The relevance of professional youth work for preventionProfessional youth work is one of the social work professions. Dutch municipalities need insight into the contribution of professional youth work to prevention and reduction of youth care. In this paper we analyze data collected between 2011-2015 on the functioning and results of four classic youth work methods: ‘Group work’, ‘Detached Youth Work’, ‘Information and Advice’ and ‘Counselling Services’. The studies were explorative and have been analyzed with descriptive statistics. We conclude that the contribution of professional youth work can be: (1) to form an alternative for a significant other and/or positive peer groups in the neighborhood; (2) to strengthen the self-awareness and forethought of young people; (3) to strengthen the societal and economic participation of young people; and (4) to target institutions. Effect-research is needed to determine the actual contribution.
In de BMS Studies 34 tot en met 37 wordt uitgebreid gerapporteerd over de resultaten van de derde wave van het Vlaamse Sportclub Panel (VSP3.0). Gezien de grote hoeveelheid aan resultaten werd besloten om de rapportering op te splitsen in vier delen en dit te bundelen onder BMS-reeks 'Barometer van de sportclubs in Vlaanderen'. Meer bepaald komen in de vier betreffende BMS Studies de volgende thema's aan bod: - Een stand van zaken en een terugblik (BMS 34) - Clubprofiel, sportaanbod en gezondheidspromotie (BMS 35) - Ledenprofiel, medewerkersprofiel en financiële situatie (BMS 36) - Diversiteit, sociale inclusie, beleid en samenwerking (BMS 37)
LINK
Ongeveer 70% van het dagelijkse voedsel in Nederland wordt gekocht bij supermarkten. Dit aandeel illustreert de cruciale rol van supermarkten in het dagelijkse leven en hun invloed op zowel consumenten als leveranciers. Obesitas is afgelopen 40 jaar verdrievoudigd. De helft van de Nederlanders is te zwaar en bijna 15% heeft obesitas. De hieraan gerelateerde gezondheidsproblemen zijn groter bij mensen met een lagere SEP. Ongezonde voeding draagt hier 8.1% aan bij en kost ongeveer 6 miljard aan zorgkosten. Het is niet gemakkelijk om gezond te eten. 80% van het totale supermarktaanbod van ruim 70000 voedingsmiddelen is ongezond. Het gebrek aan een systeem voor het in kaart brengen van het voedselaanbod is problematisch. Dit is namelijk cruciaal om te evalueren of gezonde keuzes ook de makkelijkste keuzes worden voor consumenten. Onderzoekers van o.m. praktijkpartner Questionmark benadrukken het belang van een structurele monitoring van de gezondheid van de voedselomgeving. Dit is echter duur en tijdrovend. Zo ontstond de praktijkvraag: Hoe kan het doorontwikkelen en valideren van een meetmethode en bijbehorende indicator inzichtelijk maken hoe gezond en ongezond het voedselaanbod in een supermarkt is? Welke mogelijkheden zijn er om deze indicator te gebruiken bij de vergelijking tussen het voedselaanbod van supermarkten en verzorgingsgebieden met verschillende sociaal economische positie (SEP) in Den Bosch. De achterliggende gedachte was de volgende: “Wellicht kan deze nieuwe indicator een prikkel zijn voor supermarkten om gezondere keuzes gemakkelijker te maken, juist voor mensen met een gezondheidsachterstand.” Bovendien, door deze meetmethode te digitaliseren werken we aan een use-case voor software van praktijkpartner Imagem. Met deze praktijkvragen gaan de kennisinstellingen Yuverta (MBO), HAS Green Academy en Avans (HBO) aan de slag met de praktijkpartners NGO Questionmark en het softwarebedrijf Imagem.
Reumatoïde artritis (RA) is een chronische auto-immuunziekte die veelal leidt tot beperkingen in dagelijkse activiteiten en maatschappelijke participatie bij een relatief jonge doelgroep (ca. 258.600 RA-patiënten in Nederland). Momenteel staat de medicamenteuze behandeling van RA op de poli van VieCuri Medisch Centrum centraal, maar er is steeds meer aandacht voor leefstijlinterventies als aanvullende behandeling, die mogelijk op den duur een deel van de medicatie kan vervangen. Voor een duurzame leefstijlgedragsverandering zijn programma’s nodig die advies en praktische ondersteuning op maat kunnen bieden. Recentelijk onderzoek uit de systeembiologie laat zien dat mensen met RA andere onderliggende oorzaken kunnen hebben, zogenaamde subtypes. Deze subtypes kunnen als vliegwiel dienen om sneller tot gepersonaliseerde leefstijlinterventies te komen. Subtypes voor RA worden onder andere valide bepaald door onderzoek naar biomarkers in bloed en urine en uitgebreide vragenlijsten (>100 vragen). Het multidisciplinaire team van de reumatologie van VieCuri Medische Centrum/Human Cristal Research bv vraagt zich af of het bepalen van het subtype nog eenvoudiger kan en wil dit in een cohortstudie onderzoeken (n=50). Volgende vraagstellingen zijn hierbij leidend: Kan de reeds ontwikkelde symptoomvragenlijst valide ingekort en gedigitaliseerd worden zodat deze hanteerbaarder is in de praktijk? Welke subtypes RA komen er in deze steekproef voor en welke globale leefstijladviezen passen daar het beste bij? Deze KIEM-aanvraag draagt bij aan een innovatief praktijkmodel waarbij (meer) gepersonaliseerde behandeling op basis van subtyperingen van mensen met RA centraal staat. Er wordt een bestaand samenwerkingsverband in Zuid-Limburg tussen Zuyd Hogeschool, VieCuri Medisch Centrum/Human Cristal Research bv, Struqt, Bool Studios en het Louis Bolk Instituut vernieuwd en verstevigd, om de gezondheidsachterstanden in de regio mee aan te pakken. Zowel zorgprofessionals als ook de betrokkenen kennisinstellingen en bedrijven zullen dan ook belangrijke gebruikers van het resultaat zijn.