Het is belangrijk dat iedereen meedoet in de samenleving. Dat iedereen elkaar zou leren kennen. Kunst is in al haar verschijningsvormen een geschikt middel om mensen samen te brengen. ‘Kunst Inclusief’ houdt zich bezig met het ontwikkelen van beleid en werkwijzen om mensen met een beperking te ondersteunen bij de ontwikkeling van hun creatieve talenten. Het studentenonderzoek heeft zich gericht op twee werelden, de wereld van Scholen in de Kunst (kunstcentra) en de wereld van de Amerpoort (instellingsatelier, Jans Pakhuys en de Elleboog). Waardoor zijn dit twee werelden en hoe kunnen deze twee werelden nader tot elkaar komen? Door middel van (participerende) observaties en interviews worden vragen die gekoppeld zijn aan dit studentonderzoek beantwoordt en wordt er gekeken naar mogelijkheden om deze twee werelden nader tot elkaar te brengen.
DOCUMENT
Objective Primary to provide an overview of diagnostic accuracy for clinical tests for common elbow (sport) injuries, secondary accompanied by reproducible instructions to perform these tests. Design A systematic literature review according to the PRISMA statement. Data sources A comprehensive literature search was performed in MEDLINE via PubMed and EMBASE. Eligibility criteria We included studies reporting diagnostic accuracy and a description on the performance for elbow tests, targeting the following conditions: distal biceps rupture, triceps rupture, posteromedial impingement, medial collateral ligament (MCL) insufficiency, posterolateral rotatory instability (PLRI), lateral epicondylitis and medial epicondylitis. After identifying the articles, the methodological quality was assessed using the QUADAS-2 checklist. Results Our primary literature search yielded 1144 hits. After assessment 10 articles were included: six for distal biceps rupture, one for MCL insufficiency, two for PLRI and one for lateral epicondylitis. No articles were selected for triceps rupture, posteromedial impingement and medial epicondylitis. Quality assessment showed high or unclear risk of bias in nine studies. We described 24 test procedures of which 14 tests contained data on diagnostic accuracy. Conclusions Numerous clinical tests for the elbow were described in literature, seldom accompanied with data on diagnostic accuracy. None of the described tests can provide adequate certainty to rule in or rule out a disease based on sufficient diagnostic accuracy.
LINK
De gemeente Groningen heeft een overeenkomst gesloten met Interparking over de aankoop van de centrumgarage aan de Haddingestraat per eind 2024 De plek waar deze garage staat kan dan worden herontwikkeld. De eerste stap van de herontwikkeling is een gedegen gebiedsanalyse, op sociaal-ruimtelijk vlak. In het najaar van 2022 is met een groep studenten Vastgoedkunde en Built Environment gewerkt aan dit project.
DOCUMENT
Het is belangrijk om gedrag van mensen tijdens de pandemie te blijven volgen en te kijken hoe diverse leeftijdsgroepen, zoals ouderen, omgaan met de coronamaatregelen. En wat deze periode doet met hun mentaal welbevinden. Met deze inzichten kunnen beleidsmakers en communicatieprofessionals beter inspelen op hun behoeften. Deze pagina biedt een overzicht van de onderzoeksresultaten specifiek voor ouderen.
LINK
Dit is de vijfde en vooralsnog laatste meting van de maatschappelijke impact van COVID-19 in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Nederland.1 De eerste meting vond plaats in april 2020 in het begin van de coronapandemie. Vanaf deze eerste meting hebben we de impact van de coronapandemie op verschillende momenten in kaart gebracht. Daarbij ging de aandacht uit naar: (1) werk en inkomen; (2) zorggebruik, men-taal welbevinden en risicomijdend gedrag; (3) onderlinge solidariteit en buurtrelaties; (4) en maatschappelijk en institutioneel vertrouwen. Daarbij is zowel een landelijk beeld geschetst als de stand van zaken in Rotterdam, Den Haag en Amsterdam. De titels van de rapporten weerspiegelen de gemoedstoestand van de Nederlandse bevolking op een specifiek moment gedurende de coronapandemie. • De eerste rapporten De bedreigde stad en De stille stad documenteerden de onzekerheid en angst van bewoners van Rotterdam en Den Haag (en van de Nederlandse bevolking) rond april en mei 2020 toen het sociale leven en sommige economische sectoren volledig stil kwamen te liggen. • Het rapport De heropening van de samenleving wees uit dat er in juli 2020 sprake was van optimisme over het einde van de coronapandemie. De gevolgen voor verlies van werk en inkomen worden dan ook minder ernstig ingeschat. • Vrij snel wordt echter duidelijk dat het optimisme om snel ‘terug naar normaal’ te gaan ongegrond is. In de nazomer van 2020 wordt een hernieuwde lockdown ingesteld en wordt steeds meer duidelijk