Formatief beoordelen is bezig aan een stevige opmars in het onderwijs, ook in de lichamelijke opvoeding. Het is een manier van didactisch handelen, waarbij heel wat meer komt kijken dan (alleen) het verminderen van het aantal toetsmomenten, of het geven van meer feedback. En het is zeker iets anders dan het simpelweg afschaffen van cijfers.
Een groeiend aantal HBO-opleidingen in Nederland heeft programmatisch toetsen (PT) geïmplementeerd als een nieuwe benadering van toetsen. Torre et al. (2020) en Baartman et al. (2022) nemen ontwerpgerichte perspectieven in wanneer ze beschrijven hoe de implementatie van programmatisch toetsen zich in de praktijk manifesteert. Onderzoek naar het ontwerpen van leeromgevingen laat zien welke verschillende ontwerpkeuzes gemaakt kunnen worden (Bouw et al., 2021). De theoretische principes die als basis kunnen dienen voor het ontwerp van programmatisch beoordelen zijn beschreven (Heeneman et al., 2021). Opleidingen maken op basis van deze principes verschillende specifieke ontwerpkeuzes maken, passend bij hun eigen context. Dit ontwerpperspectief op programmatisch toetsen wordt echter vaak niet geëxpliciteerd. Hierdoor is er beperkt inzicht in welke ontwerpkeuzes zijn gemaakt bij het implementeren van programmatisch toetsen (Torre et al., 2020).
De Human Capital Agenda van GroenvermogenNL is de ‘enabler’ voor de ambitieuze activiteiten t.a.v. de productie en transport, op- & overslag van waterstof en de (grootschalige) toepassing ervan in de industrie en de overige toepassingsgebieden zoals mobiliteit & transport en de gebouwde omgeving. Belangrijke voorwaarde voor de realisatie van deze ambities is de voldoende beschikbaarheid van professionals met kennis en vaardigheden van waterstof en de toepassing ervan. Hiervoor moet nieuwe en noodzakelijke kennis snel beschikbaar komen in het reguliere onderwijs en voor de scholing en training van professionals die al werkzaam zijn. Eén van de werkstromen binnen de human capital agenda van GroenvermogenNL is de ontwikkeling en verduurzaming van learning communities rond waterstof. Learning communities zijn in transitieomgevingen een bruikbaar vehikel om derde-orde leren mogelijk te maken. In de energietransitie is zulk derde-orde leren of ook transformatief leren nodig. Dat vindt niet spontaan plaats maar vraagt om een gestructureerde manier van leren, waarin systematisch gewerkt wordt aan het conceptualiseren van complexe problemen, vraagarticulatie en het bedenken van oplossingsstrategieën. Een learning community kan dienen als innovatieruimte waarin kruisbestuiving plaatsvindt tussen verschillende types kennis en vaardigheden. Het project “Aanloopactiviteiten learning communities” is erop gericht om in de projectperiode (2022-2023) in grote lijnen twee met elkaar verweven hoofdactiviteiten uit te voeren, namelijk activiteiten die in de tweede fase zorgen voor daadwerkelijke opschaling én activiteiten die zorgen voor leren en kennisontwikkeling óver leren, werken en innoveren in learning communities. De projectperiode is een voorbereidingsjaar waarin in 6 regio’s gebouwd wordt aan een ecosysteem waarmee de HCA GroenvermogenNL gerealiseerd kan worden. Naast de regionale ontwikkeling zijn er 2 landelijke projecten, het onderhavige rond learning community-ontwikkeling en een project waarin gebouwd wordt aan een kennisplatform.
Moderne vreemde talen-docenten op middelbare scholen willen zich meer richten op de communicatieve kant van taalonderwijs. Bestaande taaltoetsen sluiten niet altijd aan op de leerdoelen. Hoe kunnen we toetsen aanbieden waarin communicatie centraal staat? Welke gevolgen heeft dit voor de manier van lesgeven?
Veel scholen zijn op zoek om zonder ‘formele toetsen’ inzicht te krijgen in de ontwikkeling van leerlingen. Zij zetten daarbij de formatieve functie van toetsen centraal. Het blijkt dat docenten in staat zijn om losstaande formatieve leeractiviteiten toe te passen, maar handelingsverlegenheid ervaren bij het ontwerpen en uitvoeren van een programma van formatieve leeractiviteiten: een combinatie van bewust gekozen en in samenhang ingezette formatieve leeractiviteiten die de juiste informatie oplevert om beslissingen te kunnen nemen over hoe het onderwijs verder vorm te geven ten dienste van het verdere leren van leerlingen. Binnen het RAAK-project Formatief Evalueren als brug tussen onderwijs en leren ontwikkelen we handvatten die docenten ondersteunen bij het ontwerpen en uitvoeren van een dergelijke combinatie van formatieve leeractiviteiten. In de periode maart 2021-juli 2021 zouden de docenten voor het eerst aan de slag gaan met het daadwerkelijk onder begeleiding ontwerpen van een programma van formatieve leeractiviteiten. Gezien de huidige situatie in het voortgezet onderwijs (vanwege de covid 19-maatregelen) blijkt dit niet haalbaar. Dat betekent concreet dat het daadwerkelijk ontwerpen van programma’s wordt verschoven naar september 2021. In het raak-project dat binnen de Impuls-regeling wordt aangevraagd, willen we docenten de mogelijkheid bieden en stimuleren om tot september 2021 wel actief aan de slag te blijven gaan met formatief evalueren. Enerzijds om het draagvlak voor het project te continueren, anderzijds om de docenten de gelegenheid te bieden zich blijvend te ontwikkelen. Voor de participatie van de praktijkpartners worden per deelnemende school als nieuwe werkwijze ter overbrugging tot september 2021 online bijeenkomsten georganiseerd waarin de betrokken onderzoekers de docenten ondersteunen bij het gebruik van formatieve leeractiviteiten. Hiermee wordt geborgd dat de docenten, zodra dat weer mogelijk is, in staat én gemotiveerd zijn aan de slag te gaan met het ontwerpen van programma’s van formatieve leeractiviteiten.