Iedereen heeft een groot aantal Embedded Systemen in zijn omgeving, maar weet niet dat ze er zijn. Embedded Sytemen doen hun nuttige werk namelijk "achter de schermen": door elektronica en software slim te combineren en te integreren in een apparaat of machine ontstaan nieuwe toepassingsmogelijkheden die eenvoudiger te bedienen zijn en die bovendien een stuk goedkoper op de markt gebracht kunnen worden dan met conventionele technieken. Dit heeft wel tot gevolg dat de embedded systemen zelf elk jaar complexer worden (om aan de buitenkant simpeler te worden). Het ontwerpen en bouwen van dit soort systemen is dus een stevige technische uitdaging. Een van de belangrijkste voorwaarden is dat de professionals van verschillende vakgebieden goed kunnen samenwerken, vooral over de grenzen van hun eigen vakgebied. Een andere voorwaarde is dat ontwerpers van alle intellectuele niveaus nauw met elkaar moeten samenwerken om het onderste uit de kan te kunnen halen. In de regio Zuidoost Nederland, in een brede strook rond de A67, is een groot aantal bedrijven in de maakindustrie van wereldklasse gevestigd. Het is de maatschappelijke taak van onderwijsinstellingen in het algemeen en Fonts Hogescholen in het bijzonder om voldoende studenten op hoog gekwalificeerd niveau op te leiden, zodat deze bedrijven op wereldniveau kunnen blijven concurreren. Daar wil het Lectoraat Architectuur van Embedded Systemen zo veel mogelijk aan bijdragen door relevant toegepast onderzoek uit te voeren.
DOCUMENT
Embedded Linux wordt bij steeds meer grote bedrijven ingevoerd als embedded operating system. Binnen de opleiding Technische Informatica van Fontys Hogeschool ICT is Embedded Linux geïntroduceerd in samenwerking met het lectoraat Architectuur van Embedded Systemen. Embedded Linux is als vakgebied nieuw en nog sterk in beweging. Deze paletbijdrage beschrijft het proces van ontwikkeling en invoering van Embedded Linux in het onderwijs. Hoe is het gebruik van open source en wat is de rol van docenten als coach en onderwijsontwikkelaar?
DOCUMENT
Abstract: Embodied embedded cognition (EEC) has gained support in cognitive science as well as in human–computer interaction (HCI). EEC can be characterized both by its action-centeredness as well as its roots in phenomenology. The phenomenological aspects of EEC could be seen as support for trends in design emphasizing the user experience. Meanwhile, usability issues often are still approached using traditional methods based on cognitivist assumptions. In this paper, I argue for a renewed focus on improving usability from an EEC perspective. I draw mainly on a behavior-oriented interpretation of the theory, the key aspects of which are reviewed. A tentative sketch for an embodied embedded usability is proposed, doing justice to the embodied embedded nature of interaction while retaining the goal of developing technology that is easy to use in everyday practice.
LINK
Due to societal developments, like the introduction of the ‘civil society’, policy stimulating longer living at home and the separation of housing and care, the housing situation of older citizens is a relevant and pressing issue for housing-, governance- and care organizations. The current situation of living with care already benefits from technological advancement. The wide application of technology especially in care homes brings the emergence of a new source of information that becomes invaluable in order to understand how the smart urban environment affects the health of older people. The goal of this proposal is to develop an approach for designing smart neighborhoods, in order to assist and engage older adults living there. This approach will be applied to a neighborhood in Aalst-Waalre which will be developed into a living lab. The research will involve: (1) Insight into social-spatial factors underlying a smart neighborhood; (2) Identifying governance and organizational context; (3) Identifying needs and preferences of the (future) inhabitant; (4) Matching needs & preferences to potential socio-techno-spatial solutions. A mixed methods approach fusing quantitative and qualitative methods towards understanding the impacts of smart environment will be investigated. After 12 months, employing several concepts of urban computing, such as pattern recognition and predictive modelling , using the focus groups from the different organizations as well as primary end-users, and exploring how physiological data can be embedded in data-driven strategies for the enhancement of active ageing in this neighborhood will result in design solutions and strategies for a more care-friendly neighborhood.
