Er is steeds meer aandacht voor onderzoek en practoraten in het mbo (Werkagenda mbo, 2023-2027). Geïnspireerd en gestuurd door ontwikkelingen binnen het onderwijs, het werkveld en de maatschappij, kiezen steeds meer mbo-scholen ervoor zelf onderzoek te doen en zich te ontwikkelen als kennisinstelling en onderzoekspartner. Schoolbesturen voelen zich steeds meer eigenaar van de onderzoeksagenda op thema’s die voor het mbo relevant zijn (zie NRO Kennisagenda voor het Onderwijs, 2022). Scholen willen het brede palet van activiteiten, producten en kennis uit onderzoek benutten ten dienste van professionele ontwikkeling en schoolontwikkeling alsmede innovatie van het onderwijs en beroepspraktijk.
DOCUMENT
Kwaliteitsverbetering van het onderwijs wordt de afgelopen jaren steeds meer gelinkt aan onderzoekend werken door onderwijsprofessionals. Van individuele docenten en docententeams wordt verwacht dat zij hun onderwijspraktijk continu verbeteren. Dat veronderstelt dat docenten(teams) in het mbo kritische vragen stellen bij hun uitvoeringspraktijk, zij zich bij het ontwerpen van nieuw onderwijs laten voeden door onderzoeksresultaten over de eigen praktijk en nieuwe aanpakken evalueren. Onderzoekend werken vereist een onderzoekende houding en kritisch-reflectief werkgedrag. De vijf mbo-instellingen uit het consortium hebben behoefte aan inzicht in hoe onderzoekend werken van docenten en docententeams op hun instelling betekenis krijgt. Daarnaast willen zij zicht krijgen op interventies die bijdragen aan het versterken van onderzoekend werken van docenten en docententeams en/of aan onderwijsverbetering. Hiertoe zijn vier onderzoeksvragen geformuleerd: 1. Hoe percipiëren betrokkenen in de onderzochte mbo-instellingen het onderzoekend werken van docenten? 2. Wat zijn kenmerken van in de praktijk lopende interventies met het oog op onderzoekend werken van docenten? 3. Wat is de invloed van de interventies op onderzoekend werken en/of onderwijsverbeteringen? 4. Wat zijn bevorderende en belemmerende factoren (mechanismen) hierbij? Mbo-instellingen uit het consortium hebben zelf (lopende) interventies aangedragen die volgens hen samenhangen met onderzoekend werken. Deze interventies vormden de basis voor voorliggend onderzoek, dat is opgezet als een meervoudige gevalsstudie. Bij vijf casussen zijn gedurende drie schooljaren gegevens verzameld via kwalitatieve (deskresearch, interviews, focusgroepen, activiteitenflits) en kwantitatieve (vragenlijst) methoden. Samenwerking tussen professionele onderzoekers en docentonderzoekers had als oogmerk de doorwerking van het onderzoek naar de beroepspraktijk te versterken. Projectnummer: 405.17.621 Dit onderzoek is (mede) gefinancierd door het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek
DOCUMENT
In 2020 hebben drie docentonderzoekers (Irene de Kleyn, Mariska Dinkelman en Marleen IJzerman) vanuit het lectoraat Meertaligheid en Onderwijs een inventarisatieonderzoek opgezet en uitgevoerd onder een representatieve afvaardiging van lerarenopleiders en studenten van de internationale varianten van de lerarenopleidingen Duits, Engels, Frans en Spaans van Instituut Archimedes (IA) die zijn gebundeld onder “Teacher Education” (TeacherEd). Het onderzoek had als doel inzicht te krijgen in de rol/plek van meertaligheid als leermiddel, leerdoel en context in de verschillende curricula van de TeacherEd.
DOCUMENT
In 2015 startte het lectoraat Boundary crossing praktijken van opleiders en onderzoekers bij Aeres Hogeschool Wageningen (AHW, toen nog Stoas Wageningen | Vilentum Hogeschool). We zijn het lectoraat later Grenspraktijken van opleiders en onderzoekers gaan noemen. Het lectoraat wordt momenteel bemensd door lector Niek van den Berg en docentonderzoekers Arjen Nawijn, Sara Albone en Hanneke Maassen. Intern werken we samen met de andere lectoraten van de onderzoeksgroep en met de opleidingen van AHW. Ook werken we onder meer samen met Aeres vmbo en mbo (over onderzoek in de scholen), met Marco Mazereeuw en Lisette Munneke in EAPRIL Cloud 11 over de methodologie van praktijk(gericht)onderzoek, en met onderzoekers en onderwijsprofessionals in diverse projecten. Het huidige eerste hoofdstuk beschrijft hoe het lectoraat tot stand kwam en hoe het begrippenkader zich vormde tot de eerste openbare les van januari 2016. Daarna gaan de volgende hoofdstukken over de vier werklijnen van het lectoraat in de afgelopen jaren. Het slothoofdstuk gaat over de ideeën voor het vervolg.
