Over het Energieakkoord. In het energieakkoord voor duurzame groei is afgesproken dat in 2020 14 procent van de opwek hernieuwbaar moet zijn en in 2023 16 procent. De doelstelling is een uitdagende opgave waarbij de eerste vraag is: "Hoeveel hernieuwbare energie wordt er op dit moment opgewekt in Nederland?" Deze website geeft antwoord op de vraag voor de actueel opgewekte windenergie, zonne-energie en biogas.
LINK
Het tegengaan van hittestress is een van de grote uitdagingen bij het leefbaar houden van de stad. Door klimaatverandering neemt het aantal extreem warme dagen toe. Daarnaast is het in de stad doorgaans warmer dan in de omringende rurale gebieden, het zogenaamde hitte-eiland-effect. Hoge temperaturen leiden tot hitte-stress bij mensen, met negatieve gevolgen voor de gezondheid, met name van kwetsbare groepen. Dagen met een aanzienlijke kans op hittestress komen in ons land meermaals per jaar voor, zeker in stedelijk gebied. Het aantal dagen met hittestress en de intensiteit van de hitte zal in de toekomst verder toenemen. Klimaatadaptatie van het stedelijk gebied is daarom een noodzaak geworden.Groen is een zeer effectief middel om de stad meer klimaatbestendig te maken. Het effect van groen is echter afhankelijk van het type groen en de omgeving waarin dat groen staat. Concrete richtlijnen voor effectief groen in verschillende wijktypen ontbreken tot nog toe.
MULTIFILE
Het klimaat verandert. Het wordt natter en heter. Nederland moet zich aanpassen aan het veranderende klimaat. Daarom staan de gemeenten voor de uitdaging om er vanaf 2020 voor te zorgen dat een (her)inrichting van een straat of wijk klimaatbestendig is.Voor wateroverlast en waterveiligheid weten we ongeveer hoe dat moet. Voor hitte is eigenlijk nog niet duidelijk wat er moet gebeuren. En dat is zorgelijk, want hitte kan grote problemen geven. Hitte kan leiden tot extra sterfte en zal het leven in de stad bovendien steeds vaker onaangenaam maken. Duidelijk is dat er aandacht nodig is op het sociale vlak (o.a. in de zorg), voor gebouwen (koele binnenruimtes) en voor de buitenruimte. Dit rapport richt zich op dat laatste: op het hittebestendig inrichten van de buitenruimte, omdat daar nog veel kennis ontbreekt.
MULTIFILE
Klimaatverandering en het opraken van eindige voorraden materialen worden gezien als de grote maatschappelijke uitdagingen van onze tijd. Eén van de manieren om deze uitdagingen het hoofd te bieden is het gebruiken van biobased materialen - materialen die door de natuur worden voortgebracht, en die na gebruik weer terug kunnen worden gebracht in de natuur. Zo worden er ook in de bouw steeds vaker biobased materialen toegepast. Producenten van biobased isolatiematerialen zoeken kwantitatieve kennis over de waarde van hun materialen in termen van energieverbruik, duurzaamheid en comfort. Kunnen hun materialen bijdragen aan een verdere verlaging van de energievraag van woningen? Aan het verduurzamen van gebouwen? Kunnen de materialen zorgen voor een beter comfort in de woning? En hoe moeten hun materialen dan gebruikt worden? Internationale onderzoeken laten zien dat biobased isolatiematerialen toegevoegde waarde kunnen hebben, doordat zij beschikken over ‘thermohygrische’ eigenschappen. De materialen kunnen vocht vasthouden én weer vrij laten komen. Maar hoe zit dat als ze zijn toegepast in een hele gevel, in de Nederlandse bouwwijze? Hoe verhouden deze eigenschappen zich tot dampopen of dampdicht bouwen? Hierover is nauwelijks gevalideerde kennis beschikbaar. De reguliere normen en voorschriften voor het ontwerpen en realiseren van woningen houden hier geen rekening mee. Bio-Iso wil deze kennis ontwikkelen. Centraal staat het ontwerpen en bouwen van een testopstelling bij HZ, waarmee een vijftal verschillende biobased geveldelen worden getest en beoordeeld. Hiermee krijgen de mkb’ers gevalideerde prestaties van hun materialen, en de juiste opbouw van de gevel waarin de toegevoegde waarde het beste tot zijn recht komt. Het project wordt uitgevoerd door een mix van kennisinstellingen die ervaring hebben met het testen en beoordelen van (biobased) bouwmaterialen, samen met producenten en gebruikers, ondersteund door o.a. Bouwend Nederland en een vertegenwoordiging van de relevante normcommissie, die de projectresultaten verder zullen kunnen brengen naar de reguliere bouwsector.
