In dit hoofdstuk wordt het Nederlandse beleid geschetst van het tegengaan van radicalisering en het voorkomen van terroristisch geweld. Hierin neemt het ‘Actieprogramma integrale aanpak Jihadisme’ een belangrijke plaats in. Besproken wordt wat er goed gaat en wat de ontwikkelingsvragen zijn. Het hoofdstuk eindigt met een beschouwing over de behoefte aan sociale innovatie. Aangezien een aantal preventieve interventies behoorlijk ingrijpend kunnen zijn, is het zaak om bij de uitvoering te letten op eenduidigheid en adequate rechtsbescherming.
MULTIFILE
Als inwoners een hulpvraag hebben, is het streven van de gemeente Den Haag om deze hulpvraag centraal te stellen. Bij het Centrum Jeugd & Gezin (CJG) heeft de Pilot Integrale Toegang gedraaid, om inwoners die zich melden met hulpvragen op het gebied van opvoeden en opgroeien sneller en beter te helpen. Door een brede vraagverheldering brengt de pilot in kaart hoe inwoners het beste geholpen kunnen worden, met daarbij nadrukkelijk aandacht voor wat er in het voorliggend veld en bij andere domeinen dan jeugd en gezin geboden kan worden. De gedachte hierachter is dat de hulpvraag van een inwoner zich vaak niet beperkt tot één probleem of leefdomein. Het is daarom van belang dat er aandacht is voor alle leefdomeinen. De pilot is onderzocht door het lectoraat Jeugdhulp in Transformatie van De Haagse Hogeschool. De onderzoekers benutten de pilot-registratiedata, hielden interviews met gezinnen en professionals en spraken in focusgroepen met betrokken professionals. Het onderzoek geeft antwoord op de vragen of de pilot leidt tot 1. snellere en betere hulp, 2. een brede vraagverheldering en 3. meer verwijzingen naar het voorliggend veld en andere domeinen. Ook is een antwoord gezocht op de vragen 4. of de randvoorwaarden voor de pilot aanwezig waren en 5. wat het gewenste profiel van de intaker is.
MULTIFILE
In dit artikel wordt de literatuur verkend op het terrein van een meer sociaalparticipatieve benadering van actief burgerschap. In deze literatuur wordt de ontwikkeling van burgerschap verbonden met de noodzaak zicht te ontwikkelen op handelingscontexten die voor zowel burgers als sociale professionals van belang zijn. We verkennen relevante literatuur van onder andere De Tocqueville, Dewey, Putnam, Lichterman en Biesta. Door aandacht te besteden aan burgerschap als praktijk beogen we dichter op de huid van het werk van sociale professionals te kruipen, waardoor de huidige ontwikkelingen rondom de bevordering van actief burgerschap bevraagd kunnen worden. Wat deze literatuurverkenning in beeld brengt is dat actief burgerschap niet tot bloei komt vanuit een opgelegde moraal, maar verbonden dient te worden met het dagelijkse handelen van burgers, waarin het “al doende leren” samen op gaat met de ontwikkeling van betekenisvolle praktijken. Sociale professionals hebben vooral tot taak dit type praktijken te ondersteunen en te faciliteren.
DOCUMENT
Tijdens de coronacrisis worden gezinnen geconfronteerd met heel nieuwe uitdagingen. Ze zijn meer beperkt tot hun eigen woning en moeten werk, school en zorgtaken combineren. Ook kunnen er onzekerheden zijn over de toekomst. Het lectoraat Jeugd onderzoekt hoe gezinnen deze tijd ervaren. Doel Zicht krijgen op een aantal thema’s (gezinsfunctioneren, combinatie werk-gezin, relatie grootouders-kleinkinderen) die aan het gezinsleven raken in deze bijzondere tijd. Handvatten aanreiken om de ondersteuning en hulp aan gezinnen te versterken. Resultaten Eindrapport Slepend en soms ook slopend. De impact van (de maatregelen tegen) COVID-19 op het gezinsleven (maart '21). De belangrijkste bevindingen samengevat. Dezelfde storm, niet hetzelfde schuitje. De impact van COVID-19 op gezinnen. Pedagogiek in Praktijk, 2020. Werken in coronatijd: ervaringen van professionals in het sociaal domein (april '21). Op 23 juni '20 deelden Anna van Spanje-Hennes en Marije Kesselring wat voorzichtige eerste bevindingen van dit onderzoek tijdens de webinar 'Veerkrachtige wijken in coronatijden’, door het Platform Stad en Wijk. Hieronder te bekijken, vanaf 17.15. Looptijd 01 april 2020 - 01 december 2020 Aanpak We voeren het onderzoek uit met behulp van een vragenlijst, verspreid onder ouders en grootouders In Nederland en België. Dit geeft de mogelijkheid tot een internationale vergelijking.
