In opdracht van de Gemeente Den Haag en de faculteit ‘Astronomy and Society’ van de Universiteit Leiden, presenteren wij hierbij de evaluatie van het project ‘Studenten voor Educatie’ (hierna te noemen: 'het project'). De evaluatie beoogt bij te dragen aan een duurzame en strategisch partnerschap tussen de gemeente, de basisscholen en Stichting Brede Buurtschool als ook studenten. Samenwerking tussen deze partners staat centraal in het project. Dit project beoogt met gerichte inzet van tutoring door studenten, basisscholen te ondersteunen bij verschillende uitdagingen die zijn veroorzaakt en/of verergerd door de COVID19 -pandemie met langdurige gevolgen, zoals: 1. Leerachterstand—veel leerlingen raken steeds verder achterop in hun academische, creatieve en emotionele ontwikkeling; 2. Werkdruk — de werkdruk voor leerkrachten neemt tegelijkertijd exponentieel toe.
Mensen wie het vanwege langdurige stress niet lukt om aan een oplossing te werken, kunnen baat hebben bij extra ondersteuning die gericht is op het versterken of tijdelijk vervangen van deze cognitieve capaciteiten. Psycho-educatie is zo ’n vorm van ondersteuning. Het doel van psycho-educatie is om mensen bewust te maken van de invloed die stress op hun leven heeft, zodat ze samen met hun coach op zoek kunnen gaan naar manieren om ondanks de stress te werken aan een oplossing. Deze oplossingen kunnen hele simpele strategieën zijn, zoals herinneringen in je telefoon, zodat je je afspraken niet meer vergeet. Het doel van psycho-educatie is niet in eerste instantie het wegnemen van stress bronnen, maar het beter kunnen omgaan met de stress, zodat men in het hier en nu kan werken aan een lange termijn oplossing. In voorliggende implementatiegids is uitgewerkt hoe psycho-educatie bij financiële problemen kan worden ingezet. Er wordt beschreven uit welke stappen psycho-educatie bestaat, wat de eerste ervaringen zijn van cliënten en professionals en welke tips helpen bij implementatie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een uitgebreidere uitwerking van de principes van psycho-educatie die te vinden is in het boek Stress-sensitief werken (Jungmann, Wesdorp & Madern, 2020).
MULTIFILE
A) De muziek uit de lange 19e eeuw (vanaf Beethoven tot Debussy) is de kern van het repertoire dat de klassieke muziekindustrie op ieder niveau domineert: vanaf de conservatoriumopleidingen tot de concert- en festivalprogrammering en het academisch onderzoek. Dit wordt vaak opgevoerd als een reden om dit repertoire ‘met rust te laten’. We weten echter dat de wereld van klassieke muziek ‘in crisis’ is, met aan de ene kant teruglopende publieksparticipatie en dalende budgetten en aan de andere kant de vrees om de status quo te verstoren en daardoor het geringe publiek en de beperkte middelen te verliezen. B) Artistiek onderzoekers hebben recentelijk een diepe kloof ontdekt in de manier waarop dit kernrepertoire in de 19e eeuw werd gespeeld, ervaren, begrepen en onderwezen, in vergelijking tot de manier waarop dit tegenwoordig wordt gedaan. Zij ontdekten ook een verontrustende kloof tussen wat ‘moderne’ musici weten, wat zij denken te doen, en wat zij feitelijk doen – met name met betrekking tot hun overtuigingen over artistieke ‘eigenaarschap’ en historische informatie. Onderzoekers hebben ontdekt dat dit uitvoerders-perspectief nieuw leven in blazen een verfrissende werking heeft op hoe wij ons verbinden met dit repertoire, terwijl tegelijkertijd oplossingen gezocht en aangedragen worden in het streven van de klassieke muziek naar relevantie en verbinding met de werkelijkheid van vandaag. Deze bevindingen dienen echter vanuit de sfeer van het artistiek onderzoek door te vloeien naar andere segmenten van de muziekindustrie. C) Dit project heeft als casus de heroverweging van het meest vereerde romantische repertoire, dat van Johannes Brahms, en stelt zich ten doel de 19e-eeuwse muzikale praktijk te ‘reanimeren’, zodat de hierboven onder A) genoemde crisis van de klassieke muziekindustrie, en ook de onder B) genoemde kloof tussen mainstream ‘moderne’ uitvoeringspraktijk en historische geïnformeerde uitvoeringspraktijk onder handen genomen worden.