Het doel van deze studie is het vergroten van het inzicht in hoe daders binnen de georganiseerde criminaliteit ICT gebruiken en welke invloed dat gebruik heeft op hun criminele bedrijfsprocessen. We richten ons daarbij niet uitsluitend op cybercrime, maar verkennen juist het gebruik van ICT én de consequenties daarvan voor een breder scala van soorten georganiseerde criminaliteit, dus ook ‘traditionele’ georganiseerde criminaliteit zoals drugssmokkel. Dit onderzoek maakt onderdeel deel uit van de Monitor Georganiseerde Criminaliteit. Een goed onderbouwde aanpak van de georganiseerde criminaliteit is alleen mogelijk wanneer er een gedegen inzicht bestaat in de aard van de georganiseerde criminaliteit zoals die zich in Nederland manifesteert. De Monitor Georganiseerde Criminaliteit biedt dat inzicht door zo veel mogelijk de kennis te benutten die wordt opgedaan tijdens omvangrijke opsporingsonderzoeken. Dit rapport is het resultaat van de meest recente, vijfde ronde van de monitor (eerdere rapportages: Kleemans et al., 1998, 2002; Van de Bunt & Kleemans, 2007; Kruisbergen et al., 2012). Om dieper op bepaalde thema’s in te kunnen gaan, is ervoor gekozen om de vijfde ronde uit te laten monden in drie afzonderlijke deelrapporten. In oktober 2017 is het eerste deelrapport verschenen (Van Wingerde & Van de Bunt, 2017). Dat rapport richtte zich op de strafrechtelijke afhandeling van georganiseerde criminaliteit, met name de geëiste en opgelegde straffen. Voor u ligt het tweede deelrapport, dat dus volledig in het teken staat van georganiseerde criminaliteit en ICT (informatieen communicatietechnologie). LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/rutgerleukfeldt/
DOCUMENT
Criminele netwerken gebruiken ICT op tal van manieren: voor onderlinge communicatie, om capabele mededaders en ‘tools’ te vinden, om afzetmarkten te vergroten, om een groter aantal potentiële slachtoffers te bereiken, en ook om criminele geldstromen af te schermen. Het regelen en afschermen van geldstromen is een essentiële opgave voor daders in de georganiseerde criminaliteit. Georganiseerde criminaliteit is primair ingegeven door financieel gewin. Maar criminele verdiensten brengen risico’s met zich mee, vooral als je succesvol bent en je criminele activiteiten grote opbrengsten genereren. Criminele verdiensten en de besteding daarvan kunnen immers tot aandacht van de autoriteiten leiden, met arrestatie en inbeslagname van vermogen als mogelijke gevolgen. Dit artikel biedt empirisch inzicht in hoe daders binnen de georganiseerde criminaliteit ICT gebruiken voor het regelen van hun geldstromen. We richten ons daarbij niet uitsluitend op cybercrime, maar verkennen juist het gebruik van ICT én de consequenties daarvan voor een breder scala van soorten georganiseerde criminaliteit, dus ook ‘traditionele’ georganiseerde criminaliteit zoals drugssmokkel. De empirische data die aan dit artikel ten grondslag liggen, bestaan uit dertig grootschalige opsporingsonderzoeken die zijn bestudeerd voor de Monitor Georganiseerde Criminaliteit. Hieronder lichten we eerst de onderzoeksopzet en de gebruikte bronnen toe. Vervolgens bespreken we de empirische resultaten van onze studie. Daarbij gaan we in op de criminele verdiensten zelf, maar met name op de besteding ervan en het afschermen van criminele inkomsten. We eindigen het artikel met conclusies. Aan de ene kant leidt ICT ook wat betreft het beheer van criminele geldstromen tot nieuwe werkwijzen. Aan de andere kant laten analyses zien dat oude zekerheden nog steeds een prominente rol spelen in keuzes van daders. Zo blijkt contant geld nog steeds een dominante factor in criminele geldstromen, zowel bij traditionele georganiseerde criminaliteit als bij cybercriminaliteit. Bovendien blijkt het omwisselen van digitale valuta voor contant geld een belangrijke flessenhals te zijn voor het criminele bedrijfsproces van daders die online opereren. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/rutgerleukfeldt/
