To promote student writing development, integrated approaches such as genre-based writing instruction (GBWI) are advocated in tertiary education. However, most subject lecturers are not used to centralise writing in their subjects as they focus on content teaching. Capitalising on teacher learning within GBWI is therefore necessary. Design-based research can offer a fruitful learning environment for such innovative type of content and language integrated instruction. In a multiple case study (n=2) in Dutch higher professional education, we aimed to explore what subject lecturers can learn in a design-based research project in terms of scaffolding students’ writing. Qualitative data on teacher learning were collected through logs and interviews before, during and after three GBWI interventions. These data were transcribed verbatim and analyzed using transcription software. Results showed the subject lecturers reported multifaceted learning outcomes, particularly concerning changed knowledge and beliefs. Some of these were directly related to GBWI (e.g., metalanguage, deconstruction, text features) whereas others were related to scaffolding language in subject learning more generally, and to the lecturers’ teaching roles. Both lecturers also reported learning outcomes in terms of changed practices, but to a lesser extent. This may be related to the challenging character of enacting GBWI in the subjects. On a more general level, this study has yielded valuable insights into what factors are at stake when subject lecturers learn to enact GBWI. Further, it has shown the potential of a design-based research learning environment which we view as part of a causal field instigating subject lecturers’ professional development.
DOCUMENT
Veel eerstejaarsstudenten in het hoger onderwijs hebben moeite met schrijfvaardigheid in het Nederlands. Ze vinden het lastig om gestructureerde, lezergerichte teksten te schrijven in de meer abstracte en vakspecifieke taal van het hoger onderwijs. Deze moeilijkheden zijn problematisch omdat schrijven cruciaal is voor onderwijs en toetsing in de tertiaire context en ook in maatschappelijke zin een belangrijke rol vervult. In de laatste decennia hebben de schrijfproblemen van eerstejaarsstudenten veel aandacht gekregen. De aanpak die veel hogeronderwijsinstellingen hanteren is het aanbieden van vormgerichte, algemene schrijfcursussen in of naast het curriculum. Deze aanpak is ontoereikend gebleken. De ontwikkeling van schrijfvaardigheid vereist immers een vakspecifiek proces waarbij alle studenten en docenten betrokken zijn. Geïntegreerde aanpakken, waarbij het leren van vakinhoud en schrijfvaardigheid gecombineerd wordt, worden daarom verkozen boven de eerdergenoemde geïsoleerde aanpak.Genredidactiek als een vorm van geïntegreerd schrijfonderwijs lijkt in dat opzicht veelbelovend om de schrijfvaardigheid van studenten te bevorderen. De kern van genredidactiek is het expliciteren van hoe taal wordt gebruikt om specifieke communicatieve doelen te bereiken in verschillende contexten. Gegeven een gebrek aan onderzoek op dit terrein, gaat het huidige onderzoeksproject na hoe genredidactiek in het hoger onderwijs vormgegeven en ingezet kan worden. De hoofdvraag was:Hoe kan vakspecifieke genredidactiek in het hbo worden vormgegeven en ingezet met het oog op het bevorderen van de schrijfvaardigheid van eerstejaarsstudenten in vakspecifieke genres?Om deze vraag te beantwoorden, werden er drie deelvragen geformuleerd die de drie fases van ontwerpgericht onderwijsonderzoek reflecteren: a) voorbereiding en ontwerp, b) uitvoering, en c) evaluatie:a) Hoe kan vakspecifieke genredidactiek worden voorbereid en ontworpen?b) Hoe kan vakspecifieke genredidactiek worden ingezet?c) Welk effect heeft vakspecifieke genredidactiek op de schrijfvaardigheid van eerstejaarsstudenten in vakspecifieke genres?Context, theoretisch kader en onderzoeksaanpakHet onderzoek is gesitueerd tegen de achtergrond van taalbeleid Nederlands in het hoger onderwijs. De ontwikkeling en implementatie van breed taalbeleid wordt eerst geschetst in algemene zin en vervolgens in de onderzoekscontext van de Hospitality Business School (HBS) van Saxion in hoofdstuk 1. Vervolgens geeft hoofdstuk 2 inzicht in het theoretisch kader omtrent genredidactiek in dit onderzoek. Eerst wordt ingegaan op de eisen aan schrijfvaardigheid in het hoger onderwijs alsook op de huidige schrijfonderwijspraktijk. Vervolgens wordt gefocust op geïntegreerde aanpakken van schrijfonderwijs, die gestoeld zijn op content-based language instruction. De geïntegreerde aanpak van genredidactiek die centraal staat in dit onderzoek wordt gedetailleerd beschreven. Hierbij wordt eerst ingegaan op de historie. Ook worden de onderliggende functionele taaltheorie, socioculturele leertheorie en het bijbehorende concept van scaffolding beschreven. Scaffolding is een specifiek soort tijdelijke, responsieve hulp van een expert aan een leerder, die gericht is op het ontwikkelen van zelfstandigheid. Verder wordt de onderwijsleercyclus geïntroduceerd als een instructiekader binnen genredidactiek. Deze cyclus bestaat uit vier fases waarin een bepaald teksttype (genre) geïntroduceerd, gemodelleerd, samen geoefend en uiteindelijk individueel geschreven wordt door studenten. Hoofdstuk 2 sluit af met een overzicht van de voor- en nadelen van genredidactiek.De gekozen onderzoeksaanpak van ontwerpgericht onderwijsonderzoek wordt in hoofdstuk 3 besproken. Deze onderzoeksaanpak is aangewezen als een nieuwe onderwijsmethode tegelijkertijd wordt ontworpen
MULTIFILE
Among other things, learning to write entails learning how to use complex sentences effectively in discourse. Some research has therefore focused on relating measures of syntactic complexity to text quality. Apart from the fact that the existing research on this topic appears inconclusive, most of it has been conducted in English L1 contexts. This is potentially problematic, since relevant syntactic indices may not be the same across languages. The current study is the first to explore which syntactic features predict text quality in Dutch secondary school students’ argumentative writing. In order to do so, the quality of 125 argumentative essays written by students was rated and the syntactic features of the texts were analyzed. A multilevel regression analysis was then used to investigate which features contribute to text quality. The resulting model (explaining 14.5% of the variance in text quality) shows that the relative number of finite clauses and the ratio between the number of relative clauses and the number of finite clauses positively predict text quality. Discrepancies between our findings and those of previous studies indicate that the relations between syntactic features and text quality may vary based on factors such as language and genre. Additional (cross-linguistic) research is needed to gain a more complete understanding of the relationships between syntactic constructions and text quality and the potential moderating role of language and genre.
DOCUMENT