Er zijn veel verschillende sensoren beschikbaar die gebruikt kunnen worden om data in te winnen. Daarnaast zijn er veel verschillende werkwijzen om aan de slag te gaan met sensoren. Om een gestandaardiseerde werkwijze op te stellen, is een groep 4e-jaars AGIS studenten van de HAS green academy in het kader van het SURF project SMART sensordata infrastructuur aan de slag gegaan met het proces omtrent het inwinnen van data met sensoren. Hier is een werkwijze uit komen rollen die voor iedereen en overal werkt. In deze handleiding wordt de werkwijze stap voor stap uitgelegd.
MULTIFILE
Afsluiting Tot slot geef ik u een korte samenvatting van mijn openbare les. Ik ben de les begonnen met een verwijzing naar het rapport Micro Systems Technlogy, exploring opportunities van de Stichting Toekomstbeeld der Techniek. Ik heb laten zien dat er inmiddels grote markten zijn ontstaan waarin microsysteemtechnologie een essentiële rol speelt. Ik heb verteld over de wereld van de microsystemen en hoe die in onze dagelijkse omgeving een steeds belangrijker rol gaan spelen. Over microsystemen die steeds kleiner worden, zelfs de grootte van zandkorrels zullen hebben. Ik heb geprobeerd aan te geven dat er mogelijk dramatische veranderingen in onze leefomgeving en in onze levensstijl kunnen gaan optreden. Kleine zaken, grote gevolgen. Tot slot heb ik u mijn plannen ontvouwd voor een tweetal concrete projecten. Hiermee wil ik proberen te helpen met het toepassen van MST-technologie bij bedrijven en in de medische wereld. Door het onderwijs aan concrete projecten te koppelen, wil ik het onderwerp MST aantrekkelijk maken voor de studenten. Studenten die kiezen voor een vak met toekomst. Die toekomst begint nu.
DOCUMENT
Is de Nederlandse melkveehouder klaar om met sensordata aan de slag te gaan? Die vraag is meerdere malen gesteld tijdens de themamiddag 'Blij met sensoren in de wei' op de Dairy Campus, georganiseerd door hogeschool Van Hall Larenstein, Wageningen Livestock Research en het project 4DF4. Een eenduidige conclusie is er niet. Wel is duidelijk dat de sensoren in de wei van onmisbare waarde kunnen zijn.
MULTIFILE
Er vindt een grootschalige technologische transformatie plaats, waarbij gebouwen en gebouwonderdelen steeds ‘slimmer’ gemaakt kunnen worden. Echter, deze technologische vooruitgang gaat gepaard met een verandering, niet alleen in de manier waarop gebouwen functioneren, maar ook in de manier waarop deze ontwikkeld en gebouwd worden. Naast grote technologische veranderingen vinden er ook invloedrijke maatschappelijke veranderingen plaats, vergrijzing en een grotere grijze druk zijn daar twee van. Dit project wil een interactief bouwdeel ontwikkelen wat mensen met dementie helpt langer zelfstandig thuis te wonen. Hiervoor is het ondersteunen van de zelfstandigheid belangrijk voor de quality of life van deze groep. De te ontwikkelen interactieve woonkamer heeft als doel om te ondersteunen en stimuleren bij ADL, mobiliteit en oriëntatie. Deze interactieve woonkamer wordt ontwikkeld door verschillende MKB partijen die technologie hebben die op een of andere manier een bijdrage kan leveren aan het bovenstaande doel. Daarnaast zijn de HAN, HvA en TU/e betrokken als kennispartners bij het project. Het doel is om een aanpak voor de ontwikkeling van interactieve bouwonderdelen en één innovatieve en interactieve ruimte (de interactieve woonkamer) in twee living labs te testen. Het eerste living lab zal als technische test dienen waarin het eerste prototype verbeterd kan worden. Het tweede living lab zal zijn in DrieGasthuizenGroep, waar een tweede prototype geïnstalleerd wordt en waar de reactie, acceptatie en effect op bewoners, zorg en mantelzorg bekeken kan worden. Deze publieke partner wordt betrokken bij het gehele design proces, zodat de input en behoeften van deze verschillende stakeholders al vroeg in het proces ingebracht worden. Dit iteratieve proces zal uiteindelijk niet alleen leiden tot een interactieve woonkamer die beter bij de behoefte van de gebruiker aansluit, maar ook tot een betere acceptatie bij implementatie in de praktijk.
In iedere middelbare schoolklas zit gemiddeld een kind met een idiopathische scoliose, een verkromming van de wervelkolom die vaker ontstaat bij meisjes. In veel gevallen is tijdens de jaren van de groeispurt een brace de aangewezen behandeling. Hoeveel druk een brace exact op welke plek moet leveren is echter niet bekend.
In iedere middelbare schoolklas zit gemiddeld een kind met een idiopathische scoliose (2-4% van de Nederlandse bevolking). Scoliose is een verkromming van de wervelkolom die vaker ontstaat bij meisjes en verder kan toenemen tijdens de adolescente groeispurt. Zonder behandeling kan deze verkromming leiden tot een verandering van de vorm van de gehele borstkas. In veel gevallen is tijdens de jaren van de groeispurt een scoliosebrace de aangewezen behandeling. Voorbeelden zijn de Boston en Providence brace. De effectiviteit van de therapie is sterk afhankelijk van een aantal factoren zoals de draagduur van de brace (tot 23 uur per dag of alleen ‘s nachts) en in welke mate de brace de rug corrigeert. Dat laatste is afhankelijk van de vorm en hoe strak de brace gedragen wordt. Hoe strak de brace het beste gedragen moet worden is echter niet precies bekend. Wel is bekend dat teveel druk vervelende drukplekken of zelfs wonden of ongewenste vergroeiingen kan veroorzaken. Door middel van een interdisciplinair netwerk van technologen, scoliosetherapeuten en wervelkolom orthopeden is het doel van dit project om samen met de scoliose patiëntenvereniging inzicht te krijgen in de druk van de brace en hoe het lichaam daarop reageert om daarmee de therapie te kunnen optimaliseren. Door de brace ‘intelligent’ te maken met geavanceerde kracht- en druksensoren creëren we inzicht in hoeveel druk de brace op het lichaam uitoefent, welke eigenlijk nodig is voor optimale correctie en met welke kracht op welk moment van de dag de brace gedragen dient te worden. Dit kan bijvoorbeeld betekenen, meer ’s nachts en minder overdag. Op deze manier wordt voor de patiënt de groei van de rug zo goed mogelijk bijgestuurd, terwijl er meer bewegingsvrijheid ontstaat en daarmee draagcomfort wordt vergroot. Hiermee wordt een belangrijke stap gezet naar een intelligente, gepersonaliseerde brace voor scoliose therapie bij jonge adolescenten.