Service of SURF
© 2025 SURF
Energiebeheer gericht aanpakken, Het analyseren van doelstellingen, resultaten en impacts van energie- en broeikasgasbeheersprogramma’s in bedrijven (met een samenvatting in het Nederlands): De wereldwijde uitstoot van broeikasgassen moet drastisch worden teruggebracht om de mondiale stijging van de temperatuur tot het relatief veilige niveau van maximaal 2 graden Celsius te beperken. In de komende decennia zal de verbetering van de energie-efficiëntie de belangrijkste strategie zijn voor het verminderen van de energiegerelateerde uitstoot van broeikasgassen. Hoewel er een enorm potentieel is voor verbetering van de energie-efficiëntie, wordt een groot deel daarvan nog niet benut. Dit wordt veroorzaakt door diverse investeringsbarrières die de invoering van maatregelen voor energie-efficiëntie verbetering verhinderen. De invoering van energiemanagement wordt vaak beschouwd als een manier om dergelijke barrières voor energiebesparing te overwinnen. De invoering van energiemanagement in bedrijven kan worden gestimuleerd door de introductie van programma's voor energie-efficiëntie verbetering en vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Deze programma's zijn vaak een combinatie van verschillende elementen zoals verplichtingen voor energiemanagement; (ambitieuze) doelstellingen voor energiebesparing of beperking van de uitstoot van broeikasgassen; de beschikbaarheid van regelingen voor stimulering, ondersteuning en naleving; en andere verplichtingen, zoals openbare rapportages, certificering en verificatie. Tot nu toe is er echter beperkt inzicht in het proces van het formuleren van ambitieuze doelstellingen voor energie-efficiëntie verbetering of het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen binnen deze programma's, in de gevolgen van de invoering van dergelijke programma's op de verbetering van het energiemanagement, en in de impact van deze programma's op energiebesparing of de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. De centrale onderzoeksvraag van dit proefschrift is als volgt geformuleerd: "Wat is de impact van energie- en broeikasgasmanagement programma’s op het verbeteren van het energiemanagement in de praktijk, het versnellen van de energieefficiëntie verbetering en het beperken van de uitstoot van broeikasgassen in bedrijven?".
Het na de pluk koelen en bewaren van groenten en fruit is een lastig en veeleisend proces voor de ‘zelfbewarende’ telers en de centrale koelhuizen. Met name bij het bewaren van peren, een belangrijk exportproduct voor Nederland, zijn er zeer strenge randvoorwaarden ten aanzien van temperatuur en atmosfeer.De telers en koelhuizen willen investeren in nieuwe technieken om het energieverbruik te verlagen, de derving van producten te verminderen en daarmee duurzamer te bewaren. Het ultieme doel is een koelhuis dat geen externe energie nodig heeft: het ‘koelhuis van de toekomst’. In deze publicatie leest u de resultaten van het toegepast onderzoek naar Duurzaam Bewaren. Dit is één van de twee publicaties van het onderzoeksproject Sustainable Systems for Food. Het project is uitgevoerd door het CleanTech onderzoeksprogramma met behulp van RAAK-mkb subsidie van de Stichting Innovatie Alliantie. Het onderzoek richtte zich met name op duurzame koeltechnieken, bouwtechnologie en de inzet van duurzame energievoorziening. Daarnaast wordt gekeken naar de inzet van nieuwe sensoren voor een betere klimaatbeheersing om daarmee minder derving van producten te bewerkstelligen. De publicatie is bedoeld voor professionals geïnteresseerd in de mogelijkheden om koelhuizen te verduurzamen en geeft inzicht in de energetische aspecten van het bewaarproces van fruit en in de (toekomstige) technieken om het energieverbruik van bestaande en nieuwe koelhuizen drastisch te verminderen. Het boek toont fruittelers en eigenaren van koelhuizen welke technieken potentie hebben om het energieverbruik van hun koelhuis te verminderen. Aan adviseurs, installateurs en bouwbedrijven laat het zien welke mogelijkheden er zijn om een zo energiezuinig mogelijk koelhuis of installatie te ontwerpen. En het geeft bedrijven die technologische systemen ontwikkelen en leveren voor koelhuizen een blik op de toekomstige technologische mogelijkheden, als aanzet tot een strategische ontwikkelagenda. Tot slot laat deze publicatie zien wat de onderzoeksactiviteiten zijn die de HvA op dit gebied ontplooit, waaronder de ontwikkeling van een simulatiemodel, en waar voor eenieder mogelijkheden liggen voor samenwerking.