DOCUMENT
Dit boekje beschrijft een methode voor het reviewen van praktijkgericht onderzoek. Reviewen is kritisch oordelen over een stuk werk. We lichten de methode zo concreet mogelijk toe opdat lectoren, onderzoekers en docentonderzoekers in de kenniscentra in het hbo deze zelf kunnen toepassen. De methode is bruikbaar voor alle domeinen en kenniskringen, dus niet gebonden aan één discipline of vakgebied.
DOCUMENT
In deze notitie wordt de huidige stand van zaken wat betreft het academische deel van de opleidingsschool, en daaraan gekoppeld, als mogelijke onderdelen voor een subsdieaanvraag, een aantal potentiële 'verankerprojecten' geschetst. Alle vo-scholen die in 2011 bij het academische deel van de opleidingsschool betrokken zijn, hebben eerder al laten weten in principe ook in de periode 2012-2016 te willen participeren. Daarnaast zijn er nog enkele scholen uit het samenwerkingsverband die overwegen om ook aan te sluiten bij het academische deel van het project. Een vervolg van het project betekent dat er nog meer aandacht gevraagd zal worden voor de inhoud en kwaliteit van het praktijkonderzoek dat door leraren (in opleiding) op school wordt uitgevoerd en ook voor de verbetering van de afstemming en samenwerking tussen partnerscholen, lerarenopleiding en betrokken wetenschappelijke instellingen op dit punt. In het kader van de discussie en besluitvorming voor (verdere) uitbouw van de academische kop van de Opleiedingsschool Limburg is op verzoek van het directieberaad van de AOSL deze notitie geschreven.
DOCUMENT
Website van Marklinq, de kenniskring van het lectoraat Marketing / Marktgericht Ondernemen, waarbinnen marketingonderzoek wordt uitgevoerd door docentonderzoekers. Het unieke van Marklinq is dat bedrijven er lid van kunnen worden en zelf hun onderzoeksvragen kunnen inbrengen. Op die wijze is de valorisatie van het onderzoek gegarandeerd. Marklinq is dus te beschouwen als de onderzoeksverbinding tussen de Hanzehogeschool Groningen en het bedrijfsleven.
LINK
Het project ‘(Be)Leef in de wijk’ Het project is gestart in januari 2015 en afgerond in maart 2017. Het project is uitgevoerd door een consortium van Coöperatie KenVaK (Zuyd Hogeschool, Hogeschool Arnhem en Nijmegen, NHL-Stenden Hogeschool, Hogeschool Leiden), Trimbos-instituut en de praktijkinstellingen Koraal Groep, STEVIG en Idris. Hulpverleners, studenten en docentonderzoekers werkten in co-creatie samen. Het project is gesubsidieerd door Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA.
DOCUMENT
Aeres mbo Almere, Melanchthon Business School(MBS), Terra Assen en Zone.College Hardenberg: Vier AOC’s die elk op hun eigen manier werken aan innovatief onderwijs om hun studenten zo goed mogelijk voor te bereiden op hun toekomst. Vier initiatieven met als doel om goed aan te sluiten op de veranderende toekomstperspectieven van de studenten. Vervolgens is de vraag: wat is precies het toekomstperspectief van onze huidige groene(beroeps)student? En leiden de vier innovatieve initiatieven ook daadwerkelijk tot een goede aansluiting op de toekomst?
DOCUMENT
Onderzoekend werken in mbo-instellingen is belangrijk omdat het docenten helpt in te spelen op ontwikkelingen in het onderwijs, werkveld en studenten. Een docent verwoordt het treffend: ‘Zonder onderzoekende houding is het lastig om de veranderingen bij te houden. Studenten vonden vroeger bijvoorbeeld sociale media niet belangrijk maar nu wel, daar zullen docenten dan ook nu iets mee moeten doen’. Onderzoekend werken is daarmee geen doel op zich, maar nadrukkelijk een middel bij het verbeteren of vernieuwen van onderwijs. In deze bijdrage gaan de auteurs in op de vraag hoe onderzoekend werken door docenten er uit ziet, en geven ze een voorbeeld van hoe onderzoekend werken op een mbo-instelling wordt ingezet bij onderwijsverbetering. Tot slot presenteren de auteurs een tool om met collega’s in de opleiding in gesprek te gaan over hoe zij onderzoekend (kunnen) werken aan onderwijsverbetering.
DOCUMENT