Inleiding op de book review sectie
MULTIFILE
In haar proefschrift beschrijft Jacqueline Rothfusz een lokale casus, die voor haar exemplarisch is voor situaties waar door allerhande betrokken actoren gewerkt wordt aan het laten participeren van marginale groepen aan de normale orde. Puntje wat niet onvermeld mag blijven is de prachtige illustratie van Jan Hamstra die aan de hoofdstukken voorafgaat. Wellicht had een aparte illustratie per hoofdstuk, in plaats van hergebruik van hetzelfde beeld, naast de geschreven tekst nog verder uitdrukking kunnen geven aan haar betoog (Leavy, 2015). Voor haar onderzoek heeft Rothfusz gekozen voor diverse locaties in Groningen waar grote groepen Caribische Nederlanders wonen. Op deze locaties werd op verschillende wijze “overlast” geconstateerd. Daarbij was ze geïnteresseerd in hoe de verhalen van sociale professionals zich verhouden tot de verhalen van de doelgroep zelf. Wat is de rol van macht in de relaties tussen professionals en cliënten? Hoe verhouden deze zich tot elkaar? Gaat het om de macht van de doelgroep zelf of de macht van de professionals om mensen die zich afwijkend gedragen om te vormen tot “normale” burgers? Wat is dan empowerment en participatie?
MULTIFILE
Openbare pleinen hebben een enorme impact op de levenskwaliteit van stadsbewoners, vooral in kwetsbare wijken. Ze kunnen lichaamsbeweging, gemeenschapsinteracties, spel en klimaatadaptatie vergemakkelijken, die allemaal de gezondheid van de lokale bevolking beïnvloeden. Er zijn echter vaak veel vragen over hoe de percepties en ervaringen van lokale gemeenschappen kunnen worden vastgelegd bij de (her)ontwikkeling van deze pleinen, waarbij het risico bestaat dat gemarginaliseerde groepen worden uitgesloten. Hoe kunnen openbare pleinen deze verschillende functies en percepties integreren en inclusieve plekken voor iedereen worden? Ontdek het in de korte documentaire 'Eyes on the Square'. Door algemene principes van experts, ervaringen uit best practices door heel Nederland en perspectieven van omwonenden te combineren, pleiten de makers voor meer inclusieve ontwikkelingen voor gezonde steden.
MULTIFILE
De coronacrisis legt het rottende systeem van de stad bloot, schrijft antropoloog en filosoof Lieke Wissink. 'Dit virus maakt geen uitzondering voor de mensen die leven in de marge.'
LINK
Het is niet vanzelfsprekend dat iedereen participeert in de samenleving of de ondersteuning krijgt die nodig is. Ondanks dat we inmiddels weten dat ogenschijnlijke individuele problemen -zoals armoede, dakloosheid of verslaving- onze maatschappij structurele problemen oplevert. Het straathoekwerk wordt ingezet om deze (groepen) mensen wel te bereiken. Ze vervult een brugfunctie naar reguliere voorzieningen en hulpverlening.Dit is het eerste handboek Straathoekwerk, een outreachende basismethodiek binnen het sociaal werk. Het beschrijft de eigen professionaliteit en de methodiek van het straathoekwerk op handelingsniveau. De doelgroep, de doelen, het methodisch handelen en de randvoorwaarden komen aan de orde. De methodiek wordt wetenschappelijke onderbouwd. Verder bevat het boek handige tools, praktijkvoorbeelden, portretten en casuïstiek.
MULTIFILE
De regio Parkstad Limburg heeft te maken met een complexe, meervoudige opgave in de vorm van achterstanden in de sociaal fysieke leefbaarheid, ruimtelijke- en sociaal-economische structuur. Vergelijken we Limburg met de rest van Nederland, dan zijn er grote verschillen zichtbaar. Zoomen we in op Parkstad Limburg, dan zijn armoede, ongezondheid, werkloosheid, leegstand en onveiligheid in diverse buurten en wijken aan de orde van de dag. Dit heeft negatieve invloed op de brede welvaart in de regio. De problematiek en de achterstand ten opzichte van het gemiddelde van Limburg en de rest van Nederland is groot en wordt overgedragen van generatie op generatie. Een duurzame ontworsteling uit de hele gemarginaliseerde positie lijkt zonder langdurige ondersteuning nagenoeg onmogelijk, mede door de intergenerationele mobiliteit van armoede, opleidingsniveau, gezondheid en werkloosheid.
