In dit rapport worden de maatschappelijke kosten en baten onderzocht van waterstof-elektrisch rijden voor vrachtverkeer. De keten van elektriciteitproductie, conversie naar waterstof, opslag en transport van waterstof, waterstoftankstation en waterstofvrachtwagen is gemodelleerd. De total cost of ownerschip en ook de levelised cost of driving van waterstof-elektrisch rijden zijn hoger dan de alternatieven diesel en batterijelektrisch rijden. Ten opzichte van batterijelektrisch rijden kent waterstof wel enkele operationele voordelen zoals de kortere tanktijd en het hogere bereik. Ook niet-monetaire effecten zijn geanalyseerd.
DOCUMENT
In de discussie over de energietransitie naar zero emissievervoer ontbreekt tot nu toe de inkoper van transport bij verladers. Dat zou niet zo moeten zijn. Juist deze groep functionarissen zou op basis van kennis en feiten een gedegen afweging moeten maken, meent Walther Ploos van Amstel.
LINK
Verslag van de stakeholderbijeenkomst voor het project op 15 oktober 2025. Daarnaast evaluatie verslag van de projectresultaten van het tweede jaar (2025) van in totaal drie jaar van het project.Deliverable 5 en 6:Verslag stakeholderbijeenkomst 2025 (H1) en Voortgangsrapportage 2025 (H2 t/m H5).
DOCUMENT
T.b.v. RVO is een samenvatting geschreven van het onderzoeksproject Solar Miles. Dit project betreft deelauto’s die worden opgeladen met zonne-energie. Het doel is een innovatief serviceconcept te ontwikkelen dat gebruikers van deelauto’s motiveert zodanig gebruik te maken van deze auto’s dat inzet van beschikbare zonne-energie en buffering met elektrische auto´s wordt geoptimaliseerd. Het serviceconcept wordt in nauwe samenwerking met gebruikers ontwikkeld.
DOCUMENT
Het ECO-model is ontstaan doordat er in het onderwijs nog geen model bekend was dat de verschillende verbeterinitiatieven op het gebied van decarbonisatie in transport rubriceert en het verbeterpotentieel aangeeft per initiatief. Het geintroduceerde model categoriseert verschillende verbeterinitiatieven volgens het acroniem ECO wat streeft naar een Efficient CO₂-arm Ontwerp van wegtransport. De eerste letter van het acroniem ECO bevat initiatieven aangaande het verhogen van de CO₂-efficiëntie tijdens laden en gebruik. CO₂-arm betreft de keuze voor de energiedrager. Daarom worden elektrisch rijden, biobrandstoffen en E-brandstoffen en verschillende modaliteiten onderzocht op hun verbeterpotentieel. De derde letter van het acroniem ECO, streeft naar een slim ontwerp van het distributienetwerk. Door een slim ontwerp kan de uitstoot per product naar beneden; dat kan door minder kilometers te maken, door aanpassing van het distributienetwerk en het warehouse en ook door laadinfrastructuur neer te zetten op slimme plekken.
DOCUMENT
Limited data is available on the size of urban goods movement and its impact on numerous aspects with respect to livability such as emissions and spatial impact. The latter becomes more important in densifying cities. This makes it challenging to implement effective measures that aim to reduce the negative impact of urban good movement and to monitor their impact. Furthermore, urban goods movement is diverse and because of this a tailored approach is required to take effective measures. Minimizing the negative impact of a heavy truck in construction logistics requires a different approach than a parcel delivery van. Partly due to a lack of accurate data, this diversity is often not considered when taking measures. This study describes an approach how to use available data on urban traffic, and how to enrich these with other sources, which is used to gain insight into the decomposition (number of trips and kilometers per segment and vehicle type). The usefulness of having this insight is shown for different applications by two case studies: one to estimate the effect of a zero-emission zone in the city of Utrecht and another to estimate the logistics requirements in a car-free area development.
