTIFILE
In deze publicatie, met als subtitel 'de kracht van verbinding', wordt ingegaan op de onderzoekslijnen en -thema's die vanuit het lectoraat voor de komende jaren zijn vastgesteld, de lopende onderzoeken en de plannen die worden ontwikkeld. Deze aspecten staan centraal in hoofdstuk 2. Daarna wordt in hoofdstuk 3 dieper ingegaan op de invulling van deze plannen en de uitdagingen die daarbij spelen. Dit gebeurt in samenwerking met collega's van binnen en buiten het lectoraat, de onderzoeksgroep, studenten en het werkveld. Het is de overtuiging dat de problemen en uitdagingen op het gebied van digitalisering en veiligheid alleen adequaat kunnen worden aangepakt door middel van goede samenwerking, waarbij verschillende disciplines worden betrokken. Daarom wordt de nadruk gelegd op 'de kracht van verbinding'.
DOCUMENT
Het rapport presenteert onderzoeksresultaten over eenzaamheid en sociaal isolement in de gemeente Eindhoven. Voor het meten van subjectieve eenzaamheid is de eenzaamheidsschaal van De Jong-Gierveld gebruikt. Om objectieve eenzaamheid te meten is tevens het aantal ontmoetingen met vrienden, bekenden en familieleden bevraagd. Het onderhavige rapport geeft een beeld van maatschappelijke ontwikkelingen in relatie tot eenzaamheid, welke actuele analyses er liggen en hoe de onderzoeksresultaten van het de Eindhovense inwonersenqujte 2002 en 2004 hiermee sporen. Tevens komen interventies aan de orde die zich middels ict richten op de aanpak van eenzaamheid.
DOCUMENT
De lvb-pilot in Rotterdam-Zuid heeft tot doel om te voorkomen dat mensen met een licht verstandelijke beperking (lvb) in aanraking komen met justitie en om recidive te verminderen. Dit doel hoopte men te bereiken door vroegsignalering en betere bejegening van mensen met een lvb. In de pilot is langs twee sporen gewerkt.
MULTIFILE
De publieke sector is in digitale transformatie en biedt haar diensten in toenemende mate digitaal. Tegelijkertijd hebben publieke dienstverleners te maken met de uitdaging om de dienstverlening 'persoonlijk' bij individuele burgers aan te laten sluiten. Hogeschool Utrecht deed de afgelopen twee jaar samen met Belastingdienst, Vitens, RET en een aantal andere publieke organisaties onderzoek naar hoe die twee zaken te combineren. In deze whitepaper bieden wij op basis van een groeimodel vier aanbevelingen die publieke organisaties helpen hun dienstverlening succesvol te digitaliseren en tegelijk persoonlijk te laten aansluiten bij hun burgers.
LINK
Deze rede gaat over het verrichte werk en de eerste vervolgplannen van het NHL Stenden Thorbecke Academie lectoraat ‘Bestuur in een Digitaliserende Samenleving’. Dit lectoraat werkt actief samen en vormt samen met het lectoraat ‘digitale weerbaarheid van mens en organisatie’ en de cross-over ‘digital citizenship’ de onderzoeksgroep Cybersafety.
DOCUMENT
Het project Cracking the Criminal Mind is een samenwerking tussen politie-experts en studenten. In een learning community wordt getracht om te anticiperen op nieuwe, frauduleuze verdienmethodes. Welke strategieën zouden criminelen – al dan niet gebruikmakend van nieuwe digitale afschermingsmethodes – kunnen bedenken om geld te verdienen en om uit zicht te blijven van politie en justitie? Het identificeren van innovatieve criminele verdienmethoden vindt plaats in een learning community waar politie-experts en studenten met verschillende soorten kennis en expertise samenkomen. Deelnemers aan de learning community denken ook na over strategieën om de geïdentificeerde verdienmethoden tijdig te herkennen en te verstoren.
DOCUMENT
Gemeenten hebben maatschappelijke taken en verantwoordelijkheden, speciaal de zorg voor openbare orde en veiligheid. De samenleving digitaliseert en dus doen gemeenten nu hun werk in een digitaliserende samenleving. Daarop moeten zij zich instellen. Gemeenten zijn sinds ongeveer 2013 bezig met een inhaalslag op dit vlak. De eerste fase in zo’n proces is bewustwording. Inmiddels hebben gemeenten vooral door online aangejaagde ordeverstoringen gezien welke rol de online wereld reeds speelt in openbare orde en veiligheid − én dat dit om aanpassingen vraagt. Gemeenten moeten hun typische gemeentetaken, dus hun werk aan openbare orde en veiligheid, nu doen in een digitale context. Daarover gaat dit essay. Meer in het bijzonder gaat het over een specifieke stap in deze ontwikkeling: een handelingskader dat ‘digibewuste’ gemeenten kunnen gebruiken bij het ontwikkelen van concrete werkwijzen.
DOCUMENT