Saxion heeft in opdracht van de gemeente Enschede de duurzaamheid berekend van:- Het oorspronkelijke warmtenet, met warmte die voornamelijk uit de met aardgas gestookte - WKK afkomstig is, in combinatie met beperkte inzet van warmte uit AVI Twence (jaar 2011).- Het huidige situatie warmtenet, met een beperkte hoeveelheid warmte afkomstig uit de met aardgas gestookte WKC Enschede en een ten opzichte van 2011 uitgebreide inzet van warmte uit de AVI Twence (jaar 2012);- Het warmtenet na de voorziene uitbreidingen - inclusief de verder vergrote inzet van warmte uit de AVI Twence (toekomst)
MULTIFILE
In Nederland heeft slechts 1% van de blinden een blindengeleidehond, terwijl een geleidehond het ideale hulpmiddel voor de doelgroep is. Een hond neemt de zichtfunctie over en neemt autonome navigatiebeslissingen wat een aanzienlijke fysieke energiebesparing oplevert voor de gebruiker. Helaas is een blindengeleidehond niet geschikt voor iedereen met een visuele beperking. Blindsight Mobility ontwikkelt een elektronisch sensor-gestuurd alternatief van een blindengeleidehond dat voor een bredere doelgroep toegankelijk is. Met moderne technieken brengt het zijn omgeving in kaart en begeleidt zijn gebruiker aan de hand, net als een geleidehond. Daarbovenop worden functionaliteiten toegevoegd die alleen mogelijk zijn met een elektronisch hulpmiddel.
Onderliggend project betreft een samenwerking tussen Fontys Hogescholen, het Nijmeegse bedrijf ENKI Energy en Sanadome Hotel & Spa. Het project bestaat uit de opschaling van een innovatieve techniek voor de verwijdering van gebonden chloorverbindingen uit zwembadwater. Het gaat hierbij om de opschaling van pilotschaal (om de werking van de techniek te testen) naar praktijkschaal (echte toepassing in een zwembad). Het project omvat het ontwerp, de bouw en het testen van een prototype biofilter, die de basis vormt voor de verdere ontwikkeling en vermarkting van het product. Parallel aan het ontwerp en de bouw van het prototype wordt hiertoe een marketing- en businessplan ontwikkeld. Toepassing van het biofilter in zwembaden leidt ertoe dat zwembadwater minder vaak geloosd hoeft te worden op het riool. Dit leidt tot aanzienlijke water- en energiebesparing. Ook voorkomt het aantasting en corrosie van metalen in de zwembadruimte doordat er minder chloorverbindingen in de lucht zitten. Deze hoeven hierdoor minder vaak vervangen te worden. Tevens is een lager concentratie chloorverbindingen in de lucht gezonder voor zwembadbezoekers (minder irritatie ogen en luchtwegen).
Van burgers wordt een grote bijdrage verwacht bij het realiseren van de duurzaamheidsdoelstellingen uit onder meer het Klimaatakkoord en het Deltaplan klimaatadaptatie. Beleidsmedewerkers duurzaamheid en communicatieadviseurs bij gemeenten stimuleren milieuvriendelijk gedrag onder inwoners met een variëteit aan interventies, waaronder vouchers voor LED-lampen, socialemediacampagnes, energiecoaches en persuasieve technologie als energiebesparingsapps. Ondanks de veelheid aan interventies lukt het gemeenteprofessionals niet om inwoners te bereiken, die zich weinig betrokken voelen bij duurzaamheid. Gemeenteprofessionals zien de aansluiting van deze interventies bij de sociale en persoonlijke omstandigheden van inwoners (bijvoorbeeld energiearmoede) en bij de sociale structuren in de wijk (buurtinitiatieven, wijkorganisaties, sleutelfiguren, etc.) als een belangrijk knelpunt. We ontwikkelen samen met vier wijken in vier gemeenten een sociotechnische aanpak om duurzaamheidsgedrag te stimuleren onder inwoners met een lage betrokkenheid bij dit onderwerp. Met etnografische methoden brengen we voor elke wijk eerst de persoonlijke en sociale omstandigheden, de sociale structuur, bestaande interventies en hun (gebrek aan) onderlinge samenhang in beeld. De uitkomsten vormen de basis voor een participatorydesignproces voor een persuasieve toepassing (bijv. een website, app of serious game), waarin inwoners, organisaties en initiatieven uit de wijk een centrale rol spelen en waarin nieuwe methoden worden ontwikkeld om weinig betrokken inwoners te betrekken. Beoogd resultaat bestaat uit een modulaire persuasieve toepassing en sociale interventies om milieuvriendelijk gedrag te stimuleren, die goed aansluiten bij de persoonlijke en sociale omstandigheden van inwoners. De ontwikkelde persuasieve technologie en sociale interventies maken gebruik van sociale gedragsveranderingsprikkels. Deze toepassing wordt geïntegreerd met bestaande interventies en bestaande sociale structuren door middel van customer journeys, afgestemd op de specifieke wijk. Aanpak, toepassing en customer journeys worden ingezet en geëvalueerd in pilots in de vier wijken. De modulaire toepassing, customer journeys, sociotechnische participatieve aanpak, ontwerprichtlijnen en geleerde lessen uit de pilots worden in een toolbox ‘Milieuvriendelijk gedrag stimuleren in de wijk’ samengebracht.