MULTIFILE
Uit het rapport: "De afgelopen jaren is onderzoek gedaan naar nieuwe concepten voor bouwlogistiek en bij negen proeftuinen in binnenstedelijk gebied is aangetoond dat hier forse winst is te behalen in termen van besparingen op logistieke kosten en bouwtijd, betere doorstroming, minder schadelijke uitstoot en minder hinder voor de omgeving. Zo bleek het mogelijk om het aantal binnenstedelijke ritten van en naar de bouwplaats met zo’n vijftig tot tachtig procent terug te brengen. Voor goede bouwlogistiek is afstemming en medewerking binnen de keten cruciaal. Alle spelers dienen tijdig betrokken te zijn. Bouwlogistiek bestaat uit allerlei maatregelen die effect hebben op het transport en op het bouwproces. Door te meten en te monitoren zijn de effecten van verschillende maatregelen in het onderzoek aangetoond en nieuwe inzichten en lessons learned opgedaan die worden meegenomen in volgende bouwprojecten. In totaal zijn negen proeftuinen begeleid, waarvan er bij drie uitgebreide gegevens zijn verzameld en ook besparingen aangetoond. Bij de andere proeftuinen zijn vooral kwalitatief lessons learned opgedaan. Bij het Voorzetgebouw/Paviljoen van VolkerWessels Bouwmaterieel is 50% ritten in de afbouwfase bespaard, bij het Noordgebouw van Dura Vermeer 65% in ritten in de afbouwfase en bij het Mariskwartier van Van Wijnen is 80% in ritten in de ruwbouwfase bespaard. Andere proeftuinen hebben laten zien dat het meten en monitoren van bouwlogistiek niet altijd eenvoudig is en het invoeren van bouwlogistiek zelf al lastig genoeg is. Vragen die opdoemen zijn: wie bepaalt of en zo ja welke maatregelen op de bouwplaats worden toegepast, de directie of de hoofduitvoerder en wie bepaalt hoe producten worden ingekocht, is dat op laagste prijs of wordt logistiek ook meegenomen. Allemaal vragen die van groot belang zijn voor een efficiënte logistiek van, op en naar de bouwplaats. Daarnaast leeft de vraag welke rol de gemeente gaat spelen; of zij bepaalde logistieke werkwijzen gaan verplichten bijvoorbeeld via aanbestedingen? Een andere belangrijke vraag is wie er opdraait voor de eventuele kosten van de bouwlogistieke maatregelen. Dit rapport geeft hier antwoord op. Verder komen de ontwikkelingen rond ketenregie, BIM en ICT aan bod. Ketenregie over alle vervoersstromen gekoppeld aan het bouwproces, en over alle partijen van producent tot op de bouwplaats, staat of valt met de juiste ondersteunende ICT-middelen. Daarin speelt de beoogde 4C Control Tower een cruciale rol in planning en besturing op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Er blijkt nog een flinke ontwikkelingsslag nodig om BIM geschikt te maken voor bouwlogistieke planning en besturing. Daarnaast is gekeken naar betrouwbare dataregistratie in het bouwlogistieke proces door een pilot waarin nieuwe technologieën gebaseerd op Internet of Things (IoT) een oplossing bieden. Eigenlijk is er geen enkele reden om niet nu al met bouwlogistiek te beginnen, al is het maar in het klein met eenvoudige maatregelen. Zorg dat tijdig in het proces alle partijen erbij betrokken worden, van architect tot vakkracht op de bouwplaats, zorg voor draagvlak in het hele team. Dan zijn de drie proeftuinen met de mooie besparingen straks geen uitzondering meer maar regel."
LINK
Deze rapportage is onderdeel van het LEVV-LOGIC project (2016-2018) waarinonderzoek gedaan wordt naar de inzet van lichte elektrische vrachtvoertuigen (LEVVs) voor stadslogistiek. Steeds meerbedrijven wilLEVVsontwikkelen of gebruiken voor het vervoer van goederen in steden. Echter, ditgaat gepaard met onzekerheid, onder andere door een gebrek aan eenduidig mobiliteitsbeleid omtrent de voertuigen. De voertuigen vallen momenteel vaak buitenfiets-, elektrisch vervoer-en goederenvervoerbeleid. Doel van deze rapportage is enerzijds om bedrijven te informeren over huidige en aankomende gemeentelijke beleidsmaatregelen die van invloed zijn op de inzet van LEVVsen anderzijds om gemeenten te motiveren via mobiliteitsbeleid in te spelen op de ontwikkelingenmet LEVVs.---This report is part of the LEVV-LOGIC project (2016-2018) which exploresthe use of light electric freight vehicles (LEFV) for city logistics. An increasing number of organisations wantsto develop oruse LEFVs for freight distribution in cities. However, thisis associated with uncertainty, as there areno clear mobility policiesfor thesevehicles. The vehicles are not explicitly part of local or national cycle-, electric transport-or freight policies. The aim of this report is first, to inform companies about current and future policy measures that influence the use of LEFVs and second, to encourage policy makers to respond to the development of LEFVs.
DOCUMENT
Deze publicatie is gemaakt om een overzicht te geven van de mogelijkheden en onmogelijkheden van het toepassen van dikke deklagen (>10 μm) op producten. Naast deze publicatie verschijnen in het kader van het project "Nieuwe coatingtechnieken voor het MKB" nog vier andere publicaties die gezamenlijk een goed beeld geven van coatingtechnologie in het algemeen en van de vele aspecten die daarmee samenhangen.
DOCUMENT