Column uit Atrium over de betekenis van de begrippen hogeschool en universiteit in Nederland en in andere landen
Leraar worden en leraar blijven is een belangrijke focus binnen het lectoraat. De complexiteit van het beroep van leraar vraagt om een ontwikkeling die niet stopt na de diplomering. Goed starten focust op een doorgaande opleiding en professionalisering van initiële- tot en met inductiefase, waarin de leraar doorgroeit tot vakbekwame professional. Aanleiding voor ons onderzoek zijn maatschappelijke vraagstukken, zoals het structurele en toenemende lerarentekort en hoe eigentijds is op te leiden in een steeds veranderende en multiculturele samenleving. We laten de belangrijkste resultaten over Goed starten uit onderzoeksprojecten van Werken in Onderwijs de revue passeren.
Sinds de invoering van toelatingstoetsen voor de pabo (2015-2016) is de doorstroom van mbo-4studenten (met een niet-verwante opleiding) naar de pabo gestagneerd (Bussemaker, 2017). Om dezereden zijn in Den Haag, Rotterdam en Amsterdam doorstroomprogramma’s ontwikkeld om dedoorstroom van mbo-4 studenten naar de pabo te verbeteren. Dat roept de vraag op in hoeverre metdeze doorstroomprogramma’s de beoogde doelen behaald worden en welke factoren hierin bepalendzijn.In opdracht van de drie projectgroepen die verantwoordelijk zijn voor deze doorstroomprogramma’sheeft Het Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding van de Hogeschool van Amsterdam een beleidsevaluatie uitgevoerd van de doorstroomprogramma’s. Dit is een samenwerking tussen het Lectoraat Kansrijke Schoolloopbanen in een Diverse Stad en het Lectoraat Leren en Innoveren.
Eén van de taken van verpleegkundigen is om de kwaliteit van hun werk te monitoren via richtlijnen en protocollen. Maar in mensgerichte beroepen doen zich voortdurend omstandigheden voor waarin regels geen antwoord geven op individuele situaties en behoeften van zorgvragers. Daar waar regelgeving en protocollen haperen als instrument voor het professionele handelen, zal de professional een beroep doen op andere bronnen van inspiratie. Die bronnen zijn, naast cognitieve kaders, de normen en waarden die gevormd worden in de opvoeding, de cultuur en religie, de opleiding en de sociale context van het beroep. De diverse bronnen worden, meestal in overleg met anderen, gewogen om tot wijze besluitvorming te komen. Het verwerven en gebruiken van bronnen voor wijze besluitvorming wordt in de literatuur aangeduid als een stap in de ontwikkeling tot ‘expert’ professional. Deze ontwikkeling zou vooral ná de opleiding plaatsvinden door het opdoen van ervaringen in de beroepspraktijk. De laatste jaren is in de literatuur hernieuwde belangstelling voor deze ‘vaardigheid van wijze besluitvorming’ van professionals. Deze belangstelling lijkt een reactie op de protocollair aangestuurde beroepspraktijk en de onmogelijkheid om alle professionele handelen daarin te vatten. Data uit onderwijskundige bronnen tonen aan dat studenten al in de opleiding starten met het ontwikkelen van deze vaardigheid. Doel van het onderzoek is om meer kennis te verzamelen over deze vaardigheid van wijze besluitvorming van de hbo-verpleegkundige en hoe zij bronnen van inspiratie inzetten in hun professionele handelen. Het onderzoek beoogt 1) literatuurstudie naar het ontwikkelen van de vaardigheid van wijze besluitvorming en de rol daarin van bronnen van inspiratie, 2) kwalitatief onderzoek onder laatstejaars studenten en novice hbo-verpleegkundigen naar welke bronnen zij ontwikkelen en inzetten in de vaardigheid van wijze besluitvorming, en 3) actieonderzoek naar het gebruik van de bronnen in het handelen in de verpleegkundige praktijk en het handelingsrepertoire uit te breiden.
In een krappe arbeidsmarkt, met veranderende technologie en flexibilisering, heeft het mkb moeite met het aantrekken en behouden van beginnende financials (professionals die werken in finance binnen drie jaar na diplomering). Zij verwachten er onvoldoende ontwikkelingsmogelijkheden te krijgen. Het mkb vraagt echter juist vanaf het begin zelfstandigheid en brede inzetbaarheid. Dit vraagt om zelfsturend leren: zelf verantwoordelijkheid nemen om ontbrekende kennis en vaardigheden te ontwikkelen en hiervoor de aanpak te kiezen die het meest effectief en efficiënt is. Deze vaardigheid blijkt bepalend voor toekomstig professioneel succes, omdat daarmee proactief ingespeeld kan worden op ontwikkelingen in de omgeving (bv artificiële intelligence, belastingherzieningen) of de organisatie (b.v. thuiswerken, decentraliseren). Het mkb zoekt interventies die de ontwikkeling van zelfsturend leren in de context van het mkb faciliteren. Mkb-detacheerders, zelf ook mkb, zetten voor de beginnende financials die zij detacheren de interventies in die zij ook in andere contexten gebruiken en merken dat de mkb-context anders is. Mkb, mkb-detacheerder en beginnende financial hebben onvoldoende zicht op welke interventies het meest optimaal werken voor een duurzaam effect. Centraal staat: Welke interventies stimuleren het zelfsturend leren van beginnende financials binnen de mkb-context zodat zij duurzaam inzetbaar zijn? Met mkb en mkb-detacheerders ontwikkelen wij een toolkit vol wetenschappelijk onderzochte interventies. Vervolgens onderzoeken we longitudinaal de toepassing in de context van de mkb-praktijk, zodat zichtbaar wordt met welke interventies afgestudeerde financials hun zelfsturend leervermogen vergroten. De toolkit levert blijvend bruikbare, direct toepasbare instrumenten op voor mkb-bedrijven en hun detacheerders voor het effectief begeleiden van beginnende financials. De toolkit met bijbehorende lessons learned, wordt in de laatste fase opengesteld voor het hele mkb, zodat deze sector nieuwe instroom aantrekt en huidige professionals kan behouden.