In de veranderende verhoudingen tussen overheid en burgers wordt steeds meer verwacht van de zelfredzaamheid van mensen. De veronderstelling hierbij is uiteraard dat burgers veelal zelfredzaam (willen) zijn en dat, wanneer ze dat niet (kunnen) zijn, ze hun weg vinden naar een passend ondersteunend aanbod. Hoewel iedereen intuïtief aanvoelt dat voorkomen beter is dan genezen, vraagt zelfredzaamheid in eerste instantie vooral om vaardigheden in zelfdiagnose.Deze vaardigheden kunnen echter alleen worden aangeleerd als er een bepaald bewustzijn is van de risico’s van de financiële situatie. Beter inzicht in hoe bewoners zelf hun financiële situatie ervaren is daarom essentieel om het ondersteuningsaanbod beter te laten aansluiten op de behoeften van bewoners. Via onderzoek en experiment moet er meer inzicht komen op de vraag in hoeverre mensen zelfredzaam (denken te) zijn en hoe deze zelfredzaamheidbevorderd kan worden.
DOCUMENT
Organisaties hebben vaak te maken met een groot aantal verschillende IT-projecten die gelijktijdig lopen. Om deze projecten goed te kunnen volgen is portfoliomanagement het aangewezen instrument. Uit onderzoek onder negentien bedrijven blijkt dat portfoliomanagement vooral wordt gebruikt als vastleggingstool, maar nauwelijks als instrument voor benchmarking en projectranking. Daar ligt volgens de auteurs nog veel ruimte voor verbetering.
DOCUMENT
Het ongewenst online verspreiden van naaktfoto’s en -filmpjes heeft grote gevolgen, vooral voor vrouwen met een migratieachtergrond. Docenten en ouders moeten jongeren helpen bij het vaststellen van regels en grenzen voor onlinecommunicatie.
LINK
Geen samenvatting beschikbaar
DOCUMENT
Background: It is thought that physical health conditions start at a young age in people with profound intellectual and multiple disabilities (PIMD). Knowledge regarding the prevalence, associations and development of these physical health conditions could be used for purposes of prevention as well as appropriate care and support but is currently lacking. Objective: The aim of this study is to gain insight into the prevalence of physical health conditions and associations between these conditions in young children with PIMD. Methods: The study used cross-sectional data related to the physical health conditions of children with PIMD (n = 51, aged between 12 and 61 months). Data were collected in Belgium and in the Netherlands through a checklist filled in by primary caregiver(s). Physical health conditions were classified into categories by the 10th revision of the International Classification of Diseases and Related Health Problems (ICD-10) system. The number of physical health conditions and associations between them were analysed. The analysis focused on prevalence rates and associations represented by odds ratios (p < 0.05). A graphical model was estimated to represent dependencies and conditional dependencies between physical health conditions. Results: We found a mean of 3.8 (range 1–8, SD 1.9) physical health conditions per child. Most of the physical health conditions were found in the ICD-10 chapter ‘Nervous System’, with hypotonia as the most frequent at 70.6%. Five significant large associations were found between spasticity–contractures (OR 9.54); circulatory system–contractures (OR 7.50); scoliosis–contractures (OR 10.25); hearing impairments–skin problems (OR 58.20) and obstipation–hypotonia (OR 19.98). Conclusion: This study shows that at a young age, multiple physical health conditions are present in children with PIMD. In addition, we found five associations between physical health conditions.