MULTIFILE
Het justitiële en het sociale domein hebben zich in de afgelopen decennia steeds meer van elkaar afgewend. Het is nodig dat deze domeinen elkaar weer vinden en zich aan elkaar verbinden. De expertise en de formele inbedding van de reclassering in de strafrechtketen is van essentieel belang bij het werken aan lokale veiligheid, bij het signaleren van delictgerelateerde sociale problematiek en bij toezicht op (ex)delinquente burgers. Samenwerking tussen reclassering en wijkteams is essentieel met het oog op rehabilitatie en inclusie van de betrokken burgers. De transformaties in het sociale en het justitiële domein bieden hiervoor nieuwe kansen. Hiervoor is nodig dat wijkteams, reclassering en andere betrokkenen. Hierbij hoort ook een gedeeld beeld van de gezamenlijke professionaliteit die nodig is om effectief samen te werken aan voorkomen– en afbouwen van delinquente loopbanen bij burgers. Naast specifieke kennis en vaardigheden gaat het hier om een onderliggende opvatting van professionaliteit, door Zuurmond en de Jong (2010) samengevat als ‘de duurzame professional’, die uitgaat van wat nodig is, die de eigen aanpak verbetert als die niet afdoende is, die over de muren van het eigen domein heen kijkt, die van buiten naar binnen denkt, uitzonderingen herkent en erkent, handelingsverlegenheid erkent, zich zowel kan engageren als positioneren, en voor oplossingen gaat, ook buiten kantooruren.
DOCUMENT
SAMEN ONDERMIJNING AANPAKKEN IN DE BUURT Communicatie als sleutel voor participatie Ondermijning is een probleem waar gemeenten en hun partners maar moeilijk grip op krijgen. Georganiseerde misdaad heeft aanzienlijke invloed op de directe leefomgeving van burgers. De productie van en handel in hennep en chemische drugs tasten de leefbaarheid in wijken en buurten aan. Sommige burgers zijn er afhankelijk van, anderen zijn slachtoffer, passief betrokken zonder er tegenin te durven gaan, of bang om in hun eigen woonomgeving over straat te gaan. De overheid heeft weinig grip op deze ontwikkelingen en de meldingsbereidheid is laag, mede uit angst en door een gebrek aan vertrouwen dat de overheid er adequaat op reageert. Ondertussen ontstaat een parallelle samenleving waar criminelen het als wijkkoningen voor het zeggen hebben, traditionele taken van de overheid overnemen en de ontstane neerwaartse spiraal versnellen. Dit onderzoek richt zich op de vraag van gemeenten naar verbetering van de relatie tussen burger en (lokale) overheid, door samenwerking te faciliteren in de aanpak van leefbaarheid in dergelijke buurten. In fieldlabs die in verschillende gemeenten worden ingericht ontwikkelen onderzoekers, studenten en professionals samen oplossingen, die in de praktijk worden getest. Onderzocht wordt welke mechanismen in een wijk werkzaam zijn en aan welke hulp burgers behoefte hebben, waarna experimenten worden opgezet om via gerichte communicatie burgers te betrekken en vertrouwen te geven. Voor gemeenten wordt verkend hoe zij het vertrouwen van burgers kunnen verbeteren en borgen. De bereidheid van burgers om te participeren in mogelijke oplossingen en om te melden zal hierdoor worden vergroot. De resultaten van het onderzoek worden vertaald naar concreet handelingsperspectief voor professionals en gepubliceerd in open access journals, handleidingen voor de praktijk en onderwijsmodules. Het onderzoek is ingebed binnen het lectoraat Ondermijning, i,s,m, de lectoraten Digitalisering & Veiligheid en Recht & Veiligheid, van Avans Hogeschool.
