Broddelen is een stoornis in de vloeiendheid van de communicatie. In dit unieke (en eerste) handboek over broddelen worden na een terugblik in de historie van het onderzoek naar broddelen de belangrijkste kenmerken van broddelen en de comorbide stoornissen toegelicht. Het logopedisch onderzoek bij broddelen inclusief de bijbehorende onderzoeksinstrumenten en normering beslaan twee hoofdstukken. In het hoofdstuk therapie wordt een model voor behandeling beschreven waarover internationaal consensus over bestaat.
LINK
Digitalisering is al sinds de jaren ‘90 een trend om zorg efficiënter en dicht bij de patiënt aan te aanbieden. COVID-19 heeft de digitalisering in een stroomversnelling gebracht. Ook binnen de fysiotherapie werd geëxperimenteerd met de inzet van videoconsulten. Het overgrote deel van patiënten was (zeer) tevreden over videoconsulten. Fysiotherapeuten waren wat gematigder enthousiast, mede omdat ze bepaalde diagnostische- en behandelelementen niet konden uitvoeren, die vaak onderdeel zijn van een behandeling.
In de chronische fase na de revalidatie woont een groot deel van de mensen die een beroerte (CVA) hebben overleefd weer thuis. Veel mensen na een beroerte ervaren op lange termijn nog beperkingen in hun mobiliteit en fysieke activiteit. Zij hebben daardoor vaak verhoogde gezondheidsrisico’s en gereduceerde mogelijkheid te participeren. Voor hen is er gespecialiseerde interprofessionele zorg nodig. Sinds twee jaar bestaat er een netwerk voor interprofessionele zorg in de eerste lijn voor mensen na Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) zoals een CVA, in de regio Utrecht: het Multidisciplinaire NAH-Netwerk Utrecht (MNNU). Het MNNU wil samenwerken met onderwijs en onderzoek van de Hogeschool Utrecht (HU) om de zorgkwaliteit gericht op reductie van gezondheidsrisico en stimuleren van participatie van mensen na een CVA in de regio optimaliseren. Daartoe wordt de Interprofessionele Community of Practise (CoP) Gezond weer meedoen na CVA gevormd en aan het MNNU gekoppeld. De CoP verbindt het werkveld met onderwijs en onderzoek van de HU, dat gericht is op het optimaliseren van participatie en gezondheid en daarmee de zelfredzaamheid van mensen na een CVA. De beoogde opbrengst van de CoP zijn concepten voor het optimaliseren van de kwaliteit van zorg door delen van kennis en expertise door de professionals uit onderwijs, onderzoek en de zorgprofessionals binnen het MNNU. Daarnaast ontwikkelt de CoP concepten voor bijdragen aan het zorgonderwijs en participeert in de articulatie van vraagstellingen voor praktijkgericht onderzoek en de uitvoering daarvan. Tenslotte zal de CoP bijdragen aan het ontwerp van een interprofessionele scholing voor het MNNU.
Valincidenten zijn een groot én groeiend probleem onder thuiswonende ouderen, welke een zelfredzaam leven acuut kunnen bedreigen. Bovendien drukken de zorgkosten als gevolg van het stijgende aantal valincidenten een flinke stempel op de maatschappij. ‘Valpreventie’ is effectief om het valrisico en daarmee het aantal valincidenten te verkleinen. Maar: slechts een klein deel van de ouderen maakt gebruik van deze bewezen effectieve aanpak. Uitvoerders van valpreventie-programma’s ((geriatire-)fysiotherapeuten, ergotherapeuten, praktijkondersteuners) en beleidsmakers die zich inzetten voor 'blijvend vitale burgers’ geven aan dat een belangrijke reden hiervoor schuilt in het gebrek aan tools om vroegsignalering voor valrisico vorm te geven. In dit project ontwikkelen en testen we een technologische oplossing op haalbaarheid om deze lacune te dichten. De beoogde oplossing is een app die via GPS een belangrijke voorspeller voor een val monitort: loopsnelheid. Via de app krijgen ouderen regie om tijdig passende zorg te zoeken om hun zelfredzaamheid te behouden. We verbinden kennis- en praktijkpartners uit de regio Utrecht en Groningen tot een groter samenwerkingsverband die de implementatie van valpreventie in de keten in beide regio’s kan versterken. Het nieuwe consortium bestaat uit docent-onderzoekers en studenten van de Hogeschool Utrecht, fysiotherapeuten en beleidsmakers uit de regio’s Utrecht en Groningen, productonwikkelingsbureau Umaco en de Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Geriatrie. De opbrengst van dit project bestaat uit een getest prototype van een technologische oplossing die laagdrempelig ingezet kan worden door thuiswonende ouderen om loopsnelheid te monitoren. Daarnaast worden bestaande samenwerkingsverbanden geïntensiveerd tussen onderwijs-, praktijk-, en beleidspartners als basis voor een vervolgaanvraag, waarin we willen insteken op effectieve strategieën om de ontwikkelde oplossing te implementeren in de keten van een integrale valpreventie-aanpak in Nederland.