Active antifungal packaging is a technological solution for reducing the postharvest losses of fruits and vegetables associated with phytopathogens. Anthracnose (Colletotrichum gloeosporioides) is the principal fungus that causes post-harvest avocado fruit decay. In this study, antifungal sachets filled with oregano oil-starch capsules were prepared, and their active effects were demonstrated on Hass avocado fruits. Oregano oil (31 % of carvacrol) was encapsulated with corn starch by spray drying. Tyvek sachets (4 × 4 cm) filled with 80 (T1) and 160 mg (T2) of oregano oil-starch capsules (99.35 ± 1.86 mg g − 1) were fabricated. The antifungal effects of the sachets were tested in vitro and in vivo using a humidity chamber (90–95 % relative humidity (RH)) on fruits inoculated with anthracnose. The results showed that T1 and T2 inhibited 75.21 ± 2.81 and 100 % in vitro growth of anthracnose at 25 °C for 12 days. Furthermore, Hass avocado fruits stored in a humidity chamber at 25 °C for 6 days showed that only T2 significantly (p < 0.05) reduced the area of lesion produced by artificial inoculation of Hass avocado fruits with anthracnose. On average, the lesion area in the Hass avocado fruits treated with T2 was 13.94 % smaller than that in the control fruit.
MULTIFILE
Fruit in openbare boomgaarden en in perken of parken kan een belangrijke bijdrage leveren aan de binding van mensen met het groen in steden. Gemeenten hebben vele opties om hierin faciliterend op te treden blijkt uit twee onderzoeken van Hogeschool Van Hall Larenstein.
DOCUMENT
Het position paper verstuurd vanuit het lectorenplatform Voedsel, Voeding & Gezondheid naar de vaste kamercommissie van VWS voor het debat over de afschaffing van de btw op groente en fruit
DOCUMENT
Fruit en landschap, dan denk je misschien aan de Betuwe, waar fruitteeltbedrijven zich aaneenrijgen. Van oudsher was het rivierenlandschap rijk aan fruit en noten, en dan vooral op de hogere gronden, dichtbij de dijk, zodat menig boerderij en dijkhuis weelderig door fruit- en notenbomen omringd was. Naast de commerciële fruitteelt en de fruitbomen op privégrond zijn vruchtbomen ook vaak te vinden in de openbare ruimte van steden en dorpen. Gemeentes planten fruit aan, of nemen oude fruitbomen op in het openbaar groen. En tenslotte zien we allerlei groepen, clubs, verenigingen die initiatief nemen om fruit aan te planten, openbaar of niet openbaar. In sommige gemeentes, zoals bijvoorbeeld Culemborg, vind je dat allemaal naast elkaar. De professionele fruitteler laten we hier verder buiten beschouwing, maar voor alle andere vormen van vruchtbomen geldt eigenlijk dat de bomen, de eigenaren, de beheerders en de gebruikers wel gebaat zijn bij een steuntje in de rug vanuit de betrokken gemeente, of het nu gaat om dat wat er is in stand te houden, of nieuw fruit aan te planten. Ook een kritische blik op het eigen gemeentelijke vruchtbomenbeleid hoort daarbij. Daar wil deze handreiking aan bijdragen.
DOCUMENT
In deze factsheet lees je meer over de verschillende soorten fruit, voedingsstoffen in fruit en gerelateerde gezondheids-, voedselveiligheids-, gedrags- en duurzaamheidsaspecten. Lector Herman Peppelenbos, van het lectoraat Groene Gezondheid, is bij het opstellen van deze factsheet geconsulteerd als expert.
LINK
Het kabinet kan het consumptiepatroon van Nederlanders sturen met financiële prikkels. Om een echte verandering op gang te brengen is een hogere belasting op suiker noodzakelijk. Door tegelijkertijd de btw op groente en fruit te verlagen, hoeft dat consumenten niets extra’s te kosten, zeggen lectoren Herman Peppelenbos, Feike van der Leij en Annet Roodenburg.
DOCUMENT
Een advies voor gezonde en duurzame voeding zou gebaseerd moeten zijn op voordelen voor de mens, de aarde en de economie; people, planet, profit. Voor de mens zou een als goed ervaren gezondheid al voldoende kunnen zijn. Voor de aarde lijkt het beter om te streven naar een zo laag mogelijk zorggebruik. Resultaten uit verschillende onderzoeken lijken uit te wijzen dat oervoeding, bestaande uit groente, fruit, vlees, vis, eieren en noten, de beste keus zou kunnen zijn voor mensen met een verhoogd risico op diabetes type 2 en hart- en vaatziekten. Resultaten uit een kleine haalbaarheidsstudie lijken dezelfde kant op te wijzen als het gaat om ervaren gezondheid. In dit lectoraat wil ik verder onderzoek doen naar de gezondheidsvoordelen van oervoeding.
DOCUMENT
Semi-closed greenhouses have been developed in which window ventilation is minimized due to active cooling, enabling enhanced CO2 concentrations at high irradiance. Cooled and dehumidified air is blown into the greenhouse from below or above the canopy. Cooling below the canopy may induce vertical temperature gradients along the length of the plants. Our first aim was to analyze the effect of the positioning of the inlet of cooled and dehumidified air on the magnitudes of vertical temperature and VPD gradients in the semi-closed greenhouses. The second aim was to investigate the effects of vertical temperature gradients on assimilate production, partitioning, and fruit growth. Tomato crops were grown year-round in four semiclosed greenhouses with cooled and dehumidified air blown into the greenhouses from below or above the crop. Cooling below the canopy induced vertical temperature and VPD gradients. The temperature at the top of the canopy was over 5°C higher than at the bottom, when outside solar radiation was high (solar radiation >250 J cm-2 h-1). Total dry matter production was not affected by the location of the cooling (4.64 and 4.80 kg m-2 with cooling from above and from below, respectively). Percentage dry matter partitioning to the fruits was 74% in both treatments. Average over the whole growing season the fresh fruit weight of the harvested fruits was not affected by the location of cooling (118 vs 112 g fruit-1). However, during summer period the average fresh fruit weight of the harvested fruits in the greenhouse with cooling from below was higher than in the greenhouse with cooling from above (124 vs 115 g fruit-1).
DOCUMENT
Objective: To investigate the effects of providing free fruit and snack vegetables at a university on students’ fruit intake, snack vegetable intake and total vegetable intake. Design: Free fruit and raw snack vegetables (e.g. bite-sized tomatoes) were provided in a stand in the form of a miniature wooden house located in the central hall of the university’s main building, which students regularly pass through on their way to lectures and the cafeteria. Three interventions tested with a pre-test/post-test design were performed. In these three interventions, small changes to the appearance of the stand were made, such as placing potted plants around it. Demographic characteristics and fruit and vegetable intakes were assessed with questionnaires. Setting: A Dutch university of applied science. Participants: Intervention 1 included 124 students; Intervention 2 included ninety-two students; Intervention 3 included 237 students. Results: Longitudinal linear regression analyses showed that post-test snack vegetable intake was consistently higher compared with pre-test. In the three interventions, post-test snack vegetable intakes were between 11 and 14 g/d higher than at the pre-test, which is comparable to three bite-sized tomatoes. No differences in fruit intake or total vegetable intake were found. Subgroup analyses showed that, in all three interventions, students with the lowest pre-test fruit intake and total vegetable intake reported the largest increase in fruit intake and snack vegetable intake after the interventions. Conclusions: Providing free fruit and vegetables to students at their university might be beneficial for those with low habitual intakes.
LINK
Het na de pluk koelen en bewaren van groenten en fruit is een lastig en veeleisend proces voor de ‘zelfbewarende’ telers en de centrale koelhuizen. Met name bij het bewaren van peren, een belangrijk exportproduct voor Nederland, zijn er zeer strenge randvoorwaarden ten aanzien van temperatuur en atmosfeer.De telers en koelhuizen willen investeren in nieuwe technieken om het energieverbruik te verlagen, de derving van producten te verminderen en daarmee duurzamer te bewaren. Het ultieme doel is een koelhuis dat geen externe energie nodig heeft: het ‘koelhuis van de toekomst’. In deze publicatie leest u de resultaten van het toegepast onderzoek naar Duurzaam Bewaren. Dit is één van de twee publicaties van het onderzoeksproject Sustainable Systems for Food. Het project is uitgevoerd door het CleanTech onderzoeksprogramma met behulp van RAAK-mkb subsidie van de Stichting Innovatie Alliantie. Het onderzoek richtte zich met name op duurzame koeltechnieken, bouwtechnologie en de inzet van duurzame energievoorziening. Daarnaast wordt gekeken naar de inzet van nieuwe sensoren voor een betere klimaatbeheersing om daarmee minder derving van producten te bewerkstelligen. De publicatie is bedoeld voor professionals geïnteresseerd in de mogelijkheden om koelhuizen te verduurzamen en geeft inzicht in de energetische aspecten van het bewaarproces van fruit en in de (toekomstige) technieken om het energieverbruik van bestaande en nieuwe koelhuizen drastisch te verminderen. Het boek toont fruittelers en eigenaren van koelhuizen welke technieken potentie hebben om het energieverbruik van hun koelhuis te verminderen. Aan adviseurs, installateurs en bouwbedrijven laat het zien welke mogelijkheden er zijn om een zo energiezuinig mogelijk koelhuis of installatie te ontwerpen. En het geeft bedrijven die technologische systemen ontwikkelen en leveren voor koelhuizen een blik op de toekomstige technologische mogelijkheden, als aanzet tot een strategische ontwikkelagenda. Tot slot laat deze publicatie zien wat de onderzoeksactiviteiten zijn die de HvA op dit gebied ontplooit, waaronder de ontwikkeling van een simulatiemodel, en waar voor eenieder mogelijkheden liggen voor samenwerking.
DOCUMENT