We meten de gevoelstemperatuur in winkelcentrum Nieuw-West in Amsterdam. De winkels zijn open maar de terrassen leeg en het Osdorpplein ligt er verlaten bij. Het was 24 juli 2019 en we hadden te maken met een hittegolf zonder grenzen. Met een luchttemperatuur van ruim 35 graden op het zonovergoten plein, was het hier niet lang uit te houden. Er was sprake van hittestress bij het winkelend publiek en het plein had haar verblijfsfunctie verloren.
DOCUMENT
Door klimaatverandering stijgt de temperatuur, waardoor er meer hittegolven zijn met meer hete dagen en nachten. Alle overheden (gemeenten, provincies en waterschappen) in Nederland moeten daarom vóór 2020 knelpunten van wateroverlast, hitte, droogte en overstromingen in beeld brengen. Het RIVM doet een voorstel om deze ‘test voor hittestress’ te standaardiseren. Hiertoe is een leidraad opgesteld voor gemeenten waarmee zij 24 mogelijke risico’s in kaart kunnen brengen, verdeeld over vijf thema’s: gezondheid, netwerken, water, leefbaarheid en buitenruimte. Om de hittestress te beoordelen is een nieuwe methode ontwikkeld om hittekaarten te berekenen, met de gevoelstemperatuur alsuitgangspunt. Met deze nieuwe methode kan de standaard hittekaart met gevoelstemperatuur op een hete dag berekend worden.
DOCUMENT
Vijf studenten aan Hogeschool Van Hall Larenstein (VHL) hebben in 2019/2020 als onderdeel van de minor ‘Bomen en Stedelijke Omgeving’ onderzoek uitgevoerd naar het effect van groen/beplanting op de gevoelstemperatuur in 'bloemkoolwijken'. De opdrachtgever voor dit onderzoek was dr. ir. Jelle Hiemstra van Wageningen University & Research. Op het gebied van ENVI-met kregen zij begeleiding van dr. ir. Cor Jacobs van Wageningen University & Research, die hen hielp met het bouwen van het model en het berekenen van de temperatuur, luchtvochtigheid, windstromen en gevoelstemperatuur. De studenten werden begeleid door docent dr. Mart Vlam. Dit artikel is geschreven op basis van vragen die ex-redactielid Jozé ’t Hoen en redactielid Jaco Houweling de studenten hebben voorgelegd.
DOCUMENT
Stadsontwerpers werken graag met water. Een van de voordelen zou zijn dat waterelementen hitte in de stad verminderen en de gevoelstemperatuur op straat verlagen. Maar hoe verkoelend is stedelijk water nu echt? Volgensverschillende studies is een verkoelend effect van watervormen zoals vijvers, grachten en sloten nauwelijks merkbaar of zelfs afwezig.
MULTIFILE
Het polderoverleg is terug. Hopelijk betekent dit niet dat de sterkste lobyy het beleid gaat bepalen.
DOCUMENT
Het Knowledge Mile Park (KMP), momenteel de drukste verkeersader van Amsterdam, wordt de komende jaren uitgebreid vergroend. Op diverse locaties langs de KMP werd steekproefsgewijs hittemetingen uitgevoerd om hittestress op te sporen, verkoelingscapaciteit van het aanwezige groen te meten en het thermisch comfort van de KMP voor de gebruiker te inventariseren. Er werd volgens het Cool Towns Heat Stress Measurement Protocol (Spanjar e.a., 2020) hittemetingenuitgevoerd met mobiele weerstations, infraroodcamera’s en vragenlijsten. Uitgevoerd op twee opeenvolgende dagdelen tussen 17.00 tot 20.00 uur. Dit vond plaats op 21 en 22 augustus 2023 toen de luchttemperatuur 23-25 °C bereikte. De resultaten geven het hitteverloop van een milde warme zomerdag weer. Uit de enquête afgenomen onder KMP-gebruikers blijkt dat meer dan de helft van de respondenten op zowel het Weesperplein als het Wibautpark het als een beetje warm of neutraal ervaren. De meetresultaten komen overeen met Europees hitteonderzoek (Spanjar e.a., 2022) en laat zien dat op locaties in de zon zoals op het stenige Weesperplein en het grasveld, mensen tussen 17.00 en 18.30 uur te maken hebben gehad met een sterke tot extreme hittestress condities (35 tot 45 °C PET, zie Grafiek 1). Op de drie andere locaties verminderen boomkronen de hittestress tot licht of niet aanwezig. Verharde locaties blootgesteld aan de zon warmen op en verminderen het thermisch comfort verder door de werking van infraroodstraling. De uitkomsten van de enquête maakt het belang van het goed reguleren van het thermisch comfort op de KMP zichtbaar.
