Symposium Intelligente systemen in de zorg, KU Leuven, 9 maart 2012.
Is de Nederlandse melkveehouder klaar om met sensordata aan de slag te gaan? Die vraag is meerdere malen gesteld tijdens de themamiddag 'Blij met sensoren in de wei' op de Dairy Campus, georganiseerd door hogeschool Van Hall Larenstein, Wageningen Livestock Research en het project 4DF4. Een eenduidige conclusie is er niet. Wel is duidelijk dat de sensoren in de wei van onmisbare waarde kunnen zijn.
MULTIFILE
In het SaxShirt-project wordt een comfortabel shirt ontwikkeld waarmee fysiologische aspecten van de drager kunnen worden gemeten, zonder dat de drager daar extra inspanning voor hoeft te leveren. Dergelijke technologieën noemen we Zero Effort Technologies (Baecker, 2011). De belangrijkste fysiologische aspecten die in eerste instantie gemeten gaan worden zijn: 1) temperatuur 2) hartslag 3) ademhaling. Het project is gestart in september 2013. Het doel is om in oktober 2014 een praktisch demonstratiemodel te hebben van het shirt waarmee de mogelijkheden van de huidige technologie kunnen worden gedemonstreerd. Het is belangrijk dat het shirt niet alleen comfortabel zit, maar ook robuust en eenvoudig te wassen en reinigen is. Voorafgaand aan dit project zijn er al verscheidene onderzoeken en ontwikkelingen geweest om mogelijkheden voor het shirt te onderzoeken. Om een definitief implementatieplan te kunnen opstellen voor het huidige project, was er behoefte om nog eenmaal een korte verbredende onderzoeksfase uit te voeren. Dit rapport is het resultaat van deze fase. Na de verbredende fase zijn in november 2013 besluiten genomen en is begonnen aan de implementatie van het demonstratiemodel. De belangrijke momenten staan in onderstaand overzicht: • Oktober 2013: Start SaxShirt Project • November 2013: Vaststellen Plan van Aanpak (PvA) voor implementatie • Juli 2014: Afronden implementatie • Oktober 2014: Oplevering eerste demonstratiemodel SaxShirt Dit rapport beschrijft de state-of-the art van technieken waarmee bovenstaande fysiologische aspecten kunnen worden gemeten. Het doel van dit rapport is om een overzicht van in textiel-integreerbare fysiologische sensoren te geven. Dit overzicht dient als basis en discussiestuk voor het pan van aanpak voor de implementatie en kan worden gebruikt als introductie voor nieuwe medewerkers op het SaxShirt project.
MULTIFILE
Er vindt een grootschalige technologische transformatie plaats, waarbij gebouwen en gebouwonderdelen steeds ‘slimmer’ gemaakt kunnen worden. Echter, deze technologische vooruitgang gaat gepaard met een verandering, niet alleen in de manier waarop gebouwen functioneren, maar ook in de manier waarop deze ontwikkeld en gebouwd worden. Naast grote technologische veranderingen vinden er ook invloedrijke maatschappelijke veranderingen plaats, vergrijzing en een grotere grijze druk zijn daar twee van. Dit project wil een interactief bouwdeel ontwikkelen wat mensen met dementie helpt langer zelfstandig thuis te wonen. Hiervoor is het ondersteunen van de zelfstandigheid belangrijk voor de quality of life van deze groep. De te ontwikkelen interactieve woonkamer heeft als doel om te ondersteunen en stimuleren bij ADL, mobiliteit en oriëntatie. Deze interactieve woonkamer wordt ontwikkeld door verschillende MKB partijen die technologie hebben die op een of andere manier een bijdrage kan leveren aan het bovenstaande doel. Daarnaast zijn de HAN, HvA en TU/e betrokken als kennispartners bij het project. Het doel is om een aanpak voor de ontwikkeling van interactieve bouwonderdelen en één innovatieve en interactieve ruimte (de interactieve woonkamer) in twee living labs te testen. Het eerste living lab zal als technische test dienen waarin het eerste prototype verbeterd kan worden. Het tweede living lab zal zijn in DrieGasthuizenGroep, waar een tweede prototype geïnstalleerd wordt en waar de reactie, acceptatie en effect op bewoners, zorg en mantelzorg bekeken kan worden. Deze publieke partner wordt betrokken bij het gehele design proces, zodat de input en behoeften van deze verschillende stakeholders al vroeg in het proces ingebracht worden. Dit iteratieve proces zal uiteindelijk niet alleen leiden tot een interactieve woonkamer die beter bij de behoefte van de gebruiker aansluit, maar ook tot een betere acceptatie bij implementatie in de praktijk.
In iedere middelbare schoolklas zit gemiddeld een kind met een idiopathische scoliose, een verkromming van de wervelkolom die vaker ontstaat bij meisjes. In veel gevallen is tijdens de jaren van de groeispurt een brace de aangewezen behandeling. Hoeveel druk een brace exact op welke plek moet leveren is echter niet bekend.
In iedere middelbare schoolklas zit gemiddeld een kind met een idiopathische scoliose (2-4% van de Nederlandse bevolking). Scoliose is een verkromming van de wervelkolom die vaker ontstaat bij meisjes en verder kan toenemen tijdens de adolescente groeispurt. Zonder behandeling kan deze verkromming leiden tot een verandering van de vorm van de gehele borstkas. In veel gevallen is tijdens de jaren van de groeispurt een scoliosebrace de aangewezen behandeling. Voorbeelden zijn de Boston en Providence brace. De effectiviteit van de therapie is sterk afhankelijk van een aantal factoren zoals de draagduur van de brace (tot 23 uur per dag of alleen ‘s nachts) en in welke mate de brace de rug corrigeert. Dat laatste is afhankelijk van de vorm en hoe strak de brace gedragen wordt. Hoe strak de brace het beste gedragen moet worden is echter niet precies bekend. Wel is bekend dat teveel druk vervelende drukplekken of zelfs wonden of ongewenste vergroeiingen kan veroorzaken. Door middel van een interdisciplinair netwerk van technologen, scoliosetherapeuten en wervelkolom orthopeden is het doel van dit project om samen met de scoliose patiëntenvereniging inzicht te krijgen in de druk van de brace en hoe het lichaam daarop reageert om daarmee de therapie te kunnen optimaliseren. Door de brace ‘intelligent’ te maken met geavanceerde kracht- en druksensoren creëren we inzicht in hoeveel druk de brace op het lichaam uitoefent, welke eigenlijk nodig is voor optimale correctie en met welke kracht op welk moment van de dag de brace gedragen dient te worden. Dit kan bijvoorbeeld betekenen, meer ’s nachts en minder overdag. Op deze manier wordt voor de patiënt de groei van de rug zo goed mogelijk bijgestuurd, terwijl er meer bewegingsvrijheid ontstaat en daarmee draagcomfort wordt vergroot. Hiermee wordt een belangrijke stap gezet naar een intelligente, gepersonaliseerde brace voor scoliose therapie bij jonge adolescenten.