DOCUMENT
Over eenzaamheid in verpleeghuizen is relatief weinig bekend. Het doel van deze studie is inzicht krijgen in de prevalentie van sociale, emotionele en existentiële eenzaamheid onder verpleeghuisbewoners en de samenhang tussen eenzaamheid en deelname aan activiteiten en het hebben van contacten. Data is verzameld onder verpleeghuisbewoners van zorgcentra en groepswoningen in de provincie Zeeland (N = 101; leeftijdsrange = 42 tot 103 jaar; mediaan = 83 jaar; 71% = vrouw). Sociale, emotionele en existentiële eenzaamheid zijn bevraagd, alsmede persoonsgegevens en deelname aan activiteiten en het hebben van contacten. Prevalentiecijfers van eenzaamheid zijn berekend. Regressieanalyses zijn uitgevoerd om de relatie tussen eenzaamheid en persoonsgegevens, deelname aan activiteiten en het hebben van contacten te onderzoeken. De meerderheid van de respondenten voelt zich emotioneel, sociaal en/of existentieel eenzaam. Een langere verblijfsduur in het verpleeghuis en deelname aan beweegactiviteiten hangen samen met een mindere mate van sociale eenzaamheid, maar niet met emotionele of existentiële eenzaamheid. Het aanbod aan activiteiten in het verpleeghuis is gericht op sociale eenzaamheid. Voor emotionele en existentiële eenzaamheid lijkt geen aanbod te bestaan, terwijl deze vormen van eenzaamheid vaak voorkomen in het verpleeghuis.
MULTIFILE
Het lijkt zo’n typisch betuttelend en weinig nuttige opmerking: voorkomen is beter dan genezen. En toch is het helemaal waar als het gaat om schuldhulpverlening. Mensen die al schulden hebben én degenen die nog geen schulden hebben opgebouwd, hebben veel baat bij inzicht in hoe schulden te voorkomen zijn. Zodat ze na schuldhulpverlening ook uit de schulden blijven.
DOCUMENT
Voor het Burgemeestersblad belicht de auteur de wijze waarop crises veelal worden geëvalueerd. Hij is teruggekomen van het advies om snel uitsluitsel te geven over de aanpak van de evaluatie. Ook pleit hij ervoor om tijdens een evaluatie niet te wachten met het implementeren van verbeteringen. Daarmee herstel je vertrouwen. Krampachtige radiostiltes vanwege het evaluatie-onderzoek moeten voorkomen worden.
DOCUMENT
Met het oog op het oplopende lerarentekort is het van groot belang te voorkomen dat startende leraren het onderwijs vroegtijdig verlaten als gevolg van een gebrek aan goede begeleiding of omdat ze onvoldoende tijd hebben om zich verder te ontwikkelen. Steeds meer partnerschappen Samen Opleiden & Professionaliseren richten zich niet alleen op de opleiding van leraren maar, in het verlengde hiervan, ook op de inductie van beginnende leraren. Deze publicatie van het Platform Samen Opleiden & Professionaliseren biedt partnerschappen achtergrondinformatie over goede begeleiding van startende leraren, gebaseerd op relevant en/of recent onderzoek.
MULTIFILE
Internationaal onderzoek laat zien dat ingrijpende jeugdervaringen, ook wel Adverse Childhood Experiences (ACE’s) genoemd, een sleutelrol spelen in de ontwikkeling van jeugdigen en hun (latere) psychische en fysieke gezondheid (o.a. Felitti et al., 1998; McLaughlin, 2016). Jeugdigen met verstandelijke beperkingen en hun ouders zijn helaas sterk ondervertegenwoordigd in internationaal onderzoek naar ACE’s, terwijl het belangrijk is dat de huidige inzichten ook kunnen bijdragen aan de verbetering van hun gezondheid en welzijn (o.a. Keesler, 2014; Northway, 2017). Uit verschillende studies blijkt namelijk dat mensen met een verstandelijke beperking vaker geestelijke en fysieke gezondheidsproblemen hebben (Northway, 2017). Daarnaast blijkt dat zij vaker worden blootgesteld aan een groter aantal ingrijpende levensgebeurtenissen (o.a. Emerson, 2015; Mason-Roberts et al., 2018) en dat deze blootstelling gerelateerd is aan een verhoogd risico op geestelijke gezondheidsproblemen (zie Vervoort-Schel et al., 2018 voor verwijzingen). De premisse van de ACE’s-studies is dat het voorkomen of verminderen van ingrijpende jeugdervaringen een positieve invloed heeft op gezondheid en welzijn in het leven (Northway, 2017). Het is veelbelovend om daar verder onderzoek naar te doen.
DOCUMENT