IntroductionAlthough the prevalence of dementia increases among people with severe/profound intellectual (and multiple) disabilities (SPI(M)D), dementia in people with SPI(M)D is not yet fully understood. Therefore, this study aimed to characterize the natural history of dementia in people with SPI(M)D, in particular, the prevalence and time of onset of dementia symptoms.MethodsAn explorative retrospective review of clinical records was conducted for people with SPI(M)D without dementia (n = 103), with questionable dementia (n = 19), and with diagnosed dementia (n = 19). Presence and time of onset of symptoms were extracted and compared between groups.ResultsPeople with questionable dementia or diagnosed dementia had compared to people without dementia more symptoms regarding the cognitive, activities of daily living, behavioral/psychological, and motor domains. The most prevalent early symptoms were memory loss, declined walking skills, increased anxious, apathetic, and irritable behavior. Predictors for dementia were the number of cognitive, behavioral/psychological, and motor symptoms.ConclusionThese results contribute to enhance our understanding of dementia in people with SPI(M)D, which is essential for earlier recognizing and diagnosing dementia.
DOCUMENT
Waar wijsheid ontbreekt heerst niet vanzelf domheid. Men kan geleerd zijn, zeergeleerd of zelfs hooggeleerd, maar zichzelf geen geleerde vinden. Men kan bovenal van mening zijn zelf de wijsheid niet in pacht te hebben. Laat staan te willen poseren als een wijze. Maar dit soort bescheidenheid is in ons land schaars. Wij noemen nog graag iedere doctorandus een academicus, en iedere hooggeleerde een geleerde. Wij maken nog graag een absoluut onderscheid tussen wetenschappelijk onderzoek en allerlei denkwerk van minder allooi. Wij claimen nog graag een aparte plaats voor de wetenschap. Wij menen nog dat iedere relatie met de universiteit recht geeft op individuele academische vrijheid. Maar waar beperkingen worden bedekt met pretenties ligt domheid op de loer. Zo ontstaat het soort hooggeleerde domheid waar dagelijks menige krantencolumn mee wordt gevuld. Door haar opgeblazen betweterigheid is dit soort hooggeleerdheid misschien vooral lachwekkend. Maar door haar agressieve verwerping van iedere betrokkenheid, of dat nu is bij de professionele beroepspraktijk of bij de vragen van bedrijfsleven en samenleving, verwordt zij tot een gevaarlijke onbescheidenheid. Tegen die domheid wilde ik vanmiddag maar eens waarschuwen.
DOCUMENT
In dit rapport stelden we de vraag wat de gevolgen zijn van vermaatschappelijking van de zorg voor de informele zorg en de (mogelijke) rol van woonzorg- en woonservicezones hierin. Hierbij gingen we uit van vermaatschappelijking in brede zin waarbij de integratie van de cliënt in de samenleving centraal stond. Ook is gekeken naar welke andere praktijken - naast woonzorg- en woonservicezones - aansluiten bij vermaatschappelijking van de zorg en wat de gevolgen van deze ontwikkelingen zijn voor de competenties van de sociaal-agoog.
DOCUMENT
Continuïteit in de forensische zorg versterkt beschermende structuren voor een cliënt en verkleint de kans op terugval. De afgelopen jaren zijn diverse (beleids)programma’s en initiatieven ontplooid om continuïteit in de forensische zorg te verbeteren. Een belangrijke vraag is of professionals en cliënten hier voldoende mee bekend zijn en welke behoeften zij hebben om continuïteit te kunnen verbeteren.
DOCUMENT
De sector Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang (BW/MO) heeft te maken met een groeiend aantal forensische cliënten. Er is behoefte aan een overzicht van best practices, do’s en don’ts in het methodisch handelen bij deze doelgroep. De vraag die we met dit onderzoek willen beantwoorden is: Welke best practices zijn er in de BW/MO-sector voor de begeleiding van en zorg aan forensische cliënten? In het huidige onderzoek zijn - na een literatuurverkenning - op systematische wijze de ervaringen van forensisch sociaal werkers en cliënten verzameld en bestudeerd. Dit werd op verschillende manieren gedaan in drie fases: Fase 1: Verkenning: groepsinterviews bij 15 BW/MO-instellingen Fase 2: Verdieping: 11 casuïstiekbesprekingen bij BW/MO-instellingen Fase 3: Uitwisseling: een onlinebijeenkomst (forensisch carrousel) De forensische doelgroep binnen de BW/MO bestaat voornamelijk uit mannen met multiproblematiek, zoals verslaving, agressie en psychiatrische problemen. Ze wonen in verschillende beschermde woonvormen met meer of minder zelfstandigheid en (ambulante) begeleiding. De belangrijkste best practices die professionals tijdens de verkenning noemden zijn: het bieden van een duidelijke structuur en heldere kaders, investeren in de werkalliantie (onder andere vanuit de presentiebenadering), goede samenwerking met ketenpartners met duidelijke afspraken over ieders taken en verantwoordelijkheden, herstelgericht werken aan kleine doelen, werken aan destigmatisering, werken met signaleringsplannen en risicotaxaties, zorgvuldig plaatsen van cliënten en de inzet van vrijwilligers en forensische ervaringsdeskundigen. Een deel van de instellingen plaatst forensische cliënten bij elkaar (geclusterd) omdat forensische expertise dan gerichter kan worden ingezet, andere instellingen plaatsen forensische cliënten bij andere cliënten (gespikkeld) om normalisering in de hand te werken. In de verdiepingsfase kwamen de volgende best practices aan de orde met betrekking tot ketensamenwerking: duidelijkheid scheppen over rollen en verantwoordelijkheden, de cliënt zelf laten beslissen bij uitstroom na detentie met bajes-uit begeleiding, en driegesprekken organiseren met toezichthouder, begeleider en cliënt. Best practices met betrekking tot krachtgericht werken zijn: duidelijke grenzen stellen, zoeken naar datgene waar de cliënt zelf regie op kan voeren en bekrachtigen wat iemand bereikt binnen het kader van de bijzondere voorwaarden. Overige best practices zijn: zorgvuldige matching van cliënt en vrijwilliger en werken aan destigmatisering op verschillende niveaus. Tijdens het forensisch carrousel is de bredere toepasbaarheid van de verzamelde best practices verkend. Werkzame elementen van goede ketensamenwerking, krachtgericht en herstelgericht werken in relatie tot risico’s en probleemgedrag, de inzet van vrijwilligers en ervaringsdeskundigen en werken aan destigmatisering werden breed onderkend, maar er zijn ook uitdagingen. Deskundigheidsbevordering is daarmee zowel een best practice als een aanbeveling.
MULTIFILE
Dit proefschrift behandelt de vraag hoe maatschappelijke actoren (‘crisismakelaars’) een sluimerende crisis aan de orde stellen, en hoe, op grond van inzicht in dit soort processen, overheidscommunicatie kan bijdragen aan het eerder identificeren en beter interpreteren van een dergelijke crisis.
DOCUMENT