Maatschappelijke en technologische ontwikkelingen geven zorgtechnologie een impuls. Een update van het hoger gezondheidszorgonderwijs is dan ook nodig om dit aan te laten sluiten bij alle ontwikkelingen. Het is belangrijk dat zorgprofessionals de juiste kennis en vaardigheden hebben. Dit rapport geeft suggesties hoe dit aan te pakken.
Zorg op afstand kan ouderen helpen om langer zelfstandig thuis te wonen. Maar zolang verpleegkundigen niet weten hoe zij zorg op afstand moeten verlenen, heeft deze zorgverlening - met gebruik van eHealth-technologie - weinig waarde. Over eHealth wordt veel geschreven, maar eHealth is niet per se populair onder verpleegkundigen. Hoe komt dat? Wat weerhoudt hen van deze innovaties? En hoe krijg je verpleegkundigen wél overstag? Cruciaal voor verpleegkundigen is dat de meerwaarde van eHealth voor hun cliënt evident is. ‘Draagt het bij aan de zorg van mijn cliënt, dan wil ik het wel inzetten’. In dit artikel bespreken we wat je met dit gegeven kunt als je nadenkt over het integreren van eHealth in het curriculum van verpleegkundestudenten. Er wordt geïllustreerd hoe eHealth-onderwijs eruit kan zien en welke uitdagingen hier nog liggen.
Background: We developed an Internet-based physical activity (PA) support program (IPAS), which is embedded in a patient portal. We evaluated the effectiveness and costs of IPAS alone (online only) or IPAS combined with physiotherapist telephone counselling (blended care), compared to a control group. Methods: Breast or prostate cancer survivors, 3–36 months after completing primary treatment, were randomized to 6-months access to online only, blended care, or a control group. At baseline and 6-month post-baseline, minutes of moderate-to-vigorous PA (MVPA) were measured by accelerometers. Secondary outcomes were self-reported PA, fatigue, mood, health-related quality of life, attitude toward PA, and costs. (Generalized) linear models were used to compare the outcomes between groups. Results: We recruited 137 survivors (participation rate 11%). We did not observe any significant between-group differences in MVPA or secondary outcomes. Adherence was rather low and satisfaction scores were low to moderate, with better scores for blended care. Costs for both interventions were low. Conclusions: Recruitment to the study was challenging and the interventions were less efficacious than anticipated, which led to lessons learned for future trials. Suggestions for future research are as follows: improved accessibility of the support program, increased frequency of support, and use of activity trackers.
Het Godivapp Applied in Pediatric Primary care (GoAPP) project ontwikkelt, onderzoekt en realiseert de implementatie van een e-health applicatie voor uitwisseling van videomateriaal in zelfstandige praktijken (MKB) in de eerstelijnsgezondheidszorg. Voor een goede analyse van bewegingsproblemen bij baby?s uit risicogroepen is het van belang de motorische ontwikkeling te meten en te volgen in de tijd. Kinderfysiotherapeuten gebruiken hiervoor een observatie-instrument, de Alberta Infant Motor Scale (AIMS). In 2014 en 2015 heeft de GODIVA-onderzoeksgroep (GrOss motor Development of Infants using home Video registration with the AIMS) van Hogeschool Utrecht een methode ontworpen, waarbij de ontwikkeling gevolgd kan worden aan de hand van video?s gemaakt door ouders. De methode wordt door professionals gezien als een aanvulling op bestaande methoden, die het monitoring van kinderen doelmatiger en transparanter maakt. De methode past uitstekend in de huidige e-health ontwikkeling en zelfmanagement/empowerment van ouders. Voor research met de videomethode is een prototype applicatie ontwikkeld waarmee op veilige wijze de filmbeelden verstuurd kunnen worden en opgeslagen. Het prototype is nog niet geschikt voor gebruik binnen de beroepspraktijk. Eerstelijns Kinderfysiotherapiepraktijken zouden graag de applicatie gebruiken. Zij verwachten dat het een waardevolle uitbreiding is van hun mogelijkheden en een kans om als praktijk te innoveren. Zij zien, als zelfstandige ondernemers, echter ook belemmeringen, zoals ICT-ondersteuning en een passende tarifering van een videoconsult. Voor deze kleine bedrijven spelen ook betaalbaarheid en gebruiksgemak een essentiële rol. Binnen GoAPP zijn vijf perspectieven voor innovatie en implementatie van e-health bij elkaar gebracht: eindgebruikers, zorginhoudelijk, harde technologie, zachte technologie en bedrijfskundig perspectief. Georganiseerd rondom drie werkpakketten wordt interdisciplinair onderzoek gedaan naar (1) optimalisatie van het videoportal, (2) implementatie, en (3) bedrijfskundige haalbaarheid, via ontwerpgericht onderzoek, literatuuronderzoek, implementatieanalyse en business-case onderzoek. Een vierde werkpakket richt zich op doorgroei van het netwerk kinderfysiotherapeuten naar een Community of Practice. Doel: Een innovatieve videomethode voor het observeren van de motoriek van zuigelingen, geschikt voor eerstelijnspraktijken kinderfysiotherapie, met een passend implementatieplan en business modelling.