In Signaal 59 stond ‘Een leven lang nieuwsgierig’, het eerste deel van 2 artikelen over nieuwsgierigheid. In deel twee, ‘Nieuwsgierigheid als geheim wapen’ wordt stilgestaanl bij: 1. Nieuwsgierigheid als persoonskenmerk van hoogbegaafden. 2. Factoren die nieuwsgierigheid kunnen beperken. 3. Praktische tips om nieuwsgierigheid te prikkelen. 4. Waarom nieuwsgierigheid een (geheim) wapen is.
In een verkennende pilot is onderzocht welke ervaringen studenten pedagogiek van de Hogeschool van Amsterdam, met vertraging in de afstudeerfase, hebben met deelname aan een online leer-ontmoetingsruimte (het afstudeercafé). De aanleiding voor het project is dat langstudeerders door allerlei belemmeringen, persoonlijke problematiek, of de combinatie met andere verplichtingen, soms niet in staat zijn onderwijs te volgen en de binding met medestudenten en de opleiding kwijt raken. Actuele ontwikkelingen zoals flexibilisering en maatwerk roepen nieuwe vragen op ten aanzien van studentbinding. Ook de vermindering van face-to-face contacten ten gunste van online onderwijs roept vragen op over de impact daarvan op de betrokkenheid en over manieren om die betrokkenheid te versterken.In het schooljaar 2020-2021 is samen met studenten pedagogiek van de Hogeschool van Amsterdam onderzocht of betrokkenheid ook online tot stand kan komen. Met vertraagde studenten in de afstudeerfase is een online leer-ontmoetingsruimte (het afstudeercafé) ontworpen. De vraagstelling is door Corona aangepast en luidt: Aan welke kenmerken moet een online leer-ontmoetingsruimte voldoen om bij bachelor- en masterstudenten pedagogiek van de Hogeschool van Amsterdam, met vertraging in de afstudeerfase, de betrokkenheid bij medestudenten en de opleiding te bevorderen?Er werd een 24/7 bereikbare online leer-ontmoetingsruimte (het ‘afstudeercafé’) gecreëerd waarin vijf stadia uit het vijfstadiamodel van Salmon (2013) de basis vormen voor zowel studie als ontmoeting. Hiervoor is de digitale leeromgeving [DLO] Brightspace – die gericht is op informatieoverdracht en inrichting van courses – gecombineerd met een omgeving die ontmoeting en samenwerking faciliteert, Microsoft Teams. Deze gecombineerde omgeving is uitgeprobeerd in twee groepen langstudeerders, een mastergroep (N=8) en een bachelorgroep (N=11). Voor beide groepen werd een eigen afstudeercafé gestart, waarin kon worden samengewerkt met studenten aan ontmoeting, kennisdeling, peerfeedback en verantwoordelijkheid voor het afstudeerproces. De basis werd gevormd door vaste wekelijkse meetings. Alle interactieve onderdelen zoals groeps- en privéchats en videocalls vonden plaats binnen de Teamsomgeving, terwijl de gekoppelde Brightspace de omgeving was waar kennis over relevante onderwerpen kon worden nagezocht. Door middel van negentien interviews, data gegenereerd uit videocalls, groeps- en privéchats en een vragenlijst zijn succesfactoren in kaart gebracht voor het construeren van een online leer-ontmoetingsruimte.Uit de resultaten bleek dat bij alle studenten sprake is van belemmeringen zoals psychische problematiek, stress, faalangst, levensgebeurtenissen, mantelzorg, of combinatie van studie met gezin, ziekte of werk. Een aanzienlijk deel van de studenten kampte met schaamtegevoelens over de vertraging van de studie. Vrijwel alle studenten gaven aan het online onderwijs als een uitkomst te zien. Het bleek dat de relatie met medestudenten en docent online goed tot stand kwam. Studenten namen initiatieven tot samenwerking en kennis delen en spraken af in het afstudeercafé buiten de vaste meetings. De deelname leidde tot meer betrokkenheid bij de opleiding en bij medestudenten en de verantwoordelijkheid voor het afstudeerproces nam toe. De rol van de docent werd online meer coachend.De resultaten van dit project geven inzicht in wensen en behoeftes met betrekking tot flexibilisering en het gebruik van een 24/7 bereikbare online leer-ontmoetingsruimte. Op basis van de ervaringen is het combineren van Brightspace met Teams opgeschaald binnen de HvA. Er is een handreiking ontwikkeld die docenten kunnen gebruiken voor het realiseren van een online leer-ontmoetingsruimte. Aanbevolen wordt het onderzoeken van het concept in verschillende contexten met verschillende docenten.