Wanneer kinderen met complexe problemen niet meer thuis of in een pleeggezin kunnen wonen, kan een gezinshuis een passende plek zijn. Een gezinshuis is een kleinschalige woonvorm waar één of meer kinderen opgenomen worden in het eigen gezin van de gezinshuisouders. De gezinshuisouders zijn professionele opvoeders en bieden 24 uur per dag opvoeding en begeleiding aan de gezinshuiskinderen. Gezinshuizen bieden een stabiele plek zoals beoogd in de jeugdwet. Uit het onderzoek ‘Hoop een huis geven’ (lopend SIA-RAAK Publiek onderzoek), dat gericht is op de manier waarop gezinshuisouders vormgeven aan het leefklimaat in gezinshuizen komt naar voren dat gezinshuisouders een intensieve en complexe taak hebben. Een gezinshuis biedt jeugdhulpverlening en is tegelijk een ‘zo normaal mogelijke’ thuissituatie voor de kinderen. Er gaat echter veel aandacht uit naar het begeleiden van probleemgedrag. Gezinshuisouders hebben behoefte aan een methodische aanpak die hen ondersteunt bij het begeleiden van de kinderen zodat zij vaardigheden leren die hen helpen zo normaal mogelijk te functioneren in het gezin, op school en in de buurt. Het voorgenomen onderzoek bouwt hierop voort door een interventie voor gezinshuizen te ontwikkelen die (1) kinderen ondersteunt bij het ontwikkelen van vaardigheden die hen helpen in het dagelijks functioneren en (2) aandacht heeft voor kinderen die sterk verschillen in ontwikkelingsleeftijd en doorgaans op verschillende scholen zitten. In dit onderzoek zal een consortium van praktijkorganisaties, vier hogescholen en twee universiteiten participeren. Met behulp van participatief actieonderzoek en quasi-experimenteel onderzoek zullen zij een nieuwe methode voor het aanleren van levensvaardigheden ontwikkelen en evalueren, zodat het past binnen gezinshuizen en toepasbaar is op scholen. De vergaarde kennis wordt gedeeld en geduid met docenten en studenten van de betrokken hogescholen zodat inzichten een plek krijgen in de curricula van verschillende opleidingen. Ook zullen studenten onder begeleiding van docenten participeren in het onderzoek.
Dit onderzoeksvoorstel is gericht op de meest kwetsbare jongeren en volwassenen in onze samenleving die afhankelijk zijn van de zorg en woonachtig zijn in verschillende soorten instellingen en gezinshuizen en op de medewerkers van deze instellingen. Instellingen in de jeugdzorg, de maatschappelijke opvang, de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking, gezinshuizen en justitiële/forensische (jeugd)inrichtingen zijn sinds de inwerkingtreding van de coronamaatregelen geconfronteerd met een nieuwe werkelijkheid. Dat heeft grote gevolgen voor het leven in deze settingen. Er is sprake van (nog) minder bewegingsvrijheid dan normaal, er zijn geen of zeer beperkte mogelijkheden voor bezoek en verlof, gezinshuisouders werken nu letterlijk 24 uur per dag en medewerkers zien zich voor de uitdaging gesteld om een volledig dagprogramma te realiseren en ook onderwijs of dagbesteding aan te bieden. Het doel van het onderzoek is inzicht te krijgen in het leef- en werkklimaat zoals dat in deze tijd wordt ervaren door cliënten/bewoners en medewerkers van jeugdzorginstellingen, justitiële/forensische instellingen en gezinshuizen en de eventuele verschillen met het ervaren leefklimaat uit eerdere jaren inzichtelijk te maken. Daarnaast willen we inzicht krijgen in de veranderingen die in de verschillende settingen hebben plaatsgevonden in het dagelijks leven en welke factoren van invloed zijn op het ervaren leef- en werkklimaat. Tot slot is deze studie er op gericht betekenis te geven aan de door lessen te trekken uit de verzamelde gegevens voor de praktijk en voor beleidsmakers. Deze inzichten zijn van belang met het oog op de toekomst, met name met betrekking tot mogelijke aangescherpte en beperkende maatregelen als gevolg van bijvoorbeeld een nieuwe uitbraak of pandemie.