De technische en economische levensduur van auto’s verschilt. Een goed onderhouden auto met dieselmotor uit het bouwjaar 2000 kan technisch perfect functioneren. De economische levensduur van diezelfde auto is echter beperkt bij introductie van strenge milieuzones. Bij de introductie en verplichtstelling van geavanceerde rijtaakondersteunende systemen (ADAS) zien we iets soortgelijks. Hoewel de auto technisch gezien goed functioneert kunnen verouderde software, algorithmes en sensoren leiden tot een beperkte levensduur van de gehele auto. Voorbeelden: - Jeep gehackt: verouderde veiligheidsprotocollen in de software en hardware beperkten de economische levensduur. - Actieve Cruise Control: sensoren/radars van verouderde systemen leiden tot beperkte functionaliteit en gebruikersacceptatie. - Tesla: bij bestaande auto’s worden verouderde sensoren uitgeschakeld waardoor functies uitvallen. In 2019 heeft de EU een verplichting opgelegd aan automobielfabrikanten om 20 nieuwe ADAS in te bouwen in nieuw te ontwikkelen auto’s, ongeacht prijsklasse. De mate waarin deze ADAS de economische levensduur van de auto beperkt is echter nog onvoldoende onderzocht. In deze KIEM wordt dit onderzocht en wordt tevens de parallel getrokken met de mobiele telefonie; beide maken gebruik van moderne sensoren en software. We vergelijken ontwerpeisen van telefoons (levensduur van gemiddeld 2,5 jaar) met de eisen aan moderne ADAS met dezelfde sensoren (levensduur tot 20 jaar). De centrale vraag luidt daarom: Wat is de mogelijke impact van veroudering van ADAS op de economische levensduur van voertuigen en welke lessen kunnen we leren uit de onderliggende ontwerpprincipes van ADAS en Smartphones? De vraag wordt beantwoord door (i) literatuuronderzoek naar de veroudering van ADAS (ii) Interviews met ontwerpers van ADAS, leveranciers van retro-fit systemen en ontwerpers van mobiele telefoons en (iii) vergelijkend rij-onderzoek naar het functioneren van ADAS in auto’s van verschillende leeftijd en prijsklassen.
Blessures zijn één van de grootste problemen in de paralympische sport. Niet alleen is het aantal blessures hoog, maar ook de impact in het dagelijks leven is groot. In gesprekken met de beroepspraktijk (sporters, coaches, Embedded Scientist) komt de urgentie van dit probleem met name naar voren bij rolstoelsporters. In dit geval kan een blessure namelijk een acute bedreiging vormen voor de zelfredzaamheid, omdat zij in het dagelijks leven ook afhankelijk zijn van de rolstoel. Helaas is het voorkomen van blessures op dit moment moeilijk door de verscheidenheid aan blessures en onduidelijkheid over wat de oorzaken van deze blessures zijn. Hierbij speelt de complexiteit van het probleem een grote rol omdat allerlei factoren belangrijk kunnen zijn, zoals onder andere de belasting in het dagelijks leven, mentale aspecten en de slaapkwaliteit van de atleten. In dit project willen we de eerste stappen zetten om te achterhalen wat de risicofactoren zijn voor het oplopen van een overbelastingsblessure in rolstoelsporten. Om dit bereiken stellen we een integrale en data gedreven aanpak voor, waar Artificiële Intelligentie en Data Science een essentiële rol spelen. Op deze manier willen we de invloed van alle aspecten tegelijk bekijken en ook de mogelijke wisselwerkingen tussen de potentiële risicofactoren. In samenwerking met praktijkpartners, kennisinstellingen en bedrijven willen we verkennen wat noodzakelijk is voor onze integrale aanpak van blessurepreventie in rolstoelsporten. De opbrengst van dit project is een ingediende vervolgaanvraag met een goed afgebakende onderzoeksvraag en een sterk consortium. Ook zal een data-infrastructuur worden ontwikkeld, die gebruiksvriendelijk is voor de rolstoelsporter en de data gedreven aanpak naar blessurepreventie mogelijk maakt.