MULTIFILE
Het ervaren van ruimte om fouten te maken is belangrijk voor de creativiteitsontwikkeling van basisschoolleerlingen. Fouten durven maken geeft de ruimte om te onderzoeken, te experimenteren en risico’s te nemen. Veel leerlingen vinden het moeilijk om fouten te durven maken. Het onderwijssysteem verlangt van hen om fouten te vermijden. De leerkracht kan hier verandering in brengen door een omgeving te creëren waarin het niet erg is als iets mislukt. Het is de kunst fouten te omarmen en te zien als een nieuw en origineel verhaal waarin soms iets geleerd wordt en soms ook helemaal niet. Hierbij kan het helpen om verhalen te delen over situaties waarin iets mislukt. Daarom beogen we een verhalenbundel te maken met waargebeurde mislukverhalen die in de klas gelezen kunnen worden. De verhalenbundel bevat verwerkingsopdrachten waar leerlingen mee aan de slag kunnen. Leerlingen kunnen bijvoorbeeld zelf een vervolg bedenken op een mislukverhaal uit de verhalenbundel, ze kunnen hun eigen mislukverhaal schrijven of ze kunnen een succesverhaal herschrijven tot een mislukverhaal. Het doel van de verhalenbundel is om in de klas een gesprek op gang te brengen over mislukkingen. Het is niet altijd erg als iets mislukt. Soms komt er iets moois voort uit een mislukking en soms ook helemaal niet en dat is niet erg. Met de verhalenbundel hopen we de faalangst die het (creatieve)leerproces in de weg kan staan bij leerlingen te verminderen waardoor er bij leerlingen ruimte ontstaat om zich in een proces met fouten en mislukkingen en vanuit mildheid verder te ontwikkelen.
Hoogbegaafde leerlingen hebben bijzondere talenten ten aanzien van 21-eeuwse vaardigheden als creatief en kritisch denken, zelfregulerend leren en probleemoplossend werken. Het wordt algemeen aangenomen dat hoogbegaafde leerlingen dan ook een bijdrage kunnen leveren aan onze (toekomstige) maatschappij, omdat zij – dankzij hun capaciteiten – kunnen voorzien in de toenemende vraag om flexibele, innovatieve werknemers met een brede blik en aanpassingsvermogen. Om dit ontwikkelpotentieel te benutten, moeten leerlingen echter wel worden uitgedaagd. Dit vraagt, naast cognitieve uitdaging, om aandacht voor de persoonsvorming zodat wordt voorkomen dat leerlingen (onbewust) gaan onderpresteren, faalangst of gedragsproblemen gaan ontwikkelen – omdat zij niet worden begrepen. In dit project worden twee innovatieve, digitale tools ontwikkeld om tegemoet te komen aan de behoeften van deze leerlingen en uitgezet onder startende, zittende en ervaren leerkrachten om zo de in potentie aanwezige 21-eeuwse vaardigheden te stimuleren. Het betreft: 1) een interactieve matrix die kan worden gebruikt om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van hoogbegaafde leerlingen ten aanzien van de persoonsvorming, en 2) een digitale QuickScan die middels een automatische zelfrapportage aangeeft waar de ontwikkelkansen van leerkrachten liggen. In de aanvraag staat het concretiseren en digitaal ontwikkelen van deze producten voorgesteld (maart 2018 – maart 2019), welke via drie rondes van meetups door olievlekwerving worden verspreid in het werkveld. Deze tools kunnen worden ingezet door leerkrachten om leeromgevingen zo in te richten binnen het basisonderwijs, zodat hoogbegaafde leerlingen de genoemde 21-eeuwse vaardigheden (verder) ontwikkelen.
Een taalontwikkelingsstoornis is de meest voorkomende ontwikkelingsstoornis bij kinderen. Een taalontwikkelingsstoornis (TOS) betekent dat je moeite hebt met praten en met het begrijpen van de ander. In iedere Nederlandse schoolklas zitten gemiddeld twee kinderen met TOS. Taalproblemen hebben een grote impact op het dagelijks functioneren van een kind. Al op heel jonge leeftijd is er miscommunicatie met ouders en broertjes en zusjes. Hierdoor kunnen gedragsproblemen en faalangst ontstaan. Op school ontstaan leerproblemen omdat het onderwijs gebaseerd is op leren via mondelinge en schriftelijke (talige) instructie. Kinderen met TOS ervaren minder schoolsucces, hebben minder vriendjes, en jongvolwassenen verliezen vaker hun baan. Een van de hardnekkigste symptomen van TOS is het zeer zwak formuleren van zinnen. De incorrecte zinsbouw en grammatica zorgen voor onbegrip bij de luisteraar. Professionals die kinderen met TOS begeleiden, erkennen het belang van therapie gericht op dit taalaspect; zij ervaren hier echter ook grote handelingsverlegenheid. Ze geven aan dat er onvoldoende behandelmateriaal is om zinsbouw en grammatica te remediëren, daarnaast zijn bestaande instrumenten niet altijd toepasbaar in de klinische praktijk, bijvoorbeeld omdat het gebruik te tijdsintensief of te complex is. Om deze problemen op te lossen, is samen met behandelaars in het mkb-logopedie het consortium ZINnig opgezet. Het consortium bestaat uit experts op het gebied van taal en technologie: kindertaal, taalpathologie, speciaal onderwijs, logopedie en taaltherapie, ICT en webdesign. Het doel van het consortium is om de zorg en begeleiding voor kinderen met TOS te verbeteren zodat zij beter kunnen participeren in onze talige maatschappij. Om dit doel te bereiken levert dit project 1) kennis over mijlpalen in grammatica, 2) best-practices en een digitale applicatie voor taalanalyse, 3) een nieuw therapieprogramma. De tools worden in co-design met het mkb ontwikkeld waarbij slimme technologie wordt ingezet zodat monitoring van taalvaardigheid van kinderen, efficiënt en doelgericht uitgevoerd kan worden.