DOCUMENT
Dit rapport gaat over hoe formele en informele politieke participatie van adolescenten en jongvolwassenen (16-27 jaar) in Amsterdam Noord, Nieuw-West en Zuidoost zich verhouden tot participatieve ongelijkheid in de stad. We stellen ons in dit rapport de vraag welke rol lokale (zelf)organisaties, bewonersinitiatieven en jongerenplatforms kunnen spelen in het bestrijden van participatieve ongelijkheid. Om de vraag te kunnen beantwoorden in hoeverre praktijken van politieke participatie ook daadwerkelijk leiden tot meer invloed van jongeren op politieke besluitvorming maken we gebruik van het concept ‘linking sociaal kapitaal’. We hebben ons specifiek gericht op groepen jongeren tussen de zestien en zevenentwintig jaar voor wie de opkomstcijfers laag zijn. Welke ervaringen hebben zij met participatie en hoe verhouden hun ervaringen zich tot de ervaringen en verwachtingen van politici, bestuurders en beleidsmakers? Wie speelt een rol in het verbinden van jongeren aan overheidsinstellingen en hoe gaan deze sleutelfiguren te werk? Hoe verlopen ontmoetingen tussen jongeren en representanten van de overheid, en in hoeverre lukt het initiatieven die (in)formele participatie van jongeren willen versterken om hun invloed te vergroten? Dit onderzoek is tot stand gekomen met behulp van financiering door Het Kenniscentrum Ongelijkheid. Onderzoekers: Sietske Zweegman, Femke Kaulingfreks, Floris Vermeulen, Sharifah Redan, Zulia Rosalina, Elena Ponzoni, met medewerking van Charissa Leiwakabessy, Reyhan Bencan en Malisa Agyeiwaa
DOCUMENT
In dit rapport, Nieuwe woonvormen voor bijzondere doelgroepen, staan bewoners centraal die moeite hebben met zelfstandig wonen in een reguliere woning. Ze worden als ‘bijzondere groepen’ aangeduid, in het bijzonder gaat het om daklozen, verslaafden, ex-gedetineerden, psychiatrische patiënten, mensen met een verstandelijke handicap, mishandelde vrouwen, en de beruchte, wat diffuse categorie van ‘de zorgmijders’. Er is een omvangrijk institutioneel circuit die deze groepen helpt met ‘wonen’. In dit institutionele circuit spelen woningcorporaties een belangrijke rol, maar ook zorginstellingen (GGZ, verslavingszorg), reclassering, en instellingen op het terrein van de maatschappelijke opvang (zorg voor daklozen, vrouwenopvang). Genoemde instanties geven de verschillende groepen vormen van ‘woonondersteuning’ of ‘woontoezicht’ in milde en meer straffe varianten. Leidende vraag in Nieuwe woonvormen voor bijzondere doelgroepen is: wat is er te verbeteren op het punt van leren wonen en het geven van maatschappelijke kansen aan deze groepen? Is sociale stijging in hun geval mogelijk? Kunnen ze uit een situatie van afhankelijkheid naar een meer onafhankelijke vorm van wonen groeien? Om die vraag te beantwoorden zijn zes projecten nader bekeken. Projecten die als vernieuwend te boek staan. Woningcorporaties hebben in het geval van (1) Flexibel Wonen, Rotterdam-Rijnmond (2) Nieuwe Energie, Leiden en (3) Begeleid Wonen, Hoogezand, aan de basis van deze nieuwe woonvormen gestaan; het gaat respectievelijk om (1) De Nieuwe Unie/Woonstad Rotterdam, Com- Wonen en PWS, (2) Portaal en (3) Lefier. Maar ook bij Yes, Amsterdam, is een woningcorporatie betrokken (Eigen Haard). In het geval van Omnizorg ligt het initiatief bij de gemeente, en ’t Groene Sticht is een burgerinitiatief.
DOCUMENT
Deze notitie betreft de gezamenlijke onderzoeksvisie van de onderzoeksgroep Welzijn en Empowerment. De onderzoeksgroep bestaat uit de lectoraten Jeugd en Samenleving, Dynamiek van de Stad en Empowerment & Professionalisering. Samen met de onderzoeksgroep Gezondheid & Zelfmanagement vormen wij het expertisecentrum De Gezonde Samenleving van de Faculteit Gezondheid, Sport en Welzijn van Hogeschool Inholland. Dit expertisecentrum verbindt domeinen als zorg, welzijn, sport en technologische innovatie in zorg en welzijn.
DOCUMENT
Deze gesprekstool is ontwikkeld als onderdeel een verkennend onderzoek Homebase. Homebase is een verkennend onderzoek naar interventies ter preventie van jeugdcriminaliteit. Met deze verkenning willen wij bijdragen aan een stevige theoretische en praktijkgerichte basis voor beleidsontwikkelingen, en daarmee voor een preventieve aanpak van jeugdcriminaliteit die de veerkracht van jongeren voorop stelt. Met als doel bijdragen aan preventie van jonge aanwas in de jeugdcriminaliteit en perspectief bieden aan groepen jongeren die opgroeien in kwetsbare en risicovolle omstandigheden. Het lectoraat Jeugd en Samenleving heeft in samenwerking met het lectoraat Aanpak Jeugdcriminaliteit van Hogeschool Leiden en lectoraat Youth Spot van Hogeschool van Amsterdam verkennend onderzoek gedaan in opdracht van de Directie Samenleving en Integratie van het Ministerie van Sociale Zaken.
DOCUMENT