RATIONALE: Disturbed protein metabolism may result in malnutrition. A non-invasive low cost clinical tool to measure protein metabolism is lacking. Explorative research (n=1) with a newly developed non-invasive 13C-protein breath test suggested a decrease in protein oxidation after a protein restricted diet. Now, we aimed to test the effect of protein restriction in more subjects, to assess sensitivity of the test.METHODS: In this exploratory study, 14 healthy male subjects (23±3 y) participated. Habitual intake was assessed by a 4-day food diary. Next, subjects were instructed to use a 4-day isocaloric protein restricted diet (0.25 g protein/kg bw/day). After an overnight fast, a 30 g naturally enriched 13C-milk protein test drink was consumed, followed by collection of breath samples up to 330 min. Protein oxidation was analyzed by Isotope Ratio Mass Spectrometry. 24-h urine was collected on day 4 of the habitual diet, and on every day of the 4-day protein restricted diet, to assess actual change in protein intake.RESULTS: After the protein restricted diet, 30.2%±7.7 of the 30 g 13C-milk protein was oxidized over 330 min, compared to 30.6%±6.2 (NS) after the subject’s habitual diet (1.4±0.3 g protein/kg bw/day). Within subjects, both increase and decrease in oxidation was found. During the 4-day protein restricted diet, urinary urea:creatinine ratio decreased by 56%±10, consistent with a reduction in protein intake of 44%±15 (g/day) and 53%±12 (g/kg bw/day), based on urea and food diary, respectively.CONCLUSIONS: The breath test shows variation within subjects and between diets, which could be related to the sensitivity of the test. We cannot explain the variation by the measured variables. Alternatively, our results may implicate that in some of our subjects, protein intake did not sufficiently decrease to levels that could alter protein metabolism.
DOCUMENT
RATIONALE: Disturbed protein metabolism may result in malnutrition. A non-invasive low cost clinical tool to measure protein metabolism is lacking. Explorative research (n=1) with a newly developed non-invasive 13C-protein breath test suggested a decrease in protein oxidation after a protein restricted diet. Now, we aimed to test the effect of protein restriction in more subjects, to assess sensitivity of the test.METHODS: In this exploratory study, 14 healthy male subjects (23±3 y) participated. Habitual intake was assessed by a 4-day food diary. Next, subjects were instructed to use a 4-day isocaloric protein restricted diet (0.25 g protein/kg bw/day). After an overnight fast, a 30 g naturally enriched 13C-milk protein test drink was consumed, followed by collection of breath samples up to 330 min. Protein oxidation was analyzed by Isotope Ratio Mass Spectrometry. 24-h urine was collected on day 4 of the habitual diet, and on every day of the 4-day protein restricted diet, to assess actual change in protein intake.RESULTS: After the protein restricted diet, 30.2%±7.7 of the 30 g 13C-milk protein was oxidized over 330 min, compared to 30.6%±6.2 (NS) after the subject’s habitual diet (1.4±0.3 g protein/kg bw/day). Within subjects, both increase and decrease in oxidation was found. During the 4-day protein restricted diet, urinary urea:creatinine ratio decreased by 56%±10, consistent with a reduction in protein intake of 44%±15 (g/day) and 53%±12 (g/kg bw/day), based on urea and food diary, respectively.CONCLUSIONS: The breath test shows variation within subjects and between diets, which could be related to the sensitivity of the test. We cannot explain the variation by the measured variables. Alternatively, our results may implicate that in some of our subjects, protein intake did not sufficiently decrease to levels that could alter protein metabolism.
DOCUMENT
Eiwitten zijn een belangrijk onderdeel van alle cellen en weefsels in het lichaam, zoals spieren en organen, het zenuwstelsel, de botten en het bloed. Ze spelen verder een belangrijke rol in het lichaam als bijvoorbeeld enzymen, hormonen en bij de afweer en het transport van voedingsstoffen. Eiwitten kunnen in het lichaam ook gebruikt worden als energiebron. Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren. Vooral in de groei wordt veel weefsel opgebouwd en zijn veel aminozuren uit eiwit in de voeding nodig. De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid voor eiwit voor volwassenen is gesteld op 0,8 g/kg lichaamsgewicht. Voor ouderen ligt deze aanbevolen hoeveelheid mogelijk wat hoger om de leeftijdsgerelateerdeafname van spiermassa tegen te gaan. In Nederland eten we over het algemeenruim voldoende eiwitten. Er zijn aanwijzingen dat een eiwitrijk dieet tijdenseen periode van gewichtsverlies gunstig kan zijn voor de lichaamssamenstelling(meer behoud van de vetvrije massa en meer verlies van de vetmassa) en dat eeneiwitrijke voeding kan helpen om na een periode van gewichtsverlies op gewichtte blijven. Aan de andere kant is een hogere inname van eiwit bij vrouwen geassocieerd met een hoger risico op diabetes. Verder lijkt een hogere inname van eiwit geen nadelig effect te hebben op de botmineraaldichtheid en op de nierfunctie (bij mensen zonder nierproblemen).