Criminelen maken voor georganiseerde criminaliteit gebruik van legale bedrijven en diensten. Door deze vermenging van illegale en legale economieën vervagen normen en neemt het gevoel van veiligheid en leefbaarheid in de samenleving af. Dit effect wordt ondermijning genoemd. Kenmerkend voor deze illegale activiteiten is dat deze ‘winstgedreven’ zijn. Geldstromen vormen de aorta van de georganiseerde criminaliteit. De hogescholen Avans en Saxion werken samen aan het weerbaar maken van de samenleving tegen de ondermijnende effecten van deze criminele geldstromen. We zien het als onze missie om op deze manier een essentiële bijdrage te leveren aan de aanpak van ondermijnende criminaliteit. Hoewel de aanpak van criminele geldstromen hoog op de agenda staat van belangrijke publieke en private stakeholders, is praktijkgericht onderzoek op dit terrein nog onvoldoende krachtig gebundeld. Het doel van de SPRONG-groep Ondermijning – Criminele Geldstromen (SPOC) is om een landelijk opererend Kennis- en expertisecentrum Criminele Geldstromen op te richten. Onze multidisciplinaire teams werken al lange tijd samen om het onderzoek naar criminele geldstromen en ondermijning een impuls te geven. Dit doen we met onze consortiumpartners in landelijke en regionale netwerken. In de komende vier jaar ligt het accent op infrastructuurontwikkeling. We beginnen deze samenwerking met onze landelijke consortiumpartners, maar geleidelijk zal de focus verschuiven naar de verschillende regio’s. Verder bestaat het activiteitenplan van dit consortium onder meer uit het vaststellen van een roadmap, het aanscherpen van de vraagarticulatie en het verder uitbouwen en bestendigen van onze netwerkinteracties. Daarnaast besteden we veel aandacht aan (interne en externe) talentontwikkeling en dragen we zorg voor disseminatie en nieuwe interacties tussen onderzoek en onderwijs. Binnen dit project willen de samenwerkende lectoren de kans benutten om nieuwe topspecialisten (programmamanager, community managers, alliantiemakelaars, datastewards) aan te trekken voor het maken van nieuwe infrastructuren.
Dertig procent van de Nederlandse MKB bedrijven is gevestigd op bedrijventerreinen. Vitale en veilige bedrijventerreinen zijn daarmee van cruciaal belang voor een gezond ondernemersklimaat voor het MKB. Bedrijventerreinen oefenen echter ook grote aantrekkingskracht uit op de georganiseerde criminaliteit, omdat ze aantrekkelijke vestigingsplaatsen zijn voor tal van criminele activiteiten. Met name ondermijnende criminaliteit bedreigt het vestigingsklimaat op bedrijventerreinen. Parkmanagementorganisaties (PMO’s) vinden dat hier een belangrijke taak voor hen is weggelegd. Deze PMO’s, vaak zelf MKB’ers of ZZP‘ers, worden in toenemende mate als onmisbaar beschouwd bij de revitalisering van oude en ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen. Deze relatief jonge organisaties missen echter nog de specifieke kennis, vaardigheden en een duidelijke positie om deze taak succesvol op te pakken. Die rol oppakken betekent dat PMO’s effectief moeten samenwerken met publieke veiligheidspartijen. Deze samenwerking komt echter moeizaam van de grond, juist als het gaat om de verbinding tussen ondernemers en de publieke veiligheidsketen. Publieke partijen treden in de ogen van de PMO’s primair incidenteel, reactief en repressief op, terwijl ondernemers terughoudend zijn om kennis of vermoedens met instanties te delen. Wij zien in de PMO’s veel potentie om de beide werelden met elkaar te verbinden. In dit onderzoek gaan we de positie van PMO’s in de aanpak van ondermijning op bedrijventerreinen versterken. Dat doen we door in dit project met samen met de PMO’s en cruciale partners als gemeenten en beveiligingsbedrijven een experimentele zoektocht te starten naar de juiste rolverdeling en taken rondom wat wij ‘criminele inmenging' noemen. We gaan bestaande en nieuwe kennis, tools en repertoire over brengen op, en integreren in de werkpraktijk van PMO’s. Daarmee dragen we niet alleen bij aan de verdere professionalisering van PMO’s, maar op de langere termijn ook aan een gezonder vestigingsklimaat op bedrijventerreinen door het realiseren van effectievere gezamenlijke aanpak. Er is nog een wereld te winnen.