dat de maatschappelijke impact van de coronapandemie ongelijk verdeeld is over de Nederlandse bevolking. Het rapport De verdeelde samenleving laat opnieuw zien dat in november 2020 vooral traditio-neel kwetsbare groepen worden getroffen, naast nieuwe kwetsbare groepen zoals jongeren en zzp’ers. • Er ontstaat een besef dat voor het beheersen van het coronavirus een lange adem vereist is, en dat gedragsbeperkende maatregelen nodig blijven. Het leidt niettemin tot ongeduld in de Nederlandse samenleving. Het rapport De ongeduldige samenle-ving wijst in maart 2021 op een verder afnemend vertrouwen in overheid en publieke gezondheidsinstellingen – deels vanwege de uitvoering van het vaccinatiebeleid en door de toenemende kritiek op diverse coronamaatregelen – en op een verlangen naar een nieuw toekomstperspectief. In maart 2021 heeft bijna de helft van de Nederlandse bevolking het gevoel dat zij niets heeft om naar uit te kijken. • Eind september 2021 is dat laatste afgenomen: niettemin heeft nog een kwart van de Nederlandse bevolking het gevoel dat zij niets heeft om naar uit te kijken. Inmiddels is dan ruim 82 procent van de Nederlandse bevolking gevaccineerd en worden allerlei coronamaatregelen opgeheven en afgeschaald. 2 Wel is sprake van een verder afnemend vertrouwen in de overheid. Dit laatste rapport laat zien dat Nederland nu kenmerken vertoont van een laag-vertrouwensamenleving. Uitgever: Kenniswerkplaats Leefbare Wijken & Erasmus School of Social and Behavioural Sciences
MULTIFILE
In maart 2021 is het een jaar geleden dat de eerste maatregelen tegen het COVID-19 virus werden afgekondigd. Dit onderzoek schetst een beeld van de maatschap-pelijke impact van de pandemie en de veranderingen daarin in de periode april 2020 – maart 2021. Voor u ligt het rapport met de uitkomsten van de vierde meting van ons onderzoek, afgenomen onder een grote groep Nederlanders in maart 2021. Wederom participeerden de drie grote steden Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. De uitkomsten van het onderzoek in maart 2021 worden systematisch vergeleken met de uitkomsten van eerdere metingen (in respectievelijk april, juli en november 2020). Hiermee ontstaat inzicht in de (veranderende) impact van de pandemie op het sociaaleconomische domein, in patronen van mentaal welbevinden, onderlinge zorg en solidariteit, het navolgen van de coronamaatregelen en ten slotte maatschappelijk en institutioneel vertrouwen. Daarnaast besteden we in deze rapportage specifieke aandacht aan twee thema’s. Het eerste handelt over institutioneel vertrouwen van burgers. We zien dat het vertrouwen van burgers in de overheid en de centrale gezondheidsinstanties (RIVM, GGD) aanvankelijk zeer hoog was, maar daarna geleidelijk daalde – en nu, in maart 2021, onder het gebruikelijke niveau van politiek en institutioneel vertrouwen dreigt te zakken. Het tweede thema gaat meer specifiek over hoe Nederlandse burgers het coronabeleid van de overheid waarderen. We zien een opkomende onvrede over het gevoerde coronabeleid. Mensen met een laag inkomen, een lage opleiding, geringe werkzekerheid hebben minder vertrouwen in overheden en gezondheidsinstellingen en meer onvrede met het gevoerde beleid dan mensen met een sterkere maatschappe-lijke positie. Ook zien we dat mensen die zelf aangeven meer conservatief of ‘rechts’ te zijn georiënteerd meer ontevreden zijn over het overheidsbeleid dan mensen die meer progressief of ‘links’ georiënteerd zijn. We hebben ons onderzoek de titel De ongeduldige samenleving gegeven. Vooral uit het dalende institutioneel vertrouwen en de opkomende onvrede met het gevoerde coronabeleid blijkt dat veel Nederlanders ‘klaar zijn’ met het virus. De vaccinatiecam-pagne is gestart en ‘het einde is in zicht’, maar het aantal besmettingen blijft hoog en de situatie in de ziekenhuizen precair. Vol ongeduld wachten burgers op het einde van de pandemie en de terugkeer van het ‘oude normaal’ – zonder alle beperkende regels die ons het afgelopen jaar zijn opgelegd. Uitgever: Kenniswerkplaats Leefbare Wijken & Erasmus School of Social and Behavioural Sciences
MULTIFILE
Het schoolplein biedt ieder kind op de basisschool de kans tot motorische- en sociale ontwikkeling. Maar het is niet meer vanzelfsprekend dat er een breed scala van spel- en sportactiviteiten op het schoolplein te zien is. 'Kinderen kennen geen spelletjes meer', 'kinderen van tegenwoordig zijn motorisch minder vaardig', 'kinderen bewegen maar weinig op het schoolplein' zijn veel gehoorde geluiden van leerkrachten over het bewegen van kinderen op het schoolplein. Centraal in dit artikel staan manieren waarop basisschoolkinderen meer gestimuleerd kunnen worden tot bewegen op het schoolplein. De praktische voorbeelden zijn hierbij gericht op het touwtjespringen.