Deze subsidieaanvraag dient als eerste stap voor de kennisontwikkeling over de daadwerkelijke koelbehoefte in bestaande woningen in Nederland. Gedurende dit onderzoek gaan wij op zoek naar de juiste vraagstelling en een uitbreiding van het consortium t.b.v. een aanvraag voor bijvoorbeeld een RAAK subsidie in 2020. Volgens de nieuwe klimaatscenario’s zal Nederland meer warme en extreem warme dagen kennen. In de huidige wet en regelgeving wordt de berekende koelbehoefte ‘zomercomfort’ genoemd. Nieuwbouw appartementen met EPC 0,4, hebben een berekende energiebehoefte voor zomercomfort die in de buurt komt van de energiebehoefte voor ruimteverwarming in de winter. De energiebalans in een woning veranderd, de behoefte naar koeling in woningen in de zomer groeit. Er is weinig tot geen kennis over de werkelijke binnentemperatuur en er is onvoldoende kennis over een mogelijke aanpak om effectief hittestress in woningen aan te pakken. (W/E adviseurs, RVO, 2018). Verschillende kenmerken op verschillende schaalniveaus hebben invloed op de daadwerkelijke binnentemperatuur van een ruimte in een woning; zowel stedebouwkundige kenmerken, als gebouwkenmerken als gedragskenmerken zijn van belang. Dit maakt het thema complex. Inzicht in de behoefte van bestaande woonsituaties (wijktypologie+gebouwtypologie) in combinatie met inzicht in de variabelen die invloed hebben op de binnentemperatuur, zal helpen bij het agenderen van het thema bij beleidsmakers voor een toekomstbestendige stad. -Hoe groot is de koelbehoefte in verschillende woonsituaties in Nederland?- Met dit onderzoek wordt de daadwerkelijke binnentemperatuur gemeten en de behoefte naar koeling in verschillende woonsituaties geïnventariseerd op basis van ervaringen en literatuur. Deze inzichten worden samengebracht in een overzicht. Dit overzicht zal dienen ter kennisdeling en om partijen te binden aan een vervolgonderzoek.
Het bedrijf Biorefinery Solutions wint een extract van functionele eiwitten uit een reststroom van uitgesorteerde uien van uienverwerkende bedrijven. Dit is echter een kleine fractie van de gehele reststroom. Door meerdere componenten uit de reststroom te winnen is de winstgevendheid te vergroten en de uiteindelijke reststroom te verkleinen. Etherische oliën en vetten uit uien(-reststroom) is een bestaand product en wordt gewonnen door stoomdestillatie. Deze scheidingsmethode is echter funest voor de functionele eiwitten. Hoge temperatuur en druk zorgen voor denatureren van de eiwitten waardoor deze in waarde verminderen. Biorefinery Solutions is op zoek naar een mild extractieproces voor de winning van etherische oliën en vetten wat de functionele eiwitten niet aantast zodat nog te winnen en verkoopbaar zijn. Het milde extractieproces bestaat uit twee scheidingsstappen. De eerste stap is een koude persing voor een eerste scheiding van de eiwitten en etherische oliën en vetten. In een tweede stap worden de etherische oliën en vetten geëxtraheerd met behulp van een spijsolie. In dit project worden van beide stappen de procesparameters bepaald om zodoende een voorontwerp van het gehele proces te maken en te bepalen hoe dit kan aansluiten op het bestaande eiwitextractieproces. Daarnaast wordt onderzocht of superkritisch CO2 extractie kan worden toegepast voor het winnen van oliën en vetten uit de droge vezelfractie zoals deze nu als reststroom uit het bestaande proces komt. De uitkomst van dit project is een ontwerp voor het tweestap scheidingsproces wat aan de voorwaarde voldoet waarbij de functionele eiwitten niet worden aangetast. Aan de hand van dit ontwerp wordt een advies gegeven over de inpasbaarheid in het bestaande verwerkingsproces en over de economische haalbaarheid. Als aanvulling is er een advies over de mogelijkheden van superkritisch CO2 extractie voor het winnen van etherische oliën en vetten uit de uienreststroom.