Onderzoeker Philip Marcel Karré bespreekt twee recente rapporten die sociale innovatie in de stadslandbouw belichten. De auteurs beschrijven en analyseren Rotterdamse projecten vanuit twee resp. invalshoeken: als burgerinitiatief in de buitenruimte en als sociale onderneming, en schetsen zo een beeld van de stand van zaken in de praktijk.
LINK
In het ontwerpen van de omgeving voor mensen met dementie zoeken participatief ontwerpers naar geëigende vormen van co-creatie. In het project De ontwerpende attitude is gezocht naar een benadering vanuit de kunsten die het mogelijk maakt dat een collaboratief ontwerpproces in de zorg op gang komt waarin niet alleen rekening wordt gehouden met de mens met dementie maar ook met de zorgverlener, de mantelzorger en de vrijwilliger
MULTIFILE
Publicatie bij de rede van Richard de Brabander, uitgesproken bij de aanvaarding van de functie van lector aan Hogeschool Inholland in Rotterdam op 24 november 2022
DOCUMENT
Deze publicatie is een voortvloeisel van het Time line Gallery project. In dit project bundelden ontwerpbureau DesignArbeid, het lectoraat Image in Context van Academy Minerva en kunstruimte Sign de krachten om jonge kunstenaars in staat te stellen om in door henzelf gevormde teams de mogelijkheden van de publieke ruimte begin 21 eeuw te onderzoeken en zichtbaar te maken. De straat als galery waarin projecten in een tijdslijn na elkaar eigen vormen van counter public space (Klug ..) kunnen realiseren. De kunstenaars zetten zich uiteen met actuele kwesties waarvoor nieuwe vormen van uitwisseling en participatie werden ontwikkeld: de klimaatcrisis tastbaar in het stijgende water, de rol van de vrouw binnen de studentenvereniging, vervreemding in het publiek domein, ons koloniaal verleden zichtbaar in onze publieke ruimte, propaganda achter grote stadsevents, het gemak waarmee ons fakenews op de mouw gespeld kan worden en de wijze waarop publiek en privaat domein in elkaar overlopen.De vraag die voor ons allen leidend is: Hoe kunnen kunstenaars en ontwerpers interventies doen die eraan bijdragen dat we als autonoom denkende mensen weer verbinding krijgen met wat Bruno Latour (2019) het Aardse noemt. Het Aardse als zijnde een concept dat ons helpt om de richting aan te geven waarheen we ons moeten bewegen in een bewustzijn dat de wereld niet meer bestaat uit een omgeving waar mensen zich in bevinden, maar uit een krachtenveld, een ecologie, waar we onderdeel van zijn. De onderzoekers van het lectoraat zoeken de conceptuele invalshoeken die ons helpen om zichtbaar te maken welke mogelijkheden de kunst heeft om het hoofd te bieden aan de vele vormen van propaganda en disciplinering in het begin van de 21 e eeuw die dit onmogelijk willen maken. Daarom vindt u in deze publicatie naast een schets van de verschillende interventies die de deelnemende kunstenaars ontwikkelden, ook de verschillende conceptuele perspectieven waar de onderzoekers uit het lectoraat mee werken.De hier gepresenteerde artistieke praktijken zijn een moment in de ontwikkeling van de kunstenaars, het gevolg van een scala aan ontmoetingen die eraan vooraf zijn gegaan en de consekwentie van een dynamiek die ze op een geven moment met elkaar in gang hebben durven zetten. Zonder de moed tot handelen was er nooit iets gebeurd. De gepresenteerde concepten zijn de diepe gronden waar een onderzoeker pas na verloop van tijd op durft te gaan bouwen. Deze concepten kunnen iets teweegbrengen. In de ontmoetingen kan het concept zich gronden en verbreden en kunnen de artistieke praktijken nieuwe betekenislagen krijgen. Samen helpen ze ons reflecteren op de nieuwe rollen van kunstenaars en ontwerpers in de openbare ruimte als publiek domein.
DOCUMENT
In deze publicatie onderzoeken we hoe sociaal werkers zelf aankijken tegen eco-sociaal werk en de rol die zij in de klimaatcrisis en ecologische crisis zouden kunnen innemen. Zien zij het belang van in van eco-sociaal werk? Welke mogelijkheden zien zij en welke belemmeringen ervaren zij? In hoeverre zijn zij persoonlijk betrokken bij klimaatveranderingen, hoe vertalen zij deze betrokkenheid agogisch in hun werk en hoe zetten zij zich in voor het verduurzamen van hun organisatie? Welke ideeën hebben zij bij eco-sociaal werk en hoe vertalen zij dat in hun handelen? Het antwoord op deze vragen geeft weer waar sociaal werkers naartoe willen, hoever we staan en wat nodig is om een stap verder te zetten in de richting van eco-sociaal werk. Deze vragen vormen het startpunt voor dit onderzoek.
DOCUMENT
In dit slothoofdstuk proberen wij betekenis te geven aan de hoofdstukken die in deze bundel bijeen zijn gebracht en we gaan na welke antwoorden we hebben verzameld op de twee centrale vragen van het Kennisprogramma Complexiteit in Beroepsuitoefening: 1. Hoe kunnen professionals in en tussen onderzoek, onderwijs en praktijk bekwaam handelen in complexe praktijken? 2. Op welke wijze kan met behulp van opleiding en scholing en praktijkgericht onderzoek de kwaliteit van de beroepsuitoefening van hoger opgeleiden in complexe praktijken verder worden verhoogd? Het hoofdstuk bestaat uit vier delen. Na een paar algemene observaties over het proces vatten we het antwoord op de onderzoeksvragen samen in vier handelingsopties voor het omgaan met complexiteit. Die illustreren we aan de hand van de bijdragen in deze bundel. Vervolgens gaan we in op de dilemma’s en uitdagingen in het omgaan met complexiteit en we besluiten met een paar aanbevelingen voor Hogeschool Utrecht.
