Dit verslag bevat een inleiding (hoofdstuk 1), met een kort overzicht over de status in Nederland en de regio Overijssel/Achterhoek van het onderwerp Passiefhuisbouw en energetische renovatie aan het projectbegin april 2009. Op grond van de situatie op dat moment werd gezocht naar samenwerking met vooral de regionale initiatieven, die van belang waren voor het project, nl: energiezuinige bouw en renovatie, respectievelijk de bereikbaarheid van een brede doelgroep, die relevant is voor de bevordering van noodzakelijke innovatie om de standaards van het Passiefhuis te bereiken. In hoofdstuk 3 worden de gerealiseerde projectactiviteiten vanaf 1 januari 2012 tot en met de afsluiting van het project op 30 september 2012 gememoreerd. Hoofdstuk 4 geeft een korte nabeschouwing op het project als geheel.
Een van de onderzoekslijnen bij het lectoraat Gebiedsontwikkeling en recht is grensoverschrijdende samenwerking (GROS). Vanwege de ligging van Saxion in oost-Nederland ligt de focus bij GROS op grensoverschrijdende samenwerking tussen Nederland en Duitsland. GROS wordt belemmerd door juridische, bestuurlijke en culturele verschillen. Onderzoek naar GROS richt zich op het overbruggen van de verschillen, waardoor de maatschappelijke en economische voordelen van ondernemen en besturen in de grensstreek optimaal kunnen worden benut. Het onderzoek naar GROS is gestart met het promotieonderzoek naar grensoverschrijdende gebiedsontwikkeling. Hierbij gaat het om de vraag hoe overheden langs de grens tussen Nederland en Duitsland kunnen samenwerken bij de ruimtelijke inrichting van hun gebieden. Het kan bijvoorbeeld gaan om een grensoverschrijdend natuurgebied of bedrijventerrein, grensoverschrijdende infrastructuur of zelfs een grensoverschrijdend gebouw. Deelonderzoeken richten zich onder andere op het maken van grensoverschrijdende afspraken en op het nemen van ruimtelijke besluiten.
The purpose of this paper is to gain deeper insight into the practical judgements we are making together in ongoing organizational life when realizing a complex innovative technical project for a customer and so enrich the understanding of how customer orientation emerges in an organization. The outcome contributes to the knowledge of implementing customer orientation in an organization as according to literature (Saarijärvi, Neilimo, Närvänen, 2014 and Van Raaij and Stoelhorst, 2008) the actual implementation process of customer orientation is not that well understood. Saarijärvi, Neilimo and Närvänen (2014) noticed a shift from measuring the antecedents of customer orientation and impact on company performance, towards a better understanding how customer orientation is becoming in organizations. A different way of putting the customer at the center of attention can be found in taking our day-to-day commercial experience seriously, according to the complex responsive process approach, a theory developed by Stacey, Griffin and Shaw (2000). The complex responsive processes approach differs from a systems thinking approach, because it focuses on human behavior and interaction. This means that the only agents in a process are people and they are not thought of as constituting a system (Groot, 2007). Based on a narrative inquiry, the objective is to convey an understanding of how customer orientation is emerging in daily organizational life. Patterns of interaction between people are investigated, who work in different departments of an organization and who have to fulfill customer requirements. This implies that attention is focused towards an understanding in action, which is quite distinct from the kind of cognitive and intellectual understanding that dominates organisational thought. The reflection process resulting from this analysis is located in a broader discourse of management theory.
