Het doel van dit pilotonderzoek is om een beschrijving te geven van de neuropsychologische en LVB-kenmerken van jongvolwassen reclassanten. Daarnaast wordt, op basis daarvan, een aanzet geboden tot handvatten voor de bejegening en behandeling in de reclasseringspraktijk en voor vervolgonderzoek. Hieruit volgen de onderzoeksvragen: 1 Hoe ziet de groep onder reclasseringstoezicht-gestelde jongvolwassenen er uit betreffende LVB-kenmerken als intellectuele en adaptieve beperkingen? 2 Hoe ziet de groep onder reclasseringstoezicht-gestelde jongvolwassenen er uit betreffende neuropsychologische kenmerken? 3 Welke handvatten voor de praktijk en adviezen voor onderzoek kunnen worden geformuleerd op basis van de bevindingen uit vraag 1 en 2?
MULTIFILE
Geen samenvatting beschikbaar
DOCUMENT
In sociaal-wetenschappelijke studies over dakloosheid in Nederland ligt meestal de nadruk op de oorzaken van dakloosheid, en is er te weinig oog voor de gevolgen ervan. Daardoor worden specifieke gedragskenmerken van daklozen en thuislozen te zeer geïnterpreteerd als individuele dysfuncties, terwijl onvoldoende wordt nagegaan in hoeverre deze kenmerken duiden op aanpassingen van de betrokkenen aan hun omstandigheden. In deze studie gaat de aandacht met name uit naar de problemen waar dak- en thuislozen in hun dagelijks leven voor staan, de oplossingen die zij daarvoor trachten te vinden, de motieven en de redeneerpatronen achter hun gedrag en de manier waarop ze hun situatie zelf ervaren en verwoorden.
DOCUMENT
DOCUMENT
Achtergrond Het is bekend dat gestructureerde instrumenten voor taxatie van het kortetermijnrisico bijdragen aan het voorspellen van fysiek agressief gedrag bij patiënten in de acute psychiatrie. Doel Onderzoeken of de Brøset Violence Checklist (BVC), een instrument voor de inschatting van fysieke agressie op korte termijn, kan bijdragen aan het voorspellen van fysieke agressie-incidenten binnen de forensische psychiatrie en onderzoeken hoe het gebruik van de BVC wordt ervaren. Methode Tweemaal per 24 uur op min of meer vaste momenten werd voor alle patiënten die in 2019 verbleven op een crisisafdeling binnen een forensisch psychiatrisch centrum een BVC-score geregistreerd. De totaalscores van de BVC werden vervolgens gerelateerd aan fysieke agressie-incidenten. Daarnaast werden focusgroepen en interviews gehouden met sociotherapeuten om de ervaringen met het gebruik van de BVC te onderzoeken. Resultaten Uit de analyse kwam een significante voorspellende waarde van de BVC-totaalscore naar voren (AUC = 0,69; p < 0,01). Bovendien ervoeren de sociotherapeuten de BVC als gebruikersvriendelijk en weinig tijdsintensief. Conclusie De BVC heeft toegevoegde waarde voor de forensische psychiatrie. Dit geldt met name voor patiënten bij wie de primaire diagnose géén persoonlijkheidsstoornis betreft.
DOCUMENT
Met dit onderzoek is een eerste verkenning gedaan naar het gebruik van hulp- en trainingsmiddelen door trainers in de praktijk en de aanwezige kennis over emoties en leerprincipes van dieren bij trainers. Hierbij zijn de volgende twee onderzoeksvragen gesteld: Welke kennis is er aanwezig bij trainers van honden en paarden over het herkennen van de gedragssignalen van honden en paarden en het gebruik van leertheorieën? En: Welke hulp- en trainingsmiddelen worden gebruikt en vormen deze een risico op welzijnsaantasting bij het trainen van honden en paarden?
DOCUMENT
Geen samenvatting beschikbaar
DOCUMENT
Deze Wmo-wijzer biedt een handreiking voor professionals die werken met mensen die leven met een niet-aangeboren hersenletsel (NAH) en hun naasten. Daarnaast is het een leidraad voor opleiders bij beroepsopleidingen om te zorgen dat studenten de noodzakelijke competenties verwerven. Het in deze publicatie geschetste ‘profiel’ is een uitwerking van de houding, kennis en vaardigheden die studenten zich eigen moeten maken. Hoewel dit profiel specifiek gericht is op mensen met NAH en dementie, en hun naasten, is het profile ook te gebruiken voor andere groepen mensen die langdurig aangewezen zijn op hulp van anderen.
DOCUMENT
Full text via link. In de Wmo-werkplaats Utrecht bekijkt men in zogenaamde leerwerkplaatsen hoe formele en informele zorg het beste op elkaar afgestemd kunnen worden. Onderzoeken, leren, innoveren en ondernemen vormen de bouwstenen van deze communities of practise and learning
LINK
De eerste anti-stresscursus voor hazen moet nog uitgevonden worden. Toch ervaren ook hazen stress. Niet door overmatige werkdruk, mobiele telefoons en al die andere zaken die het moderne mensenbestaan onder druk zetten. Hazen ervaren vooral stress door predatoren, de intensieve landbouw en allerlei menselijke activiteiten in de natuur. Martijn Weterings promoveerde recent op de effecten van stress door predatoren.
DOCUMENT