In de afgelopen jaren is er een steeds vroegere bijstelling te zien geweest van spelend leren naar een meer gestructureerde schoolse benadering. Eenzijdig de focus leggen op dergelijke vormen van ‘schools’ leren kan echter leiden tot negatieve effecten, omdat sommige jonge kinderen nog niet rijp zijn voor zo’n aanpak. Centraal in het onderzoek waarover hier verslag wordt gedaan, staat dan ook de vraag wat de rol is van de sociaal-emotionele en gedragsmatige ontwikkeling van jonge kinderen in relatie tot hun cognitieve leerprestaties. Met behulp van een in Nederland nog niet eerder toegepast observatie-instrument voor schoolrijpheid zijn sociaal-emotionele en gedragsmatige problemen in kaart gebracht bij kinderen in de groepen twee en drie van het basisonderwijs. Daarbij is gekeken naar de samenhang met hun feitelijke prestaties op gestandaardiseerde taal- en rekentoetsen uit het Cito-volgsysteem. De resultaten geven onderbouwing aan de stelling dat sommige leerlingen nog niet schoolrijp zijn, of anders gezegd: ze zijn nog niet toe aan het schoolse gestructureerde leren. Met name bij jongens kunnen problemen op het sociaal-emotionele of gedragsmatige vlak het leerproces negatief beïnvloeden. Vanuit dit perspectief is een herijking van het begrip schoolrijpheid op zijn plaats en lijkt een kritische reflectie van belang op de gestructureerde schoolse benadering in veel methoden voor de voor- en vroegschoolse educatie, want zeker niet alle doelgroepleerlingen zijn daar aan toe.
DOCUMENT
De studies in dit proefschrift onderzochten cognitieve en emotionele factoren die een goede gewichtsuitkomst na bariatrische chirurgie bevorderen of belemmeren. Vrijwel alle variabelen, inclusief de psychologische, laten vóór operatie een veel slechtere toestand zien dan ná operatie. Dit wijst erop dat na bariatrische chirurgie niet alleen het gewicht en bijbehorende chronische ziekten verminderen, maar ook er ook een verbetering optreedt van het algemeen functioneren, de kwaliteit van leven en de cognities.Een uitgangspunt van dit proefschrift was dat handvatten om de gewichtsuitkomst van bariatrische chirurgie te verbeteren gevonden konden worden door het bestuderen van cognities en emotionele factoren die eetgedrag van de patiënten beïnvloeden. De psychologische aspecten, zelfregulatie cognities, uitkomstverwachtingen en tevredenheid met de operatie blijken echter geen voorspellers voor de korte en lange termijn gewichtsuitkomsten na bariatrische chirurgie, terwijl ze dat wel zijn bij patiënten met overgewicht en obesitas die een niet-operatieve behandeling ondergaan. De enige voorspeller voor meer gewichtsverlies op de lange termijn na bariatrische chirurgie is een lage mentale kwaliteit van leven. Patiënten met een lagere mentale kwaliteit van leven vóór operatie en één jaar na operatie (= korte termijn) hadden meer gewichtsverlies op de lange termijn. De eerste implicatie uit het onderzoek van dit proefschrift is dat algemene psychologische theorieën uit de Gezondheidspsychologie niet automatisch gelden voor patiënten bariatrische chirurgie. Morbide obese mensen die zich aanmelden voor bariatrische chirurgie en de operatie ondergaan, verschillen duidelijk van mensen met overgewicht die een niet-operatieve behandeling krijgen. Dat het gewichtsverlies na bariatrische chirurgie onafhankelijk is van preoperatieve zelfregulatie cognities, uitkomstverwachtingen en tevredenheid met de operatie, impliceert dat preoperatieve psychologische variabelen niet gebruikt kunnen worden als criterium om te voorspellen welke patiënten veel gewichtsverlies zullen bereiken dan wel aanvullende zorg, voorlichting of therapie nodig zullen hebben. De tweede implicatie is dat patiënten met een betere mentale kwaliteit van leven vóór en ná operatie het risico lopen minder gewichtsverlies op de lange termijn te bereiken. Het bariatrisch-chirurgisch team zou zich bewust moeten zijn dat het bereiken van gewichtsverlies en gewichtstabilisatie juist voor de patiënten met een betere mentale kwaliteit van leven wat moeilijker kan zijn en dat ook deze patiënten voldoende begeleiding en aandacht nodig hebben.