“Als brede euregionale, multisectorale hogeschool bieden we onze studenten, onze medewerkers en het werkveld, de juiste bagage om het verschil te kunnen maken in de wereld van vandaag én morgen.” (Koersbeeld HAN 2022-2028, p. 27). Deze visie uit het recente Koersbeeld van HAN University of Applied Sciences is gekoppeld aan drie zwaartepunten Smart Region (slim); Sustainable Energy & Environment (schoon) en Fair Health (sociaal). De complexe vraagstukken en transities die achter deze zwaartepunten liggen zijn enerzijds grensoverschrijdend en komen in heel Europa terug en vragen anderzijds om regionale antwoorden, waardoor de HAN aansluiting zoekt met de Europese strategie, Europese onderzoeksnetwerken en Europese programma’s voor onderzoek en innovatie om wederzijdse kennisdeling tot stand te brengen. Dit project levert een bijdrage om tot gerichte, duurzame netwerken te komen op het gebied van de HAN zwaartepunten Slim, Schoon en Sociaal. Verkenning, bundeling en borging van veelal individuele Europese contacten en aansluiten bij duurzame verbindingen. Daarnaast is uitbouwen van en voortbouwen op de strategische samenwerking in het European University Initiative (EUI) UP University consortium een doelstelling. De zwaartepunten en daarmee de ‘thematische focus’ van de HAN zijn het startpunt in de Europese netwerkvorming. Er wordt gebouwd aan een zichtbaar trackrecord met duurzaam verbonden partners. Zowel de huidige (individuele) contacten op de zwaartepunten als het UP University consortium dient verder ingevuld te worden. Deze netwerken geven niet alleen de HAN toegang tot internationale kennis, maar heeft ook impact in de regio. In ons onderzoek werken we samen met bedrijven, instellingen en studenten in duurzame netwerken en hebben daarin een aanjagende rol. Het hele ecosysteem komt hier samen. Naast de focus op de zwaartepunten, zal er in dit project verbinding gelegd worden met andere interne afdelingen met raakvlakken met Europese samenwerkingen. Denk hierbij aan het Adviesbureau Subsidies, Financiële Zaken en staf Onderwijs, Onderzoek en Kwaliteitszorg.
Zuyd Hogeschool heeft een sterke positie in de Euregio Maas-Rijn, van waaruit het structureel samenwerkt met bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden in de grensregio Nederland- Duitsland - Vlaanderen. Door (opdracht)gericht samen te werken met praktijkpartners, beoogt Zuyd de kwaliteit van haar onderwijs en onderzoek te vergroten en maatschappelijke impact te realiseren. De samenwerking met de werkveldpartners ligt rond de vier regionale transitieopgaven gezonde samenleving, toekomstbestendig bedrijfsleven, waardevolle wijken en circulair produceren. Zuyd heeft een sterk Euregionaal netwerk waarmee het een groot deel van haar doelstellingen kan bereiken. Echter, Zuyd beseft dat er meer impact kan worden gerealiseerd. Dit wil Zuyd doen door meer gebruik te maken van kansen die worden geboden vanuit Europese onderzoeks- en onderwijsprogramma’s. Door deelname aan deze programma’s kan Zuyd een extra impuls aan haar onderzoek geven om daarmee een nog prominentere rol te spelen in het oplossen van maatschappelijke uitdagingen. De aansluiting bij relevante thematische netwerken staat daarbij centraal. Zuyd heeft op basis van haar internationaliseringsstrategie en onderzoeksvisie duidelijke doelstellingen. Echter, het ontbreekt Zuyd momenteel aan een duidelijk startpunt en stappenplan om deze ambities concreet vorm te geven. Met de Pilot Richting Europa wil Zuyd de doelstellingen van haar internationaliseringsstrategie en onderzoeksvisie concretiseren, door meer gebruik te maken van Europese onderzoeks- en onderwijsprogramma’s door strategische deelname aan netwerken op de voor Zuyd belangrijkste thema’s. Uiteindelijk moet dit ervoor zorgen dat lectoren actiever worden in Europa. Hiervoor wil Zuyd een Blauwdruk ontwikkelen. Dit is een stappenplan waarin wordt aangegeven waar een lector of onderzoeksgroep aan moet voldoen én waar het rekening mee moet houden wanneer het actief wil worden in Europa. Door taakgericht en stapsgewijs actiever te worden in Europa kan Zuyd zichzelf beter internationaal positioneren, actief deelnemen aan Europese onderzoeksprojecten.en daarmee haar maatschappelijke impact op de vier transitieopgaven vergroten.