DOCUMENT
De schaduw van bomen kan de gevoelstemperatuur met wel 20 graden verlagen. Maar hoeveel bomen zijn er nodig om een straat hittebestendig te maken? Het is een vraag waar stedelijk ontwerpers mee worstelen nu de zomers steeds heter worden. De richtlijnen die het onderzoek Hittebestendige stad van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) opleverde, vertalen de vage doelstelling ‘een stad hittebestendig maken’ in een concrete aanpak.
LINK
Waar zijn verkoelende inrichtingsmaatregelen vooral nodig? Met deze vraag worstelen veel professionals bij gemeentes of adviesbureaus als zij de opdracht hebben een straat of wijk hittebestendig in te richten. Hittekaarten, die hitterisico’s en temperatuurverschillen in wijken weergeven, geven deels antwoord op deze vraag. Daarnaast geven veldonderzoek en metingen inzicht. Onderzoekers van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) ontwikkelden een methode, de thermal walk, die betrokkenen laat ervaren waar het heet is, wat de gevoelstemperatuur is en welke inrichtingsmaatregelen kunnen helpen.
LINK
Samen voetballen is een van de mogelijkheden om incidenten te voorkomen en de verhoudingen tussen groepen te verbeteren. Voetbal leidt echter niet automatisch tot verbeteringen. Escalaties op het veld, ouders langs de lijn die hun kinderen wat al te luidruchtig aanmoedigen en "autochtone" en "allochtone" teams die slaags raken met elkaar, wijzen er op dat extra condities nodig zijn om in en rondom het veld wederzijds begrip en respect te realiseren (vgl. Veldboer, Boonstra en Krouwel 2007) In het "Verbinden door voetbal"-project zijn het die extra condities waaraan wij hard willen werken. Mede op basis van de nulmeting zijn er sinds 2008 bij en door VV De Meern activiteiten ingezet zoals de Fair Play Cup en positief coachen, maatschappelijke stage en het Young Professional Project en een aantal andere projecten. Vanuit de hogeschool hadden we de verwachting dat een club waar dergelijke activiteiten de clubcultuur mede kunnen vormgeven, een goede voedingsbodem vormt voor prettig contact. De onderzoeksvraag was: Hoe hebben omgangsvormen, interetnische contacten en de participatie door middel van vrijwilligerswerk zich bij VV De Meern ontwikkeld in de afgelopen twee jaar?
DOCUMENT
We begonnen deze rapportage met de opmerking dat Zwaluwen Utrecht 1911 als doel heeft om een positiever verenigingsklimaat te creëren, mede om agressie en geweldsincidenten te voorkómen. Om deze reden werd de samenwerking met het lectoraat Participatie en Maatschappelijke Ontwikkeling van Hogeschool Utrecht aangegaan. Deze rapportage wijst uit dat Zwaluwen de afgelopen twee jaar een mooie stap in de gewenste richting heeft gezet. Het verenigingsklimaat is verbeterd op het vlak van de sfeer en sportiviteit. Zowel sporters als ouders als vrijwilligers geven in 2010 deze twee aspecten een hoger rapportcijfer dan in 2008. Daarnaast worden de interetnische contacten op de club als meer ontspannen ervaren en is de bereidheid tot het doen van vrijwilligerswerk toegenomen. Daartegenover staat dat veertig procent van de respondenten het eens is met de stelling dat agressie in de sport voor sommige spelers van Zwaluwen een reden is om te stoppen met voetbal. Dit is weliswaar bijna 10 procent minder dan in 2008, maar maakt tegelijkertijd duidelijk dat er nog veel mogelijkheden zijn om verdere verbeteringen te realiseren. Niet alleen op het vlak van omgangsvormen/agressie, maar ook wat betreft vrijwillige inzet zijn verbeteringen mogelijk. De bereidheid tot het doen van vrijwilligerswerk voor Zwaluwen is weliswaar toegenomen, maar deze gouden kans lijkt vooralsnog onvoldoende te zijn aangegrepen om het aantal vrijwilligers op de club ook daadwerkelijk te vergroten. Vrijwilligers vormen het cement van de vereniging en zijn onmisbaar bij het tot leven komen van nieuwe initiatieven om de sfeer op de club verder te versterken. Het verdient daarom aanbeveling om bij Zwaluwen de komende tijd meer aandacht te besteden aan de uitbreiding van het vrijwilligersbestand, bijvoorbeeld door ouders en sporters vaker te vragen zich in te zetten voor de vereniging. Of door het aantal maatschappelijke stagiaires op de club nog verder uit te breiden.
DOCUMENT