DOCUMENT
In deze inaugurele rede wordt de focus van het lectoraat besproken. Daarnaast wordt de theoretische en methodologische basis van het lectoraat uitgelegd. Het doel van dit lectoraat is om kennis op te doen die begeleiders kan helpen met het ondersteunen van leren in organisaties en het ondersteunen van (toekomstige) vakmensen om wendbaar en weerbaar te worden in hun werk en loopbaan.
DOCUMENT
De maakbare stad; rondkijken in Den Haag is de titel van de derde uitgave van Haagse Sociale en Culturele Verkenningen. In deze reeks, een uitgave van het lectoraat Grootstedelijke Ontwikkeling van De Haagse Hogeschool, krijgt de lezer een inkijk in een aantal maatschappelijke ontwikkelingen en initiatieven in Den Haag. Daarvoor hebben we als lectoraat met docenten en in veel gevallen ook studenten onderzoek gedaan in de stad, in een wijk, een instelling of een praktijk. Voor u ligt een bundel waarin wij de resultaten van tien projecten van onderzoek op hoofdlijnen weergeven en in perspectief plaatsen. In alle praktijken die in deze bundel aan de orde komen, is spanning zichtbaar tussen de wereld van beleid en doeleinden enerzijds en de wereld van alledag anderzijds. Met onze rapporten willen we deze spanning meer precies in beeld brengen en zo ook meer inzicht geven in diverse Haagse werkelijkheden. Een deel hiervan komt niet in beleidsnota’s en in het publieke debat aan de orde. Iedere stad heeft veel geheimen; veel zaken blijven onder de oppervlakte. In elke stad en in elke stedelijke praktijk is daarom ook ‘maakbaarheid’ een onvermijdelijk thema. Een stad en een stedelijke praktijk laten zich niet eenvoudig maken, terwijl iedereen in de stad wel de resultaten van veel ’maken‘ uit het verleden kan zien. Het is dus niet een issue van ’wel‘ of ’niet‘. Beter kunnen we gewoon rondkijken in Den Haag. U treft verhalen aan uit de Schilderswijk, Transvaal en de Binckhorst. Er zijn verhalen over wijkagenten en over Poolse migranten in Den Haag. Deze bundel is de opvolger van Zeker in de stad? Wonen en leven in Den Haag (Haagse Sociale en Culturele Verkenningen, nr. 2, 2008) en van Succesvol in Den Haag?! (Haagse Sociale en Culturele Verkenningen, nr. 1, 2005). Wij hopen dat deze derde bundel ook zijn weg vindt in het onderwijs van De Haagse Hogeschool en in de beleidspraktijk van gemeente, maatschappelijke instellingen en bedrijven.
DOCUMENT
Het lectoraat Methodologie van Praktijkgericht Onderzoek bestudeert het praktijkgerichte onderzoek aan hogescholen en het onderwijs in onderzoek. Hiermee probeert het een bijdrage te leveren aan de verdere professionalisering daarvan. Een belangrijk aspect hierbij is het in kaart brengen van de meerwaarde van praktijkgericht onderzoek. In de politieke discussie over wetenschapsbeoefening in Nederland en de rol van het hbo daarin is het van belang dat we laten zien op welke manieren ons onderzoek bijdraagt aan de samen - leving. Als we in acht nemen dat praktijkgericht onderzoek altijd plaatsvindt midden in de complexiteit van maatschappelijke kwesties en dat dit via allerlei wegen waarde kan hebben, rijst de vraag: hoe breng je die meerwaarde op een zinvolle manier in kaart? In deze bijdrage laat ik zien dat praktijkgericht onderzoek voornamelijk plaatsvindt middenin complexe maatschappelijke vraagstukken en dat daarom traditionele manieren om meerwaarde aan te tonen, zoals het tellen van het aantal publicaties, niet werkt. Ik introduceer het begrip ‘doorwerking’ om de maatschappelijke meerwaarde te duiden en geef een manier om deze doorwerking in kaart te brengen zoals wij die binnen het Kenniscentrum Leren en Innoveren van Hogeschool Utrecht toepassen.
DOCUMENT
Handreiking van het Lectoraat Goede Onderwijspraktijken aan de Educatieve Academie van Hogeschool Viaa, om het debat over leren in de wereld te stimuleren. Dit doet het lectoraat door de kennis en ervaringen te delen vanuit de vraag hoe leren en de wereld samengaan in levenswaardig leren. Met deze handreiking wil het lectoraat het gesprek op de scholen over hun visie op goed onderwijs en leren stimuleren in verbinding met de wereld. Uit onderzoeken en praktijkervaring is het beeld ontstaan dat de onderwijspraktijk en de wereld waarin het onderwijssysteem haar plaats heeft, lang niet altijd met elkaar in verbinding staan. Steeds meer kinderen vallen uit op school en het aantal jonge thuiszitters neemt toe (Mulckhuyse & Paalman-Dijkenga, 2023). In een wereld die razendsnel verandert op zoveel verschillende dimensies, lijkt het ondoenlijk voor het onderwijs om te volgen en op tijd een passend antwoord te formuleren. De vraag dringt zich op of het onderwijs zoals dat nu georganiseerd is, nog past bij de snel veranderende samenleving. Het lectoraat wil vanuit een nieuw kader kijken naar het onderwijs en dit meer in verbinding brengen met de snel veranderende wereld. Het doel is voorwaarden te scheppen om levenswaardig leren te creëren waarmee het kind, de jongere en de wereld geholpen zijn.
DOCUMENT