DOCUMENT
Hoofdstuk 1 in Moresprudentie in de praktijk. In opvattingen over professionaliteit worden emoties vaak met enig wantrouwen genoemd. Sociale professionals moeten hun handelen rationeel kunnen verantwoorden en (liefst evidence based) onderbouwen. Toch kunnen we er niet omheen dat morele dilemma’s ons emotioneel raken in de beroepsuitoefening. Verstoren die emoties een welbewuste rationele afweging of kunnen we er ook op een andere manier naar kijken? In dit hoofdstuk schrijft Sabrina Keinemans over de morele betekenis van emoties en de meerwaarde die het serieus nemen van emotionele beroering heeft voor het professionele handelen
DOCUMENT
Bij de overname van een agrarisch familiebedrijf sta je voor grote financiële, juridische, fiscale en sociaal-emotionele uitdagingen. Zowel bedrijfsoverdragers, bedrijfsovernemers, maar ook de familie staat voor grote en ongelooflijk lastige beslissingen. Het maken van een rendabel bedrijfsmodel lukt vaak wel. Veel moeilijker is het sociaal-emotionele deel. Niet voor niets is het gezegde "met familie moet je wandelen, maar niet handelen". En toch zul je bij de bedrijfsovername het gesprek moeten aangaan met alle betrokkenen. Tijdens het webinar gaan we in gesprek met overdragers, overnemers en niet-overnemende familieleden. Ook vanuit het perspectief van de adviseur delen we de ervaringen. M.m.w. Ron Methorst (Aeres), Koos Dekker (HAS), Robert Baars (Van Hall Larenstein) en Gerry Kouwenhoven (Inholland).
LINK
Bij de overname van een agrarisch familiebedrijf sta je voor grote financiële, juridische, fiscale en sociaal-emotionele uitdagingen. Zowel bedrijfsoverdragers, bedrijfsovernemers, maar ook de familie staat voor grote en ongelooflijk lastige beslissingen. Het maken van een rendabel bedrijfsmodel lukt vaak wel. Veel moeilijker is het sociaal-emotionele deel. Niet voor niets is het gezegde "met familie moet je wandelen, maar niet handelen". En toch zul je bij de bedrijfsovername het gesprek moeten aangaan met alle betrokkenen. Tijdens het webinar gaan we in gesprek met overdragers, overnemers en niet-overnemende familieleden. Ook vanuit het perspectief van de adviseur delen we de ervaringen. M.m.w. Ron Methorst (Aeres), Koos Dekker (HAS), Robert Baars (Van Hall Larenstein) en Gerry Kouwenhoven (Inholland).
LINK
Bij de overname van een agrarisch familiebedrijf sta je voor grote financiële, juridische, fiscale en sociaal-emotionele uitdagingen. Zowel bedrijfsoverdragers, bedrijfsovernemers, maar ook de familie staat voor grote en ongelooflijk lastige beslissingen. Het maken van een rendabel bedrijfsmodel lukt vaak wel. Veel moeilijker is het sociaal-emotionele deel. Niet voor niets is het gezegde "met familie moet je wandelen, maar niet handelen". En toch zul je bij de bedrijfsovername het gesprek moeten aangaan met alle betrokkenen. Tijdens het webinar gaan we in gesprek met overdragers, overnemers en niet-overnemende familieleden. Ook vanuit het perspectief van de adviseur delen we de ervaringen. M.m.w. Ron Methorst (Aeres), Koos Dekker (HAS), Robert Baars (Van Hall Larenstein) en Gerry Kouwenhoven (Inholland).
LINK
Dit hoofdstuk is een bijdrage over de meerwaarde van een interactionistisch perspectief voor sociaal werk. Een socioloog die niet zo gauw aangehaald wordt als het om sociaal werk gaat, is Randall Collins. In dit hoofdstuk stellen we zijn bijdrage centraal omdat in zijn werk meerdere belangrijke aspecten van interactionistische analyse samenkomen
LINK
Inzicht in het leren van volwassenen heeft een sleutelrol in strategisch management. Om dat inzicht mogelijk te maken moeten we ons realiseren dat ons bestaande, impliciete begrip van leren vaak in hoge mate is gebaseerd op ervaringen met leren op school, in opleiding, scholing en training: leren in een educatieve context. In deze bijdrage bepleiten we een breder begrip van leren. Verschillende manieren van leren (door ervaring, sociale interactie) komen voor naast schools leren. Emotionele aspecten spelen een belangrijke rol. De cultuur van een organisatie of afdeling heeft een belangrijke invloed op het leren. Als veranderend of kritisch leren nodig is, zal vanuit een breder begrip van leren gewerkt moeten worden.
DOCUMENT
In het boek is een overzicht te vinden van de verschillende kenniscentra en lectoren van de HU. Per kenniscentrum worden de verschillende onderzoeksterreinen beschreven en de lectoren voorgesteld.
DOCUMENT
Een agrarische bedrijfsopvolging is niet alleen een juridische, fiscale en financiële zaak, maar ook (en bovenal) een familiale zaak waarbij emotionele binding en betrokkenheid een rol spelen. Bij advies wordt vaak vooral gedacht aan de ‘harde’ zakelijke kant, maar dit werkboek heeft als doel om families te ondersteunen én sterker en zelfredzamer te maken, juist op de ‘zachte’ kant waarin het gaat om sociale en emotionele verhoudingen.
DOCUMENT
Een agrarische bedrijfsopvolging is niet alleen een juridische, fiscale en financiële zaak, maar ook (en bovenal) een familiale zaak waarbij emotionele binding en betrokkenheid een rol spelen. Bij advies wordt vaak vooral gedacht aan de ‘harde’ zakelijke kant, maar dit werkboek heeft als doel om families te ondersteunen én sterker en zelfredzamer te maken, juist op de ‘zachte’ kant waarin het gaat om sociale en emotionele verhoudingen.
DOCUMENT