MULTIFILE
Essay 1 in Kansen in kunst. Wij leren de wereld kennen vanuit onze waarneming. Onze eerste indrukken worden gevormd door aanrakingen, geluiden, reuk en smaak. Pas later ontwikkelen we onze taal, vaak door liedjes die we horen of verhalen die ons worden voorgelezen of verteld. Vanaf ongeveer ons vierde levensjaar gaan de meesten van ons met onze verbeeldingskracht eigen verhalen vormgeven. Op eigen wijze ontdekken we hoe we onze beelden kunnen plaatsen in de voor ons steeds groter wordende wereld. Met verhalen leggen we verbanden, verwerken we en geven we zin en betekenis. Ze wijzen ons de weg.
MULTIFILE
Het leren uitvoeren van tests is essentieel voor een therapeut. Fysiotherapeutische testen kunnen uitstekend worden gebruikt als hulpmiddel bij het verbeteren van de technische vaardigheden van de therapeut. Fysiotherapeutische testen bestaat uit twee cd-roms die gebruikt kunnen worden om testen van het bewegingsapparaat (cd1) en het neurologische en vasculaire stelsel (de 2) beter onder de knie te krijgen. Bij iedere test is er een uitvoerig protocol beschreven en zijn aandachtspunten aangegeven. Daarnaast is er een videofragment opgenomen waarin de test wordt voorgedaan. Het protocol geeft informatie over onder andere de uitgangshouding van patiënt en de therapeut, handvaten, uitleg aan de patiënt, beoordeling en terugkoppeling. Bij de aandachtspunten wordt vermeld wanneer een test positief is en wat belangrijke details zijn bij het uitvoeren van de test. Het videofragment laat een fysiotherapeut zien die de volledige uitvoering van de test voordoet. Er wordt hierbij geen uitspraak gedaan over de indicatie of diagnostische conclusies. Aan het totstandkomen van deze twee cd-roms is meegewerkt door de hogescholen voor fysiotherapie van Arnhem, Nijmegen, Amsterdam, Brabant, Eindhoven, Enschede, Groningen, Limburg, Leiden, Rotterdam, Utrecht en de universiteit van Maastricht. Op de eerste cd-rom staan 108 testen voor het bewegingsapparaat. Ze zijn ingedeeld naar regio. De cd-rom behandelt de volgende regio s: pols/hand, schouder, elleboog, sacro-iliacaal, cervicaal, thorcaal, lumbaal, enkel/voet, knie en heup. Er is per regio een verdere onderverdeling in algemeen, musculair en arthrogeen. Op de tweede cd-rom staan 43 testen voor het vaat-zenuwstelsel. Bij de testen voor het zenuwstelsel worden reflexen, zenuwrektests, zenuwcompressietests, neurovasculaire tests en sensibiliteitstests besproken. Bij het vaatstelsel komen vaattests, neurovasculaire, compressietests en overige tests aan de orde.
DOCUMENT
Hoofdstuk 4 in Kansen in kunst. In het eerste hoofdstuk is beschreven hoe deelnemers met speciale wensen de hoofdrol hebben in dit project. De verhalen van de deelnemers zijn centraal gesteld. De kunstbegeleider staat als het ware klaar in de coulissen om de deelnemer te ondersteunen en aan te reiken wat hij nodig heeft om zijn kunstontwikkelings- en participatiemogelijkheden te vergroten. Dit kan een bemoedigend woord zijn, een bepaalde techniek, inspiratie of een kunstzinnige opdracht in een uitdagende omgeving. In het derde hoofdstuk brachten we de drie ontwikkelwerkplaatsen en hun doelen en procesresultaten in beeld. Hoewel iedereen zal onderkennen dat inclusieve kunsteducatie van belang is, blijkt het nog niet zo eenvoudig om dat ook daadwerkelijk te realiseren. Daarom in dit hoofdstuk een vervolg met daarin kort de conclusies van de praktijkstudies en instrumentele handreikingen voor kunstbegeleiders en opleidingen. Met deze nieuwe en aanvullende visies op kunstbegeleiding hopen we dat kunstbegeleiders hun kennis en kunde in de kunsteducatie kunnen verbreden (Macionis e.a., 2010).
DOCUMENT