Enkele globaal uitgewerkte onderzoeksthema’s die binnen het aandachtsgebied van Instituut Gak vallen, om in een vervolggesprek te verkennen of en hoe deze thema’s verder uitgewerkt kunnen worden.
DOCUMENT
In the social sciences, especially in social psychology and sociology, fear of the unknown and the tendency to favour the group one belongs to are recognised phenomena. This chapter will look at elements of these scientific theories and establish a link between these elements and the initial findings of a study of Syrian refugees on the Dutch labour market. First, this study is described, after which a glimpse into the world of social psychology is provided. This chapter concludes by taking a wide perspective on Dutch society and by discussing some lessons that can be learned for a diverse future. Research and education can support society in highlighting the importance of diversity and in training people to recognise the added value of diversity. Everyone will need to put considerable effort into ensuring people are judged for their personal qualities. Lecturers and professionals will need to examine their own judgements and biases first, before they can help to shape the perceptions of students. Together with students, lecturers can promote the benefits of the contact hypothesis and the concept of interactional diversity.
DOCUMENT
Het rapport Naar een inclusieve werkomgeving. Inzichten vanuit (levens)verhalen en paradoxen uit de praktijk dat door onderzoekers van Hogeschool Inholland en de Vrije Universiteit Amsterdam in de periode mei 2019 – november 2021 is uitgevoerd, met een subsidie van Instituut Gak, biedt op een bijzondere manier inzicht in het fenomeen ongelijke kansen op de Nederlandse arbeidsmarkt.
DOCUMENT
In het recent gepubliceerde Integraal Zorg Akkoord (IZA) 2023-2026 wordt toegewerkt naar goede, toegankelijke en betaalbare zorg. Thema’s die in het akkoord worden genoemd zijn passende zorg, samenwerking tussen zorg en welzijn, strakke samenwerkingsafspraken, elektronische gegevens uitwisseling, versterking eerstelijnszorg. Maar ook: uitkomstgerichte zorg. Dit sluit aan bij het visiedocument van de Nederlandse Vereniging van Diëtisten (NVD) ‘De diëtist en de diëtetiek in 2030’. Deze visie, voor en door diëtisten beschrijft het punt op de horizon en hoe we daar, vanuit een opgestelde veranderagenda hier naar toewerken. Hiervoor is het nodig dat (kosten)effectiviteit wordt aangetoond en is de integratie tussen praktijkvoering, onderwijs en onderzoek randvoorwaardelijk. Zowel de visie van de NVD en het IZA sturen er op aan dat diëtisten hun doelmatigheid moeten aantonen. Onder doelmatigheid verstaan we in dit project: - Onderzoek naar uitkomsten/effecten van hun eigen handelen in de praktijk - Dat diëtisten data kunnen inzetten voor reflectie op het eigen handelen en het bijsturen op kennis en kunde - Dat zij van hieruit effectieve en passende zorg kunnen aanbieden - Dat zij dit doen in samenwerking met overige zorgverleners, de patiënt zelf en vanuit doorverwijzing naar het sociaal domein - Dat zij onderdeel zijn van een (multidisciplinair) samenwerkingsverband om de samenwerking tot stand te laten komen Diëtisten zien de nut en noodzaak van deze ontwikkeling, echter missen zij handvatten om dit vorm te geven passend binnen hun huidige bedrijfsvoering en werkzaamheden. Het doel van dit project is dat het lectoraat Voeding, Diëtetiek en Leefstijl en de NVD (Academy), samen en in co-creatie (d.m.v. de methodiek Design Thinking) met diëtisten uit de eerstelijns- en tweedelijnszorg, een professionaliseringsaanbod ontwikkelen passend bij wensen en behoeften, zodat zij in staat zijn om in de toekomst doelmatigheid te kunnen aantonen en aan te sluiten bij de visie van de IZA en de NVD.