LINK
Infographic van het project MycoEiwit: microbiële eiwit opbrengst groter op reststromen.
DOCUMENT
65-plussers lijken zich niet bewust van het belang van voldoende eiwitten voor het behoud van vitaliteit. Om dit bewustzijn te vergroten en om gedragsverandering te stimuleren, is het allereerst belangrijk dat ze voldoende kennis over het onderwerp hebben. Maar met welke communicatiemiddelen kun je senioren het beste bereiken?
DOCUMENT
Poster en begeleidende audio uit de guided tour van het Open Atelier van CoE Groen op 7 december 2023 over het project Duurzame eiwitten: Eendje meer! In het project wordt een duurzame teeltmethode ontwikkeld voor de productie van food grade biomassa op industriële schaal van een bestaande vertical farm, inclusief inzicht in de businesscase en de milieu impact. Ook wordt gezocht naar de optimale bewerkingsmethode van de geproduceerde eiwitrijke biomassa door procestechnologisch onderzoek zoals drogen, extrusie en fermentatie. Tot slot wordt inzicht verworven in de nutritionele en functionele eigenschappen van het eiwit ingrediënt. Voedselveiligheid en sensorisch onderzoek zijn onderdeel van deze productontwikkeling.
MULTIFILE
Poster en begeleidende audio uit de guided tour van het Open Atelier van CoE Groen op 7 december 2023 over het project Duurzame eiwitten: Eendje meer! In het project wordt een duurzame teeltmethode ontwikkeld voor de productie van food grade biomassa op industriële schaal van een bestaande vertical farm, inclusief inzicht in de businesscase en de milieu impact. Ook wordt gezocht naar de optimale bewerkingsmethode van de geproduceerde eiwitrijke biomassa door procestechnologisch onderzoek zoals drogen, extrusie en fermentatie. Tot slot wordt inzicht verworven in de nutritionele en functionele eigenschappen van het eiwit ingrediënt. Voedselveiligheid en sensorisch onderzoek zijn onderdeel van deze productontwikkeling.
MULTIFILE
Het lectoraat Biobased Proteins ging in 2017 van start bij Van Hall Larenstein om te bestuderen hoe de transitie van dierlijk eiwit naar plantaardig eiwit er in de toekomst uit gaat zien.
DOCUMENT
De eiwittransitie is de transitie van het gebruik van dierlijke eiwitten naar plantaardige eiwitten. Naast de groei van de wereldbevolking en de welvaart, zijn duurzaamheid en dierenwelzijn belangrijke drijfveren achter deze transitie. De bovengenoemde definitie van eiwittransitie geeft gelijk de grenzen van mijn lectoraat aan. Het gaat over de eiwittransitie van dierlijk naar plantaardig. Dit sluit het gebruik van insecten als alternatieve eiwitbron uit van het onderzoek binnen het lectoraat. Insecten zijn dieren, wel is waar met een gunstige voederconversie, maar als dierlijk eiwit draagt de consumptie van insecten niet bij aan de eiwittransitie. De tweede afbakening ligt in de toevoeging ‘in voeding’. Hiermee wordt de focus van mijn lectoraat aangegeven. Binnen mijn lectoraat richten wij ons op de toepassing van plantaardige eiwitten in humane voeding en niet op de toepassing van alternatieve of plantaardige eiwitten in diervoeder. Tot slot, richten wij ons op de eiwittransitie in de volle breedte van de voeding, dus op de vervanging van alle dierlijke eiwitten, zoals die uit melk, ei en vlees.
DOCUMENT
Vanuit het ZEEVIVO project werd in werkpakket B, Bioraffinage, onderzoek gedaan naar het opwaarderen van eiwit uit zeewier. De hoofdvraag was: Hoe is uit zeewier een commercieel interessant eiwitconcentraat te extraheren met een eiwitgehalte van tenminste 60%? Om deze vraag te beantwoorden zijn optimalisatieproeven uitgevoerd in het laboratorium. Daarnaast zijn er extractieproeven op pilotschaal gedaan, gevolgd door het concentreren en zuiveren van de eiwitten in deze extracten met behulp van membraanfiltratie.
DOCUMENT
De opmars van zuivelvervangers is onmiskenbaar. En de groei versnelt, zo valt op te maken uit marktonderzoek. Hoe gaan zuivelverwerkers om met de transitie van dierlijk naar plantaardig eiwit? En wat is het perspectief voor de melkveehouder?
DOCUMENT