The number of light commercial vehicles (LCV) in cities is growing, which puts increasing pressure on the liveability of cities. Small electric freight vehicles and cargo bikes can offer a solution, as they take less space, can manoeuvre easily and free from polluting emissions. Within the two-year LEVV-LOGIC project, (2016-2018) the use of light electric freight vehicles (LEFVs) for city logistics is explored. The project combines expertise on logistics, vehicle design, charging infrastructure and business modelling to find the optimal concept. This paper presents guidelines for the design of LEFV based on the standardized rolling container (length 800 mm, width 640 mm, height 1600 mm) and for the charging infrastructure.
In this study, the effect of strapping rowers to their sliding seat on performance during 75 m on-water starting trials was investigated. Well-trained rowers performed 75 m maximum-effort starts using an instrumented single scull equipped with a redesigned sliding seat system, both under normal conditions and while strapped to the sliding seat. Strapping rowers to their sliding seat resulted in a 0.45 s lead after 75 m, corresponding to an increase in average boat velocity of about 2.5%. Corresponding effect sizes were large. No significant changes were observed in general stroke cycle characteristics. No indications of additional boat heaving and pitching under strapped conditions were found. The increase in boat velocity is estimated to correspond to an increase in average mechanical power output during the start of on-water rowing between 5% and 10%, which is substantial but smaller than the 12% increase found in a previous study on ergometer starting. We conclude that, after a very short period of adaptation to the strapped condition, single-scull starting performance is substantially improved when the rower is strapped to the sliding seat.
Computers are promising tools for providing educational experiences that meet individual learning needs. However, delivering this promise in practice is challenging, particularly when automated feedback is essential and the learning extends beyond using traditional methods such as writing and solving mathematics problems. We hypothesize that interactive knowledge representations can be deployed to address this challenge. Knowledge representations differ markedly from concept maps. Where the latter uses nodes (concepts) and arcs (links between concepts), a knowledge representation is based on an ontology that facilitates automated reasoning. By adjusting this reasoning towards interacting with learners for the benefit of learning, a new class of educational instruments emerges. In this contribution, we present three projects that use an interactive knowledge representation as their foundation. DynaLearn supports learners in acquiring system thinking skills. Minds-On helps learners to deepen their understanding of phenomena while performing experiments. Interactive Concept Cartoons engage learners in a science-based discussion about controversial topics. Each of these approaches has been developed iteratively in collaboration with teachers and tested in real classrooms, resulting in a suite of lessons available online. Evaluation studies involving pre-/post-tests and action-log data show that learners are easily capable of working with these educational instruments and that the instruments thus enable a semi-automated approach to constructive learning.
Het onderzoeksvoorstel richt zich op het verkennen en verbeteren van de veerkracht van Generatie Z (Gen Z) medewerkers binnen de hospitalitysector. Dit onderzoek is gemotiveerd door de waargenomen mentale gezondheidsproblemen waarmee Gen Z te maken heeft, zoals hoge niveaus van stress, angst en burn-out, vooral in dynamische omgevingen zoals de hospitalitysector. Deze uitdagingen beïnvloeden niet alleen het welzijn van individuen, maar verergeren ook problemen zoals hoog personeelsverloop, ziekteverzuim en verminderde betrokkenheid, wat de dienstverlening en efficiëntie in de sector onder druk zet. Het onderzoek heeft tot doel veerkracht opnieuw te definiëren in de context van de hospitalitysector. Het onderzoek zal onderzoeken hoe individuele, organisatorische en maatschappelijke factoren veerkracht beïnvloeden en zal manieren verkennen waarop hotels actief kunnen bijdragen aan het versterken van de veerkracht van hun (jonge) medewerkers. De aanpak omvat een Design-Based Research (DBR) methodologie, die samenwerking tussen academici en de industrie benadrukt om praktische, op bewijs gebaseerde interventies te ontwikkelen. Het onderzoek zal in fasen worden uitgevoerd, te beginnen met een conceptuele studie om een basisbegrip van veerkracht vast te stellen, gevolgd door een uitgebreide analyse door middel van enquêtes en interviews, en uiteindelijk uitmondend in de ontwikkeling en het testen van strategieën om veerkracht op te bouwen. Het uiteindelijke doel is om een genuanceerd kader voor veerkracht te ontwikkelen dat niet alleen het welzijn van individuele medewerkers verbetert, maar ook bijdraagt aan de algehele duurzaamheid en het succes van de hospitalitysector. Het onderzoek zal naar verwachting bruikbare inzichten opleveren voor hotelmanagers en opleiders, zodat zij Gen Z-medewerkers beter kunnen ondersteunen en hun betrokkenheid en retentie binnen de sector kunnen verbeteren.
De PD Kunst + Creatief wordt uitgevoerd dankzij de financiële en personele inspanning van vijftien hogescholen. Daarmee zijn in de afgelopen twee jaar een uitvoerende Taskforce, scholings- en bestuurlijke activiteiten mogelijk gemaakt, waardoor de PD al een solide inhoudelijke en governance basis heeft. De Impulsaanvraag richt zich daarom vooral op de kwaliteitszorg en heeft als doel om bestaande (inter)nationale kwaliteitscriteria voor artistiek en ontwerpend onderzoek te operationaliseren naar praktische, houdbare en controleerbare instrumenten en governance voor de PD Kunst + Creatief. De Impuls betreft de monitoring, evaluatie, aanpassing en verankering van de kwaliteitszorg op het niveau van de kandidaten en hun begeleiders en dat van het Graduate Programma en het Graduate Network. Deze activiteiten zijn ondergebracht in werkpakketten die de kwaliteitsstandaarded van de VH volgend. Ze worden gecoördineerd en afgestemd worden door de Taksforce Kunst + Creatief en uitgevoerd door diverse lectoren en senior onderzoekers van de vijftien aan de pilot deelnemende hogescholen. Op het niveau van de PD-projecten betreft het, activiteiten die de verbetering van individuele projecten mogelijk maken, zoals de ontwikkeling van richtlijnen voor monitoring en begeleiding van de onderzoeksprojecten, als ook de mogelijkheid voor PD-onderzoekers en/of hun begeleiders om deel te nemen aan zaken die aantoonbaar bijdragen aan het begrip van derde-cycluskwaliteit in het domein. Op het niveau van het Graduate Programma en het Graduate Network gaat het om het ontwerp en de uitvoering van het curriculum voor de PD, waarvoor onderwijsvormen en methodieken worden ontwikkeld die passend zijn voor de doelgroep van PD-onderzoekers en hun begeleiders (in Training-the-Trainersessies). Daarnaast gaat het om het verder ontwikkelen en toetsen van een adequate en duurzame governance structuur en om de verbinding van de PD met (inter)nationale culturele en creatieve sector.
Mensen met chronische lage rugpijn bewegen anders dan gezonde mensen. We weten niet hoe dat komt en hoe we patiënten het beste kunnen behandelen. Bij beide onderzoeken we het beweeggedrag bij pijn en verlies van bewegingscontrole. Hierdoor kunnen we oefentherapie bij chronische lage rugpijn verbeteren.