Informele zorg (zorg door mantelzorgers, aangevuld met inzet van vrijwilligers) is van onschatbare waarde voor mensen die zorg nodig hebben, alsook voor de samenleving als geheel. In een recente kamerbrief beschrijft de staatssecretaris dat zorgakkoorden zoals het IZA, GALA en WOZO sterk leunen op (meer) informele zorgverlening als basis voor de houdbaarheid van het zorgstelsel. Het rapport ‘Anders leven, anders zorgen’ beschrijft de grote noodzaak tot samenwerking tussen verleners van informele en (semi)formele zorg. Hiervoor is een fundamentele omslag in het denken over hoe we de zorg organiseren nodig. Het vertrekpunt is dat informele zorg het vanzelfsprekend fundament vormt en formele zorg daarbij aansluit. Deze omslag heeft grote implicaties voor zowel professionals, hulpvragers en hun informele zorgverleners. Bovendien overstijgt deze omslag het zorgdomein en vraagt het dus om verregaande samenwerking tussen professionals in zorg en welzijn. Het platform Informele Zorg bestaat uit lectoren vanuit zorg (3) en welzijn (4) aangevuld met de grote landelijke koepelorganisaties op het gebied van IZ: MantelzorgNL, Pharos en Movisie. Samen gaan wij bijdragen aan bovenstaande uitdaging. Het platform IZ heeft drie ambities om dit vorm te geven: 1) toewerken naar een landelijke onderzoek- infrastructuur die moet leiden tot duurzame samenwerking, samenhang en versterking van kwalitatief hoogwaardig praktijkgericht onderzoek op het thema IZ binnen zorg en welzijn, 2) agenderen en programmeren van het thema IZ binnen de landelijke onderzoekprogrammering en bijbehorende subsidie stromen en 3) innovaties in praktijk en opleidingen voor zorg- en welzijn opschalen, ontwikkelen en testen. Hiermee sluiten we aan bij de toekomstgerichte adviezen van de RVS en de missie KIA-Gezondheid en Zorg (II en IV) waarin de informele zorg het vertrekpunt is voor veranderingen in het zorgsysteem waarbij zorg meer en meer in de eigen leefomgeving wordt georganiseerd en samenwerking met informele zorg van cruciaal belang is.
Het belang van gezondheidsbevordering en de preventie van chronische ziekten is evident en heeft een prominente plek in het nationaal Preventieakkoord, het recente Integraal Zorgakkoord en de Topsector Life Sciences & Health. Binnen de Kennis- en Innovatieagenda ‘Gezondheid & Zorg’ wordt het belang van een gezonde leefstijl en een gezonde leefomgeving onderstreept. Voor gezondheidsbevordering moeten ‘alle hens aan dek’. Dit vraagt naast een andere organisatie en financiering van de zorg ook om competente professionals in zorg & welzijn die in staat zijn om op effectieve wijze bij te dragen aan een gezonde leefstijl van hun patiënt/cliënt. In de professionele praktijken van zorg & welzijn spelen een aantal knelpunten. Leefstijl wordt niet gezien als integraal onderdeel van het werk. Professionals geven advies, maar gebruiken zelden effectieve methodieken voor gedragsverandering. Daarnaast geven professionals aan dat zij behoefte hebben aan nieuwe competenties voor het bevorderen van een gezonde leefstijl, want “patiënten doen niet wat ik zes maanden geleden gezegd heb”. Binnen de gedragswetenschappen is bekend dat kennis niet genoeg is voor gedragsverandering en dat leefstijl ook gedrag is. Maar dit is nog niet terecht gekomen in de alledaagse praktijk. Onlangs schreven twaalf hoogleraren een position paper over de sleutelrol van gedragswetenschappelijke kennis bij het ontwikkelen en implementeren van leefstijlinterventies. Het paper werd mede ondertekend door een groot aantal partijen, maar niet door het hoger beroepsonderwijs. Dit lectorenplatform verenigt lectoren uit verschillende domeinen met de missie om effectieve methoden voor het bevorderen van gezonde leefstijl te vertalen naar de praktijk en te integreren in professioneel handelen. Expertise en best practices worden gedeeld, transfereerbaarheid naar andere domeinen wordt verkend en het perspectief van professional, patiënt/cliënt en burger wordt gehoord en benut. We verenigen onze krachten voor agendasetting voor gezonde leefstijl in praktijkgericht onderzoek en hbo-onderwijs.