Beschrijving van een onderzoeksproject naar functiedifferentiatie in de verpleegkunde
DOCUMENT
Onderzoek naar de mogelijkheden voor job carving, als verbijzondering van functiedifferentiatie, binnen een drietal (semi)publieke organisaties.
DOCUMENT
Dit artikel beschrijft de mogelikheden die het concept kritisch denken biedt in de differentiatie van Mbo en Hbo opgeleide verpleegkundigen.
DOCUMENT
Het verpleegkundig werk en het beroep verder versterken en verduurzamen. Dat is het doel van het actieonderzoek RN2Blend. RN2Blend staat voor: Registered Nurses to Blend. Oftewel: de mix/mengeling van geregistreerde verpleegkundigen. RN2Blend is een actieonderzoek dat wordt uitgevoerd door een consortium van het Radboudumc, de Erasmus Universiteit Rotterdam, het Universitair Medisch Centrum Utrecht, de Fontys Hogescholen en het Spaarne Gasthuis. Daarbij wordt nauw samengewerkt met de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU). Verder zijn er masterstudenten die delen van het onderzoek mee uitvoeren. We onderzoeken gedifferentieerd en functiegericht werk van verpleegkundigen in ziekenhuizen en universitair medische centra (UMC's). Dit doen we sámen met de verpleegkundigen en andere zorgprofessionals die daar werkzaam zijn.* Gedifferentieerd werken is er daarbij op gericht onderscheid tussen verpleegkundige functies te maken op basis van (en passend bij) ieders kwaliteiten, ambities, werkervaring en opleiding (zie: ). Het doel is het verpleegkundig werk en het beroep verder te versterken en te verduurzamen. Het actieonderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport (VWS), is in 2019 gestart en zal in deze vorm doorlopen tot medio 2023.
MULTIFILE
Grundiss Soziale Arbeit. Ein einfuehrendes Handbuch omvat 976 bladzijden en 64 hoofdstukken van meer dan zeventig wetenschappers. Het is dus ondoenlijk het boek in zijn geheel te bespreken. Ik probeer enkele discussies die ook in Nederland interessant zijn, summier weer te geven
DOCUMENT
De ggz-zorg is steeds complexer geworden. De nieuwe beroepsprofielen bieden contouren om de verpleegkunde binnen de ggz op deze complexiteit af te stemmen, maar de uitwerking zal nog veel inspanning vergen. Zo betoogt Berno van Meijel, lector ggz-verpleegkunde.
MULTIFILE
De overheid heeft de inzet van hbo-verpleegkundigen gestimuleerd, zowel in het onderwijs als in zorgorganisaties. Uit onderzoek is gebleken dat een hbo-verpleegkundige een aantal CANMEDS-rollen vrij gemakkelijk aanneemt, zoals die van zorgverlener en communicator. De rollen van reflectieve professional en kwaliteitsbevorderaar worden echter onvoldoende benut. Twee belangrijke ontwikkelingen in de ouderenzorg bieden hbo-verpleegkundigen vijf uitdagingen om deze rollen beter in te zetten. De overgang van een traditionele naar een lerende werkomgeving is verbonden met de uitdagingen van het creëren van een lerende en innoverende werkomgeving (inclusief praktijkonderzoek opzetten) en de omgaan met weerstand tijdens een innovatie. Het adequaat omgaan met functiedifferentiatie is verbonden met het bevorderen van interprofessionele samenwerking, het waarborgen van persoonsgericht werken waarbij positieve samenwerkingsrelaties worden bevorderd en het delen van kennis die aansluit bij andere zorgprofessionals. Het hoofdstuk bespreekt per uitdaging een aantal aanbevelingen, die gebaseerd zijn op de theorie van Practice Development.
DOCUMENT
Dit onderzoek heeft de beleving van ziekenhuisverpleegkundigen over betekenis en toepassing van leiderschapscompetenties in verpleegkundig handelen in kaart gebracht. Daarnaast was het onderzoek gericht op bewustwording van de ontwikkeling van verpleegkundig leiderschap. METHODE: Het betreft een mixed-methods onderzoeksdesign met kwalitatieve data van 75 diepte-interviews en 24 focusgroepen over een periode van 2 jaar en kwantitatieve data van 430 verpleegkundigen. RESULTATEN: Verpleegkundig leiderschap blijkt vooral gerelateerd aan opkomen voor patiënten vanuit expertise waarvan concrete voorbeelden werden gevonden. Tegelijk blijkt dat verpleegkundigen zich niet volledig bekwaam achten op bachelor niveau; op competenties zoals evidence based practice (EBP), zelfmanagement bevorderen en gezamenlijke besluitvorming is sprake van kennistekorten. Factoren die de ontwikkeling van leiderschap bevorderen zijn werkcultuur-gebonden. DISCUSSIE EN CONCLUSIE: Inzetten op vergroten van bewustwording van zowel onbewuste bekwaamheid als onbekwaamheid naast een veilige teamsfeer zijn belangrijke stappen in de ontwikkeling van klinisch leiderschap. Hierin zijn reflectie en uitwisseling van goede voorbeeldsituaties ondersteunend. Het onderzoek levert een model voor verpleegkundig leiderschap op dat laat zien hoe persoonlijke leiderschapscompetenties door alle verpleegkundigen, ongeacht het functieniveau, worden ingezet in combinatie met expertise die aan het functie en opleidingsniveau is gekoppeld en waarbij gedeeld leiderschap als een gezamenlijke opdracht in teamverband wordt beoefend.
MULTIFILE
Sinds 2006 betreden HBO juristen in toenemende aantallen de arbeidsmarkt. Ook de Hogeschool Utrecht levert sinds 2007 HBO juristen af. Nu de eerste HBO juristen een aantal jaren zijn afgestudeerd dient zich een aantal vragen aan. Deze vragen betreffen het samenspel van onderwijs, arbeidsmarkt, organisatie en HBO jurist, dat resulteert in de functievorming voor de nieuwe professional. Het gaat hier om vragen over ontwikkelingen op de arbeidsmarkt waar de HBO jurist zich beweegt en gevolgen van de komst van de HBO jurist daarop, om vragen rond competentievorming die geboden wordt door danwel gevraagd wordt aan onderwijsinstellingen, om het effect van de ervaringen van werkende HBO juristen op het onderwijsaanbod, om keuzes van organisaties inzake functievorming en om verwachtingen en ervaren kwaliteit van de arbeid en doorgroei van de nieuwe professional zelf.
DOCUMENT
Het doel van het project is om samen met HHU-partners te onderzoeken welke vaardigheden de (toekomstige) zorg- en welzijnsprofessional van de toekomst nodig heeft (fase 1) en komen tot oplossingsrichtingen om deze professionals goed toe te rusten (fase 2). Dit resulteert in een plan van aanpak. Hierbij zijn de volgende onderzoeksvragen en beoogde eindresultaten geformuleerd. Voor fase één is de vraag: Wat hebben (toekomstige) zorg- en welzijnsprofessionals nodig om de zorg van de toekomst te leveren en wat is hierop van invloed? Met als beoogd eindresultaat een overzicht van vaardigheden die de zorg- en welzijnsprofessional van de toekomst nodig heeft, en waarbij de gemeenschappelijke opgave van zorg en welzijn helder is geworden. De vraag voor fase twee is welke oplossingsrichtingen bijdragen aan het goed toerusten van deze professionals. Hierbij wordt uiteindelijk een plan van aanpak opgeleverd met oplossingsrichtingen.
DOCUMENT