Rond 40% van de mbo-studenten van niveau 4 kiest na diplomering voor doorstuderen in het hbo. Een overgang die voor menigeen problemen oplevert. Het percentage uitvallers in het eerste jaar is aanzienlijk. Hoe komt dat, waar liggen de struikelblokken en: wat te doen om die transitie soepeler te laten verlopen? Zijn mbo’ers wel ‘weerbaar en wendbaar’ genoeg voor het hbo?
DOCUMENT
Eén van de taken van verpleegkundigen is om de kwaliteit van hun werk te monitoren via richtlijnen en protocollen. Maar in mensgerichte beroepen doen zich voortdurend omstandigheden voor waarin regels geen antwoord geven op individuele situaties en behoeften van zorgvragers. Daar waar regelgeving en protocollen haperen als instrument voor het professionele handelen, zal de professional een beroep doen op andere bronnen van inspiratie. Die bronnen zijn, naast cognitieve kaders, de normen en waarden die gevormd worden in de opvoeding, de cultuur en religie, de opleiding en de sociale context van het beroep. De diverse bronnen worden, meestal in overleg met anderen, gewogen om tot wijze besluitvorming te komen. Het verwerven en gebruiken van bronnen voor wijze besluitvorming wordt in de literatuur aangeduid als een stap in de ontwikkeling tot ‘expert’ professional. Deze ontwikkeling zou vooral ná de opleiding plaatsvinden door het opdoen van ervaringen in de beroepspraktijk. De laatste jaren is in de literatuur hernieuwde belangstelling voor deze ‘vaardigheid van wijze besluitvorming’ van professionals. Deze belangstelling lijkt een reactie op de protocollair aangestuurde beroepspraktijk en de onmogelijkheid om alle professionele handelen daarin te vatten. Data uit onderwijskundige bronnen tonen aan dat studenten al in de opleiding starten met het ontwikkelen van deze vaardigheid. Doel van het onderzoek is om meer kennis te verzamelen over deze vaardigheid van wijze besluitvorming van de hbo-verpleegkundige en hoe zij bronnen van inspiratie inzetten in hun professionele handelen. Het onderzoek beoogt 1) literatuurstudie naar het ontwikkelen van de vaardigheid van wijze besluitvorming en de rol daarin van bronnen van inspiratie, 2) kwalitatief onderzoek onder laatstejaars studenten en novice hbo-verpleegkundigen naar welke bronnen zij ontwikkelen en inzetten in de vaardigheid van wijze besluitvorming, en 3) actieonderzoek naar het gebruik van de bronnen in het handelen in de verpleegkundige praktijk en het handelingsrepertoire uit te breiden.
De uitdaging om Entree-studenten duurzaam werk te laten vinden én behouden is het centrale vraagstuk van dit PD-traject. Entreeopleidingen zijn praktijkgerichte mbo-niveau 1 opleidingen zonder instroomeisen, bedoeld voor jongeren en volwassenen vanaf 16 jaar zonder diploma van het voortgezet onderwijs. Zij volgen een éénjarige opleiding die voorbereidt op assistent functies in sectoren zoals logistiek, horeca, detailhandel en zorg. Hoewel zij een diploma behalen, bevinden Entree-studenten zich vaak in een kwetsbare arbeidsmarktpositie; ze vinden het minst vaak werk en ontvangen relatief vaak een uitkering. Dit belemmert hun economische zelfstandigheid en verkleint hun perspectief op een duurzame loopbaan. De Inspectie van het Onderwijs wijst op een ‘knip’ tussen onderwijs en arbeidsmarkt, en pleit voor een ketenaanpak waarin onderwijs, werkveld en gemeenten structureel samenwerken. Binnen dit PD-traject wordt in co-creatie ontworpen, beproefd en onderzocht hoe een innovatieve, doorlopende leer- en loopbaanlijn kan bijdragen aan betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt voor Entree-studenten. Bij mboRijnland zet het College Start-Up zich via het Centrum voor Innovatief Vakmanschap Leven Lang Flex (CIV LLF) in voor duurzame arbeidsperspectieven voor Entree-studenten. In samenwerking met regionale bedrijven worden praktijkomgevingen gecreëerd waarin studenten werkervaring opdoen onder begeleiding van docenten en praktijkbegeleiders. De verwachte wet ‘Van school naar duurzaam werk’ (2026) versterkt deze ketenaanpak door nazorg tot een jaar na diplomering verplicht te stellen. Binnen dit PD-traject zal een doorlopende leer- en loopbaanlijn in co-creatie tussen onderwijs, werkveld, gemeenten en met studenten worden ontwikkeld. De focus ligt op begeleiding op maat, ondersteund met praktische tools en kennisdeling binnen een Community of Practice. Deze community brengt de betrokken partijen samen en ontwikkelt handelingskennis om als ‘grenswerkers’ te functioneren. Het einddoel is een stevige leer- en loopbaanroute die leidt tot grotere kansen op duurzaam werk, zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie voor Entree-studenten.
In een krappe arbeidsmarkt, met veranderende technologie en flexibilisering, heeft het mkb moeite met het aantrekken en behouden van beginnende financials (professionals die werken in finance binnen drie jaar na diplomering). Zij verwachten er onvoldoende ontwikkelingsmogelijkheden te krijgen. Het mkb vraagt echter juist vanaf het begin zelfstandigheid en brede inzetbaarheid. Dit vraagt om zelfsturend leren: zelf verantwoordelijkheid nemen om ontbrekende kennis en vaardigheden te ontwikkelen en hiervoor de aanpak te kiezen die het meest effectief en efficiënt is. Deze vaardigheid blijkt bepalend voor toekomstig professioneel succes, omdat daarmee proactief ingespeeld kan worden op ontwikkelingen in de omgeving (bv artificiële intelligence, belastingherzieningen) of de organisatie (b.v. thuiswerken, decentraliseren). Het mkb zoekt interventies die de ontwikkeling van zelfsturend leren in de context van het mkb faciliteren. Mkb-detacheerders, zelf ook mkb, zetten voor de beginnende financials die zij detacheren de interventies in die zij ook in andere contexten gebruiken en merken dat de mkb-context anders is. Mkb, mkb-detacheerder en beginnende financial hebben onvoldoende zicht op welke interventies het meest optimaal werken voor een duurzaam effect. Centraal staat: Welke interventies stimuleren het zelfsturend leren van beginnende financials binnen de mkb-context zodat zij duurzaam inzetbaar zijn? Met mkb en mkb-detacheerders ontwikkelen wij een toolkit vol wetenschappelijk onderzochte interventies. Vervolgens onderzoeken we longitudinaal de toepassing in de context van de mkb-praktijk, zodat zichtbaar wordt met welke interventies afgestudeerde financials hun zelfsturend leervermogen vergroten. De toolkit levert blijvend bruikbare, direct toepasbare instrumenten op voor mkb-bedrijven en hun detacheerders voor het effectief begeleiden van beginnende financials. De toolkit met bijbehorende lessons learned, wordt in de laatste fase opengesteld voor het hele mkb, zodat deze sector nieuwe instroom aantrekt en